Sint Annenstraat 14
Sint Annenstraat 14, AmsterdamHonderd jaar stonden de vier panden aan de Sint Annenstraat al op de lijst ‘te restaureren’. Toen wij ze kochten waren ze het wachten meer dan beu. Veel meer dan ruïnes waren het niet meer. Wat een geluk voor de stad dat we ze nog konden redden, als karakteristiek onderdeel van de middeleeuwse stad. Dat klinkt ons als muziek in de oren.
Het centrum van de lakenhandel
De Sint Annenstraat is een van de oudste straatjes in het middeleeuwse stadshart van Amsterdam. De oudste vermelding is in een document uit 1387, toen het straatje diende als verbindingsweg tussen de Warmoesstraat, een rivierdijk, en de Oudezijds Voorburgwal, aangelegd als verdedigingswal. Het hoogteverschil tussen de dijk en de wal is ook nu nog zichtbaar. De kavels achter de huizen van de Warmoesstraat werden in die tijd verlengd tot aan de Oudezijds Voorburgwal en de eerste bebouwing aan de Sint Annenstraat volgde.
In dit zogenaamde ‘Blaauwlakenblok’ tussen Warmoesstraat, Oudezijds Voorburgwal, de Sint Jansstraat en de Sint Annenstraat centreerde zich de lakenhandel. Ook de namen Zwartlakensteeg en Blaauwlakensteeg verwijzen nog naar die periode. De 16e-eeuwse Warmoesstraat was een voorname straat met grote woonhuizen. In de achtergelegen zijstraten bevonden zich vooral werk- en opslagplaatsen. Zo ook in de Sint Annenstraat.
Maar in de tweede helft van de 16e eeuw ontstond grote woningnood. Op elk beschikbaar stukje grond werden woningen gebouwd. Dit duurde tot ongeveer 1620 toen de hele buurt volgebouwd was en er niets wezenlijks meer zou veranderen: op de plattegrond door Balthasar Florisz uit 1625 zien we een stratenpatroon dat nog steeds veel gelijkenis vertoont met dat van vandaag de dag.
Vernoemd naar de moeder van Maria
De Sint Annenstraat heette vroeger Sint Annastraat en is vermoedelijk genoemd naar een heiligenbeeldje dat hier op een van de hoeken van de straat zal hebben gestaan. Anna was de moeder van de Heilige Maagd Maria, de moeder van Jezus Christus. De oudste vermelding van Sint Anna, die in de Bijbel niet voorkomt, is in het Proto-evangelie van Jakobus – die een zoon uit het eerste huwelijk van Jozef zou zijn – uit de 2e eeuw na Christus.
Volgens dit verhaal is het welgestelde echtpaar Anna en Joachim kinderloos. Hoewel zij volgens de wet van Mozes leven, wordt het offer van priester Joachim in de tempel geweigerd omdat hij geen kinderen heeft. Daarop vlucht hij met zijn kudde de woestijn in. Anna, die denkt dat hij dood is, doet haar beklag bij God en vraagt om een kind. Haar gebed wordt verhoord en een engel brengt Joachim op de hoogte. Bij terugkeer ontmoet Joachim zijn vrouw bij de Gouden Poort in Jeruzalem en kust haar. Het meisje dat Anna baart, Maria, wordt aan God gewijd. Als Maria drie jaar is wordt zij naar de tempel gebracht waar ze gevoed wordt door engelen. Op haar 12e wordt zij door de hogepriester uitgehuwelijkt aan de weduwnaar op leeftijd, Jozef. De rest, zoals ze dan zeggen, is geschiedenis.
“Prent de namen goed in het geheugen”
Eind 19e eeuw woont hier het gezin van vleeschhouwersknecht Daniel Scheick (geboren 1804). Met zijn vrouw krijgt hij vijf kinderen. Waarschijnlijk blijft de enige zoon Adam (geboren 1844) op dit adres wonen want in 1878 komen we een advertentie tegen waarin een A. Scheick op dit adres en een aantal buren vragen om een ‘rijke gave van hunnen Stadgenooten’ voor een gezin waarvan de vader door twee paarden is overreden en voorlopig geen dagelijks brood zal kunnen verdienen.
In 1898 wordt gunstig beschikt op het verzoek tot het oprichten van ‘eene smederij’ op dit adres door W.H.C. Brugman. Enkele jaren daarvoor in 1895 wordt hier nog een heel ander beroep uitgeoefend. De ‘Middernachtzendelingen’ die een algeheel prostitutieverbod willen, brengen het aantal prostituees in beeld en in het hele Sint Annenkwartier is er dan slechts één te vinden: op nummer 14. Jaren later is de reputatie van deze buurt wel anders.
Wie denkt dat ‘naming and shaming’ een fenomeen van deze tijd is heeft het mis. Ook in 1898 woont op nummer 14 metselaar P. Ott. Hij is een van de metselaars die niet deelneemt aan de werkstaking en dit wordt betreffende personen bepaald niet in dank afgenomen: in het bondsblaadje wordt gesproken van “onderkruipers die genegen (zijn) een Judasrol te vervullen” onder vermelding van naam en adres: “Een ieder wordt verzocht dit lijstje te bewaren en de namen goed in het geheugen te prenten; het kan te pas komen”.
Wandel langs deze panden
In 2024 kwam de Vriendenwandeling langs deze panden aan de Sint Annenstraat. Via de Oliphantsgang – normaal gesproken afgesloten – kon de gezamenlijke binnentuin worden bekeken en binnen konden de unieke 16e-eeuwse plafondschilderingen die wij tijdens de werkzaamheden op nummer 12 tegenkwamen worden bewonderd. Onze huurder, het NMF vertelde over de panden en hun organisatie.
U kunt deze of een van onze andere wandelingen op eigen gelegenheid doen.
Lange tijd was hier een stukadoorsbedrijf
Enkele malen moet de brandweer uitrukken voor een kleine binnenbrand: in 1890 is dit vanwege het vlamvatten van een schoorsteenmantel en twee jaar later is het weer raak, dit keer door onvoorzichtigheid met lucifers.
Meermalen wordt het huis, groot 83 centiaren, in de krant te koop aangeboden: in 1890 wordt D. de Bois eigenaar voor ƒ 4170,-. In 1910 betaalt H.A.M. Frankemolen ƒ 1000,- voor dit huis samen met Oudezijds Voorburgwal 108. Dat dit zo’n laag bedrag is kan worden verklaard door de onbewoonbaarverklaring een jaar eerder van de vier woningen op nummer 14. Het betreft maar liefst 129 woningen op dat moment, waaronder ook buurpand Sint Annenstraat 12.
Lange tijd zijn Sint Annenstraat 10-12-14-16 in gebruik als stukadoorsbedrijf, opgericht in de 19e eeuw door de uit Mettingen (Westfalen) afkomstige Grünning. Dit bedrijf gaat over van vader op zoon en heeft op zeker moment wel 70 werknemers. Eduard Grünning woont aan de Geldersekade 53.
Dit rijksmonument is een pand uit de 17de eeuw met ‘gekoppelde ontlastingsbogen’ boven het venster op de tweede verdieping. Deze bogen zijn bedoeld om de druk van het bovenliggende metselwerk te verdelen. Toen we het rijtje 10 t/m 16 in 1994 kochten van de gemeente was sprake van echte krotten, en gekraakt bovendien. Er was geen andere optie dan de panden te demonteren en alle waardevolle materialen op te slaan en na een zorgvuldige documentatie van de grond af aan weer te herstellen.
Op de begane grond is het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds (NMF) gesitueerd. Het NMF geeft hooggekwalificeerde muziekinstrumenten (meestal strijkinstrumenten) in bruikleen aan talentvolle musici. Ook heeft het fonds als doelstelling om de collectie muziekinstrumenten als onderdeel van het Nederlands cultureel erfgoed te beheren. Zo’n 430 musici spelen momenteel op een instrument van het NMF.
Voor meer informatie, zie de website van het NMF.
Uiteraard heeft deze organisatie alle begrip voor de repeterende muziekstudenten in de panden op nummer 10, 14 en 16, die daar – in geluiddichte woningen – gehuisvest worden door de andere huurder, het St. Pietersz. Huis.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amsterdam Cultuur-Historische Vereniging
Amsterdam Monumentenstad
Delpher
Open archieven
Parool
Stadsarchief Amsterdam
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Rappange B.V
Restauratieaannemer: Sikking B.V.