TBC-huisje
Hoofdweg 1327, Nieuw-VennepIn de siertuin van onze Margaretha’s Hoeve, een plek waar ouderen met geheugenproblemen wonen, staat een zogenaamd tbc-huisje. Bij de aankoop in 2018 is het zwaar vervallen. Onder andere dankzij onze Vrienden kunnen bewoners hier nu heerlijk een kopje thee drinken. Ontdek waartoe dit soort huisjes oorspronkelijk dient en waarom het kan draaien.
Patiënten liggen soms maanden in een tbc-huisje te wachten
Vóór de Tweede Wereldoorlog is tbc een veel voorkomende en slecht te behandelen ziekte. De enige remedie in die tijd is goed eten, frisse lucht en veel rust. De patiënten gaan voor genezing naar een sanatorium waar men overdag buiten op de veranda ligt of binnen in een lighal. Het verblijf in zo’n sanatorium kost natuurlijk veel geld. Minder rijke mensen kunnen in een tbc-huisje op bijvoorbeeld het terrein van de kruisvereniging verblijven. Het staat veelal op plaatsen in Nederland met zuurstofrijke lucht. Herstel duurt lang en patiënten liggen vaak maanden of zelfs jaren in een tbc-huisje.
Tbc-huisjes staan ook wel in de tuin van patiënt of familie. Ze kunnen bij een kruisvereniging of sanatorium worden geleend, gehuurd of gekocht. De zuster komt eens per dag langs om de zieke te wassen en te verschonen. Zo gaat ze in een dorp of stad bij meerdere tbc-patiënten langs.
Rond 1950 overlijden in Nederland jaarlijks nog ongeveer 1300 mensen aan tbc. Door de vooruitgang van de medische wetenschap en antibiotica sterven thans in Nederland nog nauwelijks mensen aan tbc.
Van simpel tot juweeltjes
De tbc-huisjes worden meestal in serie gemaakt maar rijkere mensen laten ook wel een huisje ontwerpen door een architect of lieten ze bouwen door een timmerman. De vloeroppervlakte was in het algemeen minder dan 10 m².
Ze werden op een stalen onderstel met massieve wielen gemonteerd zodat ze met de zon mee kunnen draaien. Daardoor werd er optimaal gebruik gemaakt van de mogelijkheid om in de zon te liggen. De huisjes hadden veel glas met openslaande deuren en in de zijwanden ramen die tegenover elkaar open konden. Ze waren oorspronkelijk geverfd in een soort beige/room kleur. Door de kleinschaligheid ontstonden vaak juweeltjes.
Ons tbc-huisje is een prefab houtskeletbouw in de stijl van een Zwitsers chalet en komt waarschijnlijk uit Duitsland. Het is opgebouwd uit verticaal schotwerk met aan de buitenzijde een kraalprofiel. Aan de voorzijde kom je binnen via een dubbele schuifdeur met glas en is het oorspronkelijke hang- en sluitwerk nog aanwezig. In de rechter zijwand bevindt zich een dubbel omgekeerd T-venster waarvan het bovenlicht is voorzien van oker kathedraalglas. Aan de achterzijde zit een schuifluikje voor ventilatie – typisch voor tbc-huisjes. Het dak is versierd met geschulpte windveren met klossen en een verbindingsstuk, makelaar genaamd, in chaletstijl.
Men was terughoudend met te vertellen dat men tbc had
Dat men een tbc-patiënt in huis had werd niet aan de grote klok gehangen en men was er zeer terughoudend over om dit binnen families rond te vertellen. Vandaar dat het oorspronkelijke woord “tering” via tbc uiteindelijk tb werd. Echter door de lange duur van herstel – soms meer dan een jaar – ontkwam familie er niet aan dat het bekend werd. Er werd echter nauwelijks over gesproken.
Ons tbc-huisje is volgens Lydia Immink Bulk, de laatste eigenaar van de boerderij, eind 19e eeuw door haar overgrootvader neergezet. De familie van Lydia bezit de boerderij sinds 1886. Haar overgrootvader gebruikt het als theehuisje. “Het is in de polder nogal winderig en in het huisje kun je uit de wind en met de zon meedraaiend van een kopje thee genieten. In de zomer komt er familie van overgrootmoeder vanuit Den Haag logeren. Ze zijn licht astmatisch en als het in de stad niet meer te doen was, komen ze van de frisse lucht in het tbc-huisje in Nieuw-Vennep genieten.’’ Vanaf 1957 woont de moeder van Lydia op de boerderij. Het huisje wordt dan wit geschilderd en vastgezet.
Het uitpluizen van details is geweldig. Aan de zijkant zat kathedraalglas, door oude foto’s te bestuderen zie je dat de glasstructuur aan de voorkant verschilde. Dat kathedraalglas heeft dus ook voorop gezeten en dat is nu teruggebracht.
Dit soort huisjes komen vaker voor in groene gebieden, maar ze beginnen steeds zeldzamer te worden. Voor Stadsherstel is het daarom duidelijk dat dit vervallen maar wel wonderschone huisje gerestaureerd moet worden. Dankzij de Vrienden van Stadsherstel en de J.C. Ruigrok Stichting komt het benodigde geld bij elkaar. Zo kan restaurateur Paul Kemper samen met leerling Jasper van der Beek aan de restauratie van dit authentieke tbc-huisje beginnen. Ze beginnen met het schoon branden en ontrafelen van alle sporen op het grotendeels vergane hout. Wanneer het huisje weer goed in elkaar zit wordt het voorzien van zijn authentieke kleuren, groen met wit.
Het tbc-huisje van de Margaretha’s Hoeve is nu een mooie plek waar de bewoners van De Drie Notenboomen (het zorgconcept van de Herbergier): heerlijk uit de wind kunnen genieten van een kopje thee.
Bronnen:
www.tbchuisjes.nl
Bouwhistorische verkenning van Bureau Helsdingen
Interview met Lydia Immink Bulk (dec. 2017)