T
Tweede Weteringdwarsstraat 5, AmsterdamDe bovenwoning van dit in 1972 aan ons geschonken voormalige wevershuis wordt op dit moment gerestaureerd. Er zijn tijdens het bouwhistorisch onderzoek interessante vondsten gedaan, die veel vertellen over het oude gebruik van dit huis. Bekijk ook het filmpje van de bouwhistoricus.
Na het rampjaar was het voorbij
Het dubbelpand aan de Tweede Weteringdwarsstraat 5-7 is een van de ruim 200 wevershuisjes die in 1670 in deze buurt zijn gebouwd, als laatste poging van de stad om de kwijnende textielindustrie te stimuleren. De stad Amsterdam gaf hiervoor opdracht aan een aantal Instellingen: het Burgerweeshuis, de Gasthuizen en het Leprozenhuis. Deze instellingen moesten de huizen laten bouwen op grond die hen gratis ter beschikking werd gesteld, in het ‘Noortse Bosch”.
Vervolgens moest men de huizen verhuren. Alleen wevers, spinners en andere vaklui uit de textielindustrie zouden in de huisjes mogen wonen. Het pand Tweede Weteringdwarsstraat nr. 5-7 (toen overigens nog ‘Middelstraat’ geheten) viel onder het beheer van de Gasthuizen en kreeg nummer G49.
Maar, de mooie plannen van de stad en de haar instellingen vielen helaas in het water. Het rampjaar (1672) en andere zaken gooiden roet in het eten. De verhuring van de huisjes verliep slecht. De huurders hadden veelal weinig geld en verhuurden op hun beurt zelf weer kamers door, voor extra inkomsten. De houten planken van de zolder en de bedsteden werden opgestookt. De huizen raakten uitgewoond en in verval. Het grote project werd een mislukking.
Met boven een weefruimte
Het pand is oorspronkelijk gebouwd als een bovenwoning met weefruimte en een benedenwoning. Na het mislukken van dit woonproject voor de textielindustrie is het pand opgedeeld in meerdere kleinere werkmanswoningen (18e eeuw). Tevens wordt een achterhuis op de open plaats toegevoegd. Vervolgens staan er tot aan het einde van de 19e eeuw geen verdere verbouwingen in de archieven, maar dan wordt het pand flink uitgebreid. Zo krijgt het achterhuis een zolder met mansardedak, en wordt de stoep met deurpartij in de voorgevel aangepast (bouwfase 3).
In het begin van de 20e eeuw vinden ook nog verbouwingen plaats, waaronder het verhogen van het tussenstuk tussen voor- en achterhuis en het verhogen van het achterste deel van nummer 7. En na aanschaf van het pand door Stadsherstel in de jaren ‘70 van de vorige eeuw, worden verbouwingen uitgevoerd om het pand geschikt te maken voor verhuur in delen.
Vijf á zes weefgetouwen
In het Stadsarchief zijn, naast het bestek, twee (praktisch dezelfde) ontwerptekeningen van de wevershuisjes bewaard gebleven, waardoor we een goed inzicht kunnen krijgen van de vroegere indeling van het pand. Het pand bestond uit een benedenwoning (sousterrain) en een bovenwoning. Op de 1e verdieping (dus in het bovenhuis) was de weefkamer, met ruimte voor 5 á 6 weefgetouwen. De voor die tijd opmerkelijk grote ramen moesten zorgen voor voldoende lichtinval in deze werkruimte.
Het huis had oorspronkelijk kruisvensters. Die zijn te zien op de ontwerptekening en in het bestek wordt meermaals gesproken over ‘kruijscousijns’. Ook wordt er in het bestek gesproken over bolkozijnen (kozijnen met een lichtopening en een luik naast elkaar). Alle vensters moesten aan de boven- en onderzijde een rollaag krijgen.
Verbouwing van huistype 1
In 1725 vertrok de kwijnende textielindustrie uit de wijk. Gelijk daarna werden de inmiddels vervallen wevershuisjes omgebouwd tot ‘normale’ eenvoudige werkmanswoningen, die uit één of twee kamers bestonden.
De bekende Amsterdamse monumentenzorger Zantkuyl ontdekte dat dat niet individueel per huis gebeurde, maar dat telkens groepjes huizen tegelijk, volgens een vaststaand ontwerp, werden verbouwd. De ruim 200 gelijke wevershuisjes werden nu verdeeld in zes verschillende types. Overigens werden binnen de types soms wel enkele incidentele veranderingen in een pand gemaakt. De Tweede Weteringdwarsstraat 5-7 valt onder wat Zantkuyl definieert als huistype 1. Bij dit type werd het oorspronkelijke pand op de beletage opgesplitst in aan de ene zijde een breed deel en aan de andere zijde een smal deel. Het brede gedeelte (groen) werd bij dit type vaak gesplitst in twee kamers: een voorkamer en achterkamer, welke gebouwd werd op de voormalige ‘open plaats’.
Bij het verbouwen van de oorspronkelijke wevershuisjes, in ca. 1725, zijn de kruisvensters omgebouwd tot schuifvensters, een nieuwe uitvinding die sinds het einde van de 17e eeuw in ons land werd toegepast. De schuifvensters in de voorgevel ter hoogte van de beletage zijn iets uit het stramien opzij geschoven.
Stadsherstel begeleidt jaarlijks vele stagiaires. Stagiaire Cedric van Coblijn ging tijdens zijn stage langs verschillende monumenten van ons. Zo ook langs dit wevershuisje, waar op dat moment juist bouwhistorisch onderzoek plaatsvond. Hij maakte daarvan een filmpje.
In het filmpje vertelt bouwhistoricus Jacqueline de Graauw over haar (voorlopige) bevindingen over dit wevershuisje. Ook vertelt zij over haar eigen functie als bouwhistorisch onderzoeker en wat er van haar verwacht wordt. Samen met Jacqueline neemt stagiair Cedric vervolgens een kijkje in het pand.
Tweede Weteringdwarsstraat 5 wordt in 2024 gerestaureerd. Er wordt weer een woning in gerealiseerd voor mensen op onze wachtlijst.
Bronnen:
Bouwhstorisch onderzoek Jacqueline de Graauw
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher