Reguliersgracht 63
Reguliersgracht 63, AmsterdamHeel bijzonder dat dit monument nog zo gaaf is gebleven. Het huis is eigenlijk een visitekaartje van de meester timmerman Zeeger Deenik die hier woonde en zijn kantoor hield. Vele ambachten zijn in dit pand vertegenwoordigd. Maar ook zijn er bijzondere details die vertellen over de Vrijmetselarij.
Bouwmeester Gosschalk had al veel bouwwerken op zijn naam staan
Kort voor architect I. Gosschalk in 1882 een nieuw huis ontwerpt voor deze plek wordt een twee eeuwen oud pand gesloopt dat is neergezet door huistimmerman Andries Cleaszn. Gosschalk is een van de grote architecten van zijn tijd; zo heeft hij onder meer sociëteit ‘De Groote Club’ aan de Dam (1872) ontworpen alsmede Reguliersgracht 57-59 (1879), voor dezelfde eigenaar als nr. 63. Ook het bekende Panorama gebouw aan de Plantage Middenlaan (1880), het station van Groningen en de gasfabriek aan de Haarlemmerweg zijn van zijn hand.
Gosschalk grijpt bij zijn ontwerpen terug op de schilderachtige en nationale bouwkunst uit de zestiende en vroeg zeventiende eeuw met hun trap en topgevels, afwisseling tussen baksteen en natuursteen en verspringingen in de gevel. Hij wil het stadsbeeld verrijken en verlevendigen omdat Amsterdam een deel van het pittoreske kwijtraakt. Grachten worden gedempt, huizen gesloopt en verkeersdoorbraken gerealiseerd. Stijlzuiverheid interesseert hem niet. Hij bepaalt het ontwerp aan de hand van het karakter van het gebouw en de stedenbouwkundige context en verwerkt dus meerdere stijlen in één ontwerp.
Schilderachtig Oudhollands met een link naar de Vrijmetselarij
Onze gevel is een vrije interpretatie van de schilderachtige Oudhollandse gevel. Het middeleeuwse is herkenbaar in de overkragingen in de gevel en de topgevel met windveren. Ook is de verstening van het houten huis te herkennen in de gevel. Het schilderachtige uit zich in de grote rijkdom aan kleuren en materialen, een levendige afwisseling van baksteenmotieven, veel beeldhouwwerk en gesneden details. Daarnaast zijn ook invloeden te zien van de contemporaine Engelse architectuur (de zogenaamde Queen Anne-stijl).
De ruime toepassing van hout in de gevel heeft waarschijnlijk te maken met de functie van het gebouw als privékantoor en woning van de meester timmerman Zeeger Deenik. Het pand is ontworpen als visitekaartje voor zijn firma. Op nummer 57-59 heeft Gosschalk eerder een werkplaats met woning voor hem ontworpen.
De opvallende kleuren rood en groen, neigend naar blauw in de gevel en op het plafond van de 2e verdieping verwijzen mogelijk naar de kleuren van de Vrijmetselarij waarvan Deenik en Gosschalk lid zijn wanneer ze dit pand bouwen. Ook kan de Engelse gevel verwijzen naar Engeland, bakermat van de moderne Vrijmetselarij.
Privékantoor en woning voor directeur Zeeger Deenik
De opdracht voor Reguliersgracht 63 is gegeven door de firma Z. Deenik & Zoon, timmerlieden, aannemers en makelaars en bestemd als woonhuis voor de directeur, meester-timmerman Zeeger Deenik (1844-1906), die het in februari 1883 met zijn gezin betrekt. Advertenties uit die tijd laten zien dat Deenik & Zoon er ook hun bedrijf had. Het rijk gedecoreerde interieur is waarschijnlijk bedoeld als “toonkamer” voor het ambachtelijke vakmanschap van dit bedrijf.
De “timmermansaffaire” van Zeeger Deenik (1782-1871) is sinds 1819 gevestigd aan de Reguliersgracht tot hij in 1979 failliet gaat. Van de firma is bekend dat zij ontwerpen uitvoert van vooraanstaande architecten, maar ook zelf ontwerpt, zoals Singel 418 (1913).
In 1918 verhuist de zoon van Zeeger, Willem Cornelis Deenik en wordt het pand verhuurd aan de familie Willemse; het makelaarskantoor verhuist naar nummer 57. In 1934 wordt nummer 63 verhuurd aan J. van der Lubbe-Krams die in herenkleding en stoffeerwerk doet. In 1972 is Deenik & Zoon van plan om Reguliersgracht 63 te slopen en samen te voegen met hun bedrijfspanden Reguliersgracht 57-59 en Kerkstraat 323-325. Gelukkig stemt de gemeente daar niet mee in en blijft het chalet aan de gracht bestaan.
Ook in het interieur lijken attributen verwerkt van de Vrijmetselarij. De kern van de Vrijmetselarij is een visie op leven en maatschappij als een te voltooien bouwwerk. De Vrijmetselarij bouwt in geestelijke zin aan de Tempel om een beter mens te worden. Dit doet hij in de werkplaats of loge en door deel te nemen aan rituelen en door met behulp van symbolische gereedschappen als koord, passer en winkelhaak de maat der dingen vast te stellen en de rechte verhoudingen te bepalen tot Opperwezen en medemens.
Reguliersgracht 63 bestaat uit een voor- en achterhuis met in het tussenlid het trappenhuis. Vanwege de krapte komt de trap deels in de kamer en vormt op alle verdiepingen en ronde wand. Op de begane grond zijn voor het bedrijf van Deenik een voor- en achterkantoor met toilet gerealiseerd. De keuken is in het achterhuis. Op de eerste verdieping zijn de ‘kamers aan suite’ en, boven de keuken, de ‘provisiekamer’. Bij de tweede verdieping staat ‘kamers’ en in het achterhuis ‘bergplaats’ aangegeven. Op zolder slaapt de meid achter en ligt voor de was opgeslagen die door een geheel te openen luik naar buiten wordt getakeld.
Het rijksmonument heeft een prachtig en gaaf 19e-eeuws interieur
Meestal streeft Gosschalk naar een meer persoonlijk eclectisch interieurontwerp, waarin de Hollandsche Renaissance vooral de grondtoon vormt. Het naturalistisch bladornament is op meerdere plekken in het pand toegepast. Naast het klassieke repertoire van acanthus-, ranken- en kandelaberornament gebruikt Gosschalk vaak het direct in de natuur waarneembare, Nederlandse bladwerk van eikenloof, lisdodde en wingerd. Het wingerdmotief komt voor op de kolommen van de schouw op de tweede verdieping, de plafondschilderingen op de 1e verdieping en de grille in de voordeur.
Het interieur is opmerkelijk goed bewaard gebleven. Het zijn stuk voor stuk vakwerkjes van beoefenaars van verschillende ambachten: houtsnijder, beeldhouwer, ornamentmaker, koper- en zinkslager, stucadoor en decoratieschilder. Het geëtste en daarna vergulde glas moet speciaal voor het huis zijn vervaardigd. Mogelijk ook de tegeltableaus met afbeeldingen van musicerende kinderen, pluimvee en de spreuk “Effen is slecht treffen” op de schoorsteenmantel van de tweede verdieping. De vrolijke tegeltableaus en sommige geschilderde decoraties verlenen het Oudhollandse interieur een zekere luchtigheid en zoetigheid.
In het plafond van de voorkamer van de 2e verdieping is in het snijwerk het gereedschap van kunstenaars en ambachtslieden afgebeeld. Ook sluiten de bijbehorende schuifdeuren, met beeltenissen van de zeventiende-eeuwse bouwmeesters Hendrick de Keyser en Jacob van Campen hierbij aan.
De restauratie van één van de belangrijkste woonhuismonumenten van Stadsherstel is voorbeeldig gedaan.
Restauratieatelier Rescura is rond 2000 op zoek naar een locatie om zich in Amsterdam te vestigen en sluit met Stadsherstel een financiële en huurovereenkomst om het pand te restaureren en daarna te gebruiken als kantoor en toonzaal in combinatie met woonhuis. Voor de restauratie geeft Stadsherstel opdracht voor een verkennend onderzoek. Daarbij wordt duidelijk, dat het bijzondere interieur van dit pand nog unieker is dan werd aangenomen. De oorspronkelijke kleuren, sjablonen en afwerkingen die door Gosschalk zijn toegepast zijn nog aanwezig onder een witte laag verf. Sommige onderdelen hoeven slechts te worden ontdaan van die witte laag en een licht worden bijgewerkt/geretoucheerd terwijl andere delen opnieuw van op maat gemaakt sjabloonwerk worden voorzien. Er wordt gehout, gesjabloneerd en verguld zodat na drie jaar het Tweede Kamerlid voor het CDA, mevr. mr. drs. J.N. van Vroonhoven-Kok, in 2003 de officiële openingshandeling verricht.
De Vrienden van Stadsherstel hebben gezorgd voor de finishing touch. Zo hebben zij de lantaarn met arm en de ontbrekende stoephekjes teruggebracht.
Bronnen:
Amsterdams archief
Huizen van fortuin, Coert Peter Krabbe, Stoterkade Amsterdam.
Boekje Reguliergsracht 63 van Stadsherstel. Download HIER