Stoombootweg 17
Stoombootweg 17, AmsterdamDit woonhuisje aan de Stoombootweg namen wij over van Stadsdeel Noord. Het is prachtig gelegen aan een watertje en bereikbaar via een bruggetje en het herinnert aan de oorspronkelijke karakter van Landelijk Noord waar steeds meer van de vroegere bebouwing plaats heeft gemaakt voor nieuwbouw.
De autobus nam de plaats van de boot in
De pittoreske Stoombootweg leidt naar de plaats aan de Landsmeerdijk waar vroeger de aanlegsteiger van de stoombootdienst op Amsterdam was.
Tussen 1863 en 1945 waren er in Amsterdam een groot aantal stoombootdiensten in bedrijf, zowel voor het vervoer van passagiers en goederen als voor het slepen van schepen. Dit was eind 19e eeuw de gebruikelijke wijze van vervoer en werd uitgevoerd door particuliere stoomrederijen, tot de gemeente Amsterdam rond 1890 zelf stoomboten en paardentrams begon in te zetten voor openbaar vervoer.
Ook naar de Landsmeerderdijk was een dergelijke stoombootdienst operationeel tussen 1867 en 1935, hoewel de populariteit snel daalde nadat in 1921 de veel snellere Eerste Noord-Hollandse Autobus Onderneming (ENHABO) een busdienst begon tussen Amsterdam en Landsmeer.
In die tijd behoorde de Stoombootweg nog tot de gemeente Landsmeer. Bij de aanleg van de Ringweg A10 werd in 1966 het gebied binnen de Ringweg Noord toegevoegd aan de gemeente Amsterdam.
36 Huizen en 1 in aanbouw
Het huis op Stoombootweg 17 is prachtig gelegen aan het watertje en de kavel van maar liefst 575 m2 is bereikbaar via een bruggetje. Het bebouwde deel beslaat 188 m2, bestaande uit het woonhuis en een grote garage /schuur erachter die in 1935 verbouwd is.
Veel is niet bekend van de geschiedenis van het woonhuis. Zo is niet bekend door wie het is ontworpen of voor wie en wanneer precies. Bij verkoop schatte Stadsdeel Noord het bouwjaar op circa 1925. In het bouwarchief van het pand zien we een aanvraag voor de aanbouw van een bijkeuken in 1922. Het pand stond er toen dus al. Uit de volkstelling van 31 december 1920 blijkt dat er destijds 36 bewoonde huizen aan de Stoombootweg, toen nog Stoombootpad geheten, stonden, en één in aanbouw. Misschien is die laatste wel ons huis op nummer 17? De bevolking ter plaatse bestond destijds uit 136 personen, waarvan 67 mannen en 69 vrouwen.
Het was een dorp op zich met in de jaren vijftig vele kleine middenstanders, zoals de kruidenier in ons pand op nummer 4, een viswinkel, groenteboer met patatautomaat, paardenslager, boter kaas en eierenhandel en maar liefst drie melkboeren.
Ontstaan tijdens 16e-eeuwse dijkdoorbraken
Gelegen tussen de Landsmeerderdijk en de lintbebouwing van de Kadoelenweg en Stoombootweg ligt op ongeveer 3,5 meter beneden NAP de Wilmkebreekpolder. Het stond ook wel bekend als ‘het Meertje’ of ‘het fluwelen eindje’, zo genoemd vanwege de mooie en ook wel af stekende woningen, aldus A.A. Boeree in zijn boekje ‘Landsmeer in overgangstoestand’ (1955).
Met alle foeragerende en broedende vogels is de Wilmkebreek een relatief onbekend en verrassend stukje van het oude landelijke noord. Het is dan ook een provinciaal monument. Hoe idyllisch nu ook, het is ooit ontstaan tijdens enkele van de vele doorbraken van de zeedijk langs het IJ en de Zuiderzee. In 1512 en 1518 spoelde veel veengrond achter de dijk nabij Kadoelen weg. Hierbij ontstond een laagte, die na de vloed gevuld bleef met water. Het doorbraakgebied werd de ‘Wilmkebreek’ genoemd, een herinnering aan de toen reeds lang overleden graaf Willem VI (1365-1417), een van de rijkste en machtigste bestuurders die na een turbulent leven overleed aan de complicaties van een hondenbeet.
Ook in 1916 is het weer raak met wateroverlast in dit gebied: krantenartikelen maken melding van de bocht van het Stoombootpad die zo goed als verdwenen is, stukken weg zijn weggespoeld, deuren en planken van huizen zijn weggeslagen en hekpalen losgewoeld.
De gemeente Amsterdam had in de tweede helft van de 20e eeuw een aantal verspreid liggende panden in landelijk Noord aangekocht voor verschillende infrastructurele projecten zoals de aanleg van de Ringweg A10, een busstation en een recreatiegebied. Niet alle plannen werden uitgevoerd of uitgevoerd zoals gepland. Voor de woningen waarvoor geen bestemming meer was, veelal in verhuurde staat, zocht Stadsdeel Noord in 2002 een betrouwbare partij die ze met zorg kon beheren. En zo namen wij 18, verspreid in Landelijk Noord liggende, erven en opstallen over. De huidige huurders konden in de panden blijven zolang zijzelf wensten, zoals altijd het uitgangspunt van Stadsherstel is. Intussen worden de panden goed beheerd en onderhouden.
Vanaf het begin hebben wij de mogelijkheid open gehouden om panden, zeker waar het geen monumenten betreft, weer af te stoten. Zo kunnen wij ons richten op de restauratie van de meer monumentale panden uit de overname.
Intussen is er meer waardering gekomen voor de bewaard gebleven bebouwing en wil de samenleving zelf ook graag dat die behouden blijft voor toekomstige generaties.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Hoogtij van de Stoomboot, het Stad- en Streekvervoer in de periode 1839-1940
Delpher
Herinneringen aan het Meertje, Jan Prins in Croosduyker 45, Oudheidkundige Vereniging Landsmeer, jaargang 43, nummer 45, 2017
Stadsarchief Amsterdam
Wilmkebreek.nl