De Gulde Wereld
Muiderstraat 24-26-30, AmsterdamVoor dit deel van de stad bebouwd werd, was hier het Franse Doolhof gevestigd. Een plek van vermaak met fonteinen en mechanisch bewegende beelden. Jaren later kwam een groot deel van dit terrein weer braak te liggen, dit keer werd de door de oorlog in verval geraakte bebouwing gesloopt. Gelukkig bleef dit pandje overeind, al zuchtte en kraakte het wel op z’n slechte fundering. We hebben het samen met zijn grote broer op de hoek weten te redden en nu toont het de oude stedenbouwkundige structuur in een sterk veranderde omgeving.
|
Aan de stadsranden was plaatsen van vertier en vermaak
In de Gouden Eeuw kon men voor vertier terecht in de pleziertuinen aan de rand van de stad. Veel herbergen hadden bij hun uitspanning een beeldentuin of doolhof. Het eerste publieke doolhof stond op de hoek van de Prinsengracht met de Looiersgracht. Kort daarna volgden er meer. Het was een commerciële aangelegenheid en met vernuftige attracties werd geconcurreerd om de gunsten van de bezoekers.
Buiten de St. Anthoniespoort ongeveer ter hoogte van ons huis aan de huidige Muiderstraat 24 was tussen circa 1637 en 1680 het Grote of Franse doolhof gelegen. In 1651 kwam het in bezit van een zwager van werktuigkundige en horlogemaker Philips Lingelbach. Deze laatste was verantwoordelijk voor het ontwerp van diverse mechanisch bewegende beelden. Volgens een beschrijving was hier een:
“Berg-werk van Rotsen en Schelpen, met inwendige klooven en uytsteekende spitzen verziert, hebbende daar in’t ronde eenige groote Beelden om staande; en wat laager Mercurius, met de Heydensche Godmaen, Juno, Pallas en Venus. De Water-drincker zich boven op den top gestelt hebbende, met een water-emmer nevens hem; alle te zamen met haar uytspritsende Water-straalen een aardige Fonteyn vertoonende.”
Van het doolhof is verder nauwelijks iets bekend; eind 17e eeuw moest het plaatsmaken voor de grote stadsuitbreiding van 1663.
Tot zeker 1791 draagt dit huis een wereldse naam
De Muiderstraat liep oorspronkelijk vanaf het centrum via de Muiderpoort richting de stad Muiden. De aanleg van de Plantage Middenlaan verkortte de Muiderstraat tot de Hortusbrug.
In 1674 verkopen Burgemeesteren en Thesaurieren van Amsterdam een blok erven tussen Muidergracht en St. Anthoniesbreestraat, Amstelstraat en Herengracht aan de parassim of ouderlingen der Portugese joodse natie.
Een jaar later koopt meester-timmerman Adriaen de Jonge meerdere erven in de buurt, waaronder dit erf voor f 304,-. De Jonge is niet de minste: hij is onder andere verantwoordelijk voor werkzaamheden aan de Oude Kerk en het Paleis op de Dam. In 1688 is het erf volbouwd en het huis krijgt een naam mee: ‘De Gulde Wereld’. Het houdt de naam tenminste honderd jaar, bij een verkoop in 1791 wordt nog gemeld dat ‘De Waereld’ in de gevel staat.
In 1734 woont hier Isaak van Abraham Palache, in 1727 in ondertrouw gegaan met Hester van Josua Henriques. Isaak is beunhaas. Het woord, afkomstig van het Nederduitse böhnhase, wordt nu gebruikt voor personen die een vak of beroep uitoefenen zonder daarvoor de benodigde opleiding te hebben, maar in de 17e eeuw was dit de term voor een kleermaker die geen lid was van een gilde.
25 Jaar kruidenierszaak O.R.T.
In 1791 verkopen de erfgenamen van Pallache, alias Van der Zee, huis en erf. Het huis kent in de 19e eeuw vele bewoners, waarschijnlijk huurders. Vanaf 1877 is hier kruidenier David Abraham Tak (1823-1903) gevestigd, met iedere week “versche aanvoer van boter en kaas”. Hij is gehuwd met Roosje Benjamin Nijkerk (1830-1904), met wie hij veertien kinderen krijgt.
In 1905 wordt een aanvraag goedgekeurd om in dit perceel een sigarendrogerij in te richten met een droogkamer voorzien van kachel in een gedeelte van het souterrain. Of op de begane grond de kruidenier blijft is onduidelijk, maar in 1911 wordt hier de vleeschhouwerij van Simon N. de Vries geopend: de Eerste Nederlandsche Electrische Fabriek van worstsoorten, fijne vleeschwaren en conserven. In 1913 worden er weer boter, kaas en eieren verkocht, nu door S.H. Hamburger. Zijn weduwe draagt in 1919 de zaak over aan dhr. H. van Dam, die het op dezelfde wijze zal voortzetten. In 1927 is de zaak overgedragen aan de firma Van Gelderen, die de “reeds 25 jaar O.R.T. bestaande zaak” tenslotte in 1936 zal verhuizen naar een andere locatie.
Deze zijde van de straat is gelukkig grotendeels intact gebleven
De straat heeft zwaar te lijden gehad van de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog kwam een groot deel van de veelal Joodse bevolking niet terug uit de kampen en de huizen waren geplunderd en van het hout ontdaan. In de jaren ‘50 en ’60 van de vorige eeuw werd de hele noordzijde van de Muiderstraat (oneven huisnummers) vervangen door nieuwbouw. Het moment werd aangegrepen om de straat te verbreden van 12 naar maar liefst 37 meter. De panden aan de zuidzijde, waaronder onze panden op de hoek van Nieuwe Herengracht 71 en Muiderstraat 24, bleven gespaard en zijn voor een groot deel in oude staat gerestaureerd.
Het pand op nummer 24 kwam in 1988 in ons bezit in het kader van de reddingsactie ‘bedreigde monumenten’. Sindsdien waren we in onderhandeling met de gemeente om ook het hoekpand – dat in deplorabele staat de omslag (ont)siert van het jaren 80 boekje ‘Vergeten Monumenten’ – te verwerven zodat we de restauratie in één keer zouden kunnen uitvoeren. Uiteindelijk zou dit ook noodzakelijk blijken alleen al vanwege de gemeenschappelijke bouwmuur en fundering. Allerlei factoren, waaronder een lastige ontruiming, asbest en een zeer lange koude-periode, zorgden voor vertraging en een complexe restauratie.
Toen we het pand aankochten was het vervallen: de voorgevel was ingepakt en de fundering was hard toe aan herstel. Het huisje heeft een brede klokgevel, waarvan een van de twee krulconsoles verdwenen was. De top is bekroond met een Lodewijk XIV ornament.
In 1905 is de woningpui met twee ramen en een deur vervangen door een winkelpui over de volle breedte. De rijke puibetimmering en fraaie winkeldeur uit die tijd zijn inmiddels verdwenen.
Ook is destijds de plattegrond van de begane grond en eerste verdieping ingrijpend gewijzigd, waarbij ook de oorspronkelijke trap is verwijderd.
Bij de gezamenlijke restauratie met het hoekpand aan de Nieuwe Herengracht is gekozen voor een nieuwe indeling, waarbij de entree van de bovenwoningen zich in het hoekpand bevindt en het trappenhuis aan de achterzijde tussen beide panden in.
In 1995 was de restauratie gereed – op wat puntjes op de i na – en konden de beide panden van de lijst van bedreigde monumenten af. Het biedt plaats aan twee mooie woningen en het Taalhuis, een huis voor mediterrane talen in hartje Amsterdam.
Op een zwakke plek waar al veel oude bebouwing verloren was gegaan hebben we met het redden van dit hoekensemble een deel van de oude stedelijke structuur kunnen behouden.
Wij zijn hier echt onderdeel van deze mooie buurt. Cursisten lopen makkelijk naar binnen en in de zomer kunnen we de tafels buiten zetten. Het is precies het ‘huis’ waar we voor ons Taalhuis naar op zoek waren!
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Beschrijvinge van Amsterdam, T. van Domselaer e.a. (1665), opvolging Isaac Commelin
De Amsterdamse doolhoven. Populair cultureel vermaak in de zeventiende eeuw, Marijke Spies (2001)
Delpher
Erfgoedstem
Ons Amsterdam
Stadsarchief Amsterdam
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, II. De gemeente Amsterdam, 1928
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Architectenbureau Rappagne
Restauratieaannemer: Bouwbedrijf Van der Waal