Vijzelgracht 8
Vijzelgracht 8, AmsterdamDit eeuwenoude huis heeft heel wat te verduren gehad. Oorspronkelijk gebouwd voor wevers, op een toen rustige locatie, werd het later van kelder tot nok bewoond door vele gezinnen, aan een straat die inmiddels één van de drukste verkeersaders naar de binnenstad was geworden. De metrobouw op deze plek leidde tot serieuze verzakking en instortingsgevaar bij een heel rijtje huizen, waaronder ons pand. Gelukkig staat het aan het eind van dit liedje nog steeds trots in Amsterdam.
Veranderingen aan het huis door ander gebruik
Ons huis, een zogenaamd wevershuis, is voltooid in 1672. Het had een souterrain (in gebruik als woonkelder), een bel-etage (woonhuis), verdieping (weefkamer) en een zolder onder de (over alle naastgelegen wevershuizen doorlopende) dwarskap. De diepte van de huizen bedroeg 21 voet (6.40 meter), de uitgebouwde keuken had een diepte van 18 voet. De gemeente stelde de grond om deze huizen voor textielarbeiders op te bouwen, ter beschikking aan liefdadigheidsinstellingen.
Maar de politiek van het stadsbestuur om op die manier de textielindustrie naar Amsterdam te trekken, had niet het gewenste resultaat, zodat de instellingen problemen kregen met de verhuur. Vanaf 1673 werden de huizen dan ook met toestemming van het stadsbestuur verkocht; eerst alleen aan textielarbeiders, na 1687 ook aan anderen. Na 1725 werden de huizen bijna uitsluitend gebruikt als woonhuis.
De toename van de bevolking in Amsterdam was zeer groot in de 18e eeuw, waardoor de ruim bemeten wevershuizen nu aan meerdere gezinnen tegelijk verhuurd werden. De deur werd een tweedeurs ingangspartij, zoals bij ons huis, maar soms zelfs een driedeurs ingangspartij, die toegang gaf tot horizontaal gedeelde woningen. Zo kwam het voor dat, behalve in de kelderwoning, er ook gezinnen op de stoepverdieping, op de eerste etage én op de zolder woonden!
Geen doorgaande weg
Maar er gebeurt in de loop der eeuwen niet alleen wat mét het huis, maar zeker ook ervoor en er omheen. En de meest recente gebeurtenis betekende bijna het einde van het huis. Maar laten we beginnen bij het begin.
De Vijzelgracht en ook het tweede deel van de Vijzelstraat zijn onderdeel van de stadsuitleg van 1663. Op de kaart van Jacob Bosch uit 1680 is goed te zien dat de Vijzelstraat en de Vijzelgracht dan doodlopen op de Baangracht, het is dus geen doorgaande weg zoals nu. In de structuur van de nieuwe uitleg waren de Vijzelstraat en Vijzelgracht toen van relatief ondergeschikt belang.
Mensen- en goederenvervoer naar het zuiden vond plaats door de Leidsestraat met de Leidsepoort, of over het water, van en naar de Weteringspoort. Er waren hier ook geen markten, waardoor de Vijzelstraat en de Vijzelgracht betrekkelijk rustig zullen zijn geweest.
En toch zou deze relatief onbelangrijke straat één van de hoofdradialen van de stad worden. Dat kon pas plaatsvinden na het amoveren van de verdedigingswerken en het slaan van bruggen over de Lijnbaansgracht (1872) en de Singelgracht (1875). In 1907 volgde een vaststelling van een nieuwe voorgevel-rooilijn voor de westzijde van de Vijzelstraat. De verbreding van de straat, gepaard gaand met veel sloop van hoekhuizen op de grachten, werd vervolgens uitgevoerd tussen 1914 en 1927
Verkeersdoorbraken en dempingen
Een tuinhuis dat speciaal voor die verbreding gesloopt werd, is na omzwervingen uiteindelijk terecht gekomen achter een huis van ons aan de Keizersgracht 62, maar dit terzijde. De verbreding van de Vijzelstraat en de grote schaal van de bebouwing aan de westzijde ervan wordt door velen betreurd. Om zoiets nú te besluiten zou ondenkbaar zijn, maar de Vijzelstraat zoals hij nu is, vertegenwoordigt een fase in de stadsgeschiedenis waarin velen meenden dat drastische aanpassingen nodig waren.
Door de ontwikkelingen in die tijd veranderen omvang en techniek van het vervoer en verkeer. Zo krijgen de grachten steeds minder betekenis voor het vervoer binnen de stad. Door de opkomst van de tram (vanaf 1875), de fiets en de auto, neemt het vervoer over de weg toe en worden er grachten gedempt. Ook de bouw van wijken buiten de Singelgracht doet de behoefte aan vervoer over de wegen toenemen. De plaatsing van het Centraal Station in het open havenfront in 1889 is van grote invloed geweest op de loop van de verkeersstromen, evenals de toenemende geconcentreerde cityvorming in de oude stad.
In deze periode, maar ook later in de 20e eeuw, worden vele pleidooien gehouden voor de aanleg van boulevards en brede autowegen door b.v. de Nieuwmarktbuurt en vierbaanswegen door het Centrum van Amsterdam.
Eerst versmald en daarna gedempt
In de hierboven beschreven context kan ook de verbreding van de Vijzelstraat worden gezien. De cityvorming speelde met name in het oude centrum, ten noorden van ons pand. Eén van de eerste echte wijzigingen voor de deur van Vijzelgracht 6, was dat in 1881 de waterloop van de Vijzelgracht versmald werd, ten behoeve van de aanleg van een trambaan. In 1933 werd tenslotte ook het stuk Vijzelgracht waarin nog water aanwezig was, gedempt. Het is nu de grote verbindingsweg tussen het zuidelijk deel van de stad en het Centrum.
Om een idee te krijgen van het oorspronkelijke karakter en beeld van de Vijzelgracht, is een blik op de Spiegelgracht nuttig. Deze heeft dezelfde straat- en grachtbreedte, verkavelingsstructuur en bebouwingswijze. De Vijzelstraat- en gracht zijn vanaf 1917 verbreed van 7, respectievelijk 9,6 meter tot 22 meter.
Maar met dit verhaal was het nog niet gedaan met de Vijzelgracht. Er was nog meer mogelijk om deze voormalige gracht optimaal te benutten, en zo startte aan het begin van de 21e eeuw de gemeente met de aanleg van de Noord – Zuidlijn, met pal voor de deur een groot metrostation, op en onder de grond.
Grond spoelde onder de panden weg
Bij de aanleg van het station Vijzelgracht ging het mis op 10 september 2008, toen de panden binnen een paar uur zo’n 23 centimeter verzakten. Dat gebeurde toen de voegen in de betonnen damwanden van de Noord/Zuidlijn lek bleken. Daardoor stroomde water en een deel van de zandlaag waarop de woningen waren gefundeerd, onder de panden weg. Een gevaarlijke situatie, waarbij de bewoners direct het pand moesten verlaten, sommigen door middel van een ladder uit het raam omdat de deuren niet meer open konden.
De gemeente Amsterdam kocht vervolgens de verzakte panden aan de Vijzelgracht van de particuliere eigenaren. Deze werden daarna door de gemeente weer rechtgezet. Dat gebeurde met hydraulische vijzels, vastgemaakt aan de funderingspalen en zo werden de vloeren gelift. Omdat de panden heel ongelijkmatig waren verzakt, vereiste de operatie precies manoeuvreren. De vijzels waren computer gestuurd, elk moment werd berekend hoe groot de druk op alle delen van de panden was. Gelukkig was de fundering al preventief verstevigd vanwege de aanleg van de metro; betonnen palen onder een vloer van gewapend beton. Alle palen stonden duidelijk op tekening en konden na de verzakking worden opgespoord. Ze werden weer in de stabiele zandlaag gedrukt en de betonnen plaat werd opgevijzeld.
In 2010 bood de gemeente de panden aan Stadsherstel aan ter verdere restauratie. De schade in de panden was niet zo zeer ontstaan door het verzakken en terugduwen, maar doordat er veel stutconstructies door de panden heen bleken te zijn aangebracht. Zelfs dwars door een antiek aanrechtblad en trappen. Een aparte restauratieklus dus, zonder de gebruikelijke verborgen gebreken als rotte balkkoppen, zwam in daken of vergane vloerdelen. Er zat een pijpje van asbest in een schoorsteen, maar dat ging er zonder moeite (en met vergunning!) weer uit. De klus zat hem vooral in het snel weer bewoonbaar maken van de woningen.
Bronnen:
Amsterdamse Monumenten 3, wonen in het Noortse Bosch
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Delpher
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Architectenbureau Vroom
Restauratieaannemer: Hillen & Roosen