De Arent werd vastgelegd en bewaard in de ‘Kist Misset’

L

Laagte Kadijk 12

Laagte Kadijk 12, Amsterdam

De man die het erf op deze plek liet bebouwen gaf het huis zijn naam mee: ‘de Arent’. Deze vogel staat symbool voor het overstijgen van het aardse en voor ouderlijke zorg. Toen een jongeman na het overlijden van zijn vader ontspoorde, nam Arent in diens plaats die ‘ouderlijke zorg’ flink serieus in een poging hem weer in het gareel te krijgen. Misset legde de arend in de gevel rond 1900 vast: een papieren herinnering aan een eeuwenoude geschiedenis.

1723
Volbouwd
Ca. 1940
Nieuwbouw
1997
Stadsherstel eigenaar
1997
Restauratie
Nu
Woningen
1723
Erf 7 in park C

‘De Vlugt van Egipten’

In 1722 werden de erven in park C aan de Nieuwe Rapenburgerstraat uitgegeven. Het erf met nummer 7 (Laagte Kadijk 12) ligt ten oosten van de erven 5 en 6 waarop drie huisjes zijn gebouwd, waaronder het latere nummer 11. Van overdrachten van dat huis weten we dat de belending aan de oostzijde – dit huis dus – in elk geval vanaf 1724 in eigendom was van een zekere Arent Berts. Tussen 1736 en 1754 wordt bij verkoop van nummer 11 bovendien vermeld dat het huis staat naast ‘De Vlugt van Egipten’.

Dit moet haast wel dit huis zijn: Arent kocht namelijk in 1719 een huis aan de Nieuwezijds Voorburgwal, eveneens ‘De Vlugt van Egipten uithangend’. Het huis aan de Nieuwezijds verkoopt hij weer in 1721.

Arent is op dat moment al voor de tweede maal getrouwd: uit zijn eerste huwelijk van 1701 heeft hij drie zonen en een dochter. Zijn tweede vrouw met wie hij in 1720 is getrouwd, zal overlijden in januari 1723. In december van datzelfde jaar is Arent voornemens om voor de derde keer in het huwelijksbootje te stappen, met Maria de Haas. Maar de akte is doorgehaald met de melding ‘niet gecompareert’. Wat zich precies heeft afgespeeld zullen we wel nooit weten.

Familiebanden
Ontspoorde zoon

… “Dogh alles tevergeefs”

Maar in 1726 trouwt Arent met Maria Temminck. Dit moet bijna wel dezelfde Maria zijn want een ander door Arent gekocht huis wordt in 1760 door de erfgenamen verkocht aan ene Bartholomeus van Lanck en laat Maria de Haas nu eerder – in 1690 – gehuwd zijn geweest met een Bartholomeus van Lanck: mogelijk is de koper een nazaat?

Echter, in 1726 staat bij Maria vermeld dat haar eerdere man Hendrik Milius was. Mogelijk is dit haar tweede echtgenoot geweest, want inderdaad is zij in 1715 in ondertrouw gegaan met Hendrik, die eerder weer gehuwd was met Catrina Berts, familie van Arent?

Zo is een aantal families met elkaar verweven. Hendrik was waarschijnlijk weer familie van Coenraad Milius, getrouwd met Aaltje Bartels. Coenraad is overleden in 1735. Kennelijk heeft dit grote gevolgen in het gezin want in 1738 is er een bijzondere verklaring uit naam van Arent en Jan Berts met betrekking tot (een andere) Hendrik Milius. In dit geval gaat het vermoedelijk om de dan 18-jarige Bernardus Henricus, tweede van zes kinderen van Aaltje en Coenraad en die inmiddels “al seedert drie jaaren een gansch buijtenspoorige leevenswijze” leidt. Op verzoek van de weduwe Bartels hebben de heren Berts haar zoon bestraft voor liederlijk gedrag, “dogh alles te vergeefs”.

Huisnaam
Den Arent

De goddelijke arend waakte over de vluchtende Israëlieten

Historische foto’s van dit oorspronkelijke pand zijn helaas niet bewaard gebleven, maar wel is er een schets van de hand van H.M.J. Misset met daarop de gevelsteen ‘Den Arent’. De huisnaam is naar alle waarschijnlijkheid een verwijzing naar de eerste eigenaar en bouwmeester. Op de steen staat een arend met gespreide vleugels; met eikenblad als achtergrond en met het jaartal 1723.

Zo had dit huis dus twee aanduidingen, die ook nog met elkaar gelinkt kunnen worden. De vlucht uit Egypte (Hebreeuws: יציאת מצרים, Jetsi’at Mitzrajiem) of exodus (Grieks: ἔξοδος; exodos, ‘weg uit’) is het verhaal uit de Hebreeuwse Bijbel over het vertrek van de Israëlieten uit het oude Egypte. God gebruikte als beeld voor zijn zorg voor de Israëlieten dat van de arend die “over zijn jongen zweeft, zijn wieken uitspreidt, er een opneemt en draagt op zijn vlerken”. Zowel in oude beschavingen als Egypte en het Romeinse Rijk, als in het Christendom wordt de arend vaak geassocieerd met godheden en goddelijke boodschappers, met ouderlijke zorg en met het overstijgen van aardse zorgen.

Misset
Een kladje

Bij brand eerst de kist de deur uit!

Hermanus Marie Johannes Misset (1875 – 1958) volgde zijn opleiding aan de Amsterdamse tekenschool en werkte sinds zijn 15e als huisschilder en behanger-decorateur. Bekend werd hij van de stadsgezichten, die hij als bijverdienste ging schilderen. Ruwe schetsen, veelal van bouwkundige details zoals puien, profiellijsten en gevelstenen, waren bedoeld als studie- en werkmateriaal die hij gedeeltelijk later uitwerkte in tekeningen en aquarellen.

Die circa 1000 topografische schetsen uit de periode circa 1898-1953, vaak voorzien van aantekeningen, maakte Misset op het papier dat hij toevallig net bij de hand had, ongeacht formaat of kwaliteit. Ze werden gerangschikt naar de 19e-eeuwse buurtindeling bewaard in een houten kistje van 34,5 x 26 x 22,5 cm: de ‘Kist Misset’. Het was zijn dierbaarste bezit, zo blijkt wel uit zijn woorden: “Bij brand het eerst de kist de deur uit!”. Het Gemeentearchief Amsterdam, tegenwoordig het Amsterdamse stadsarchief, was een van de opdrachtgevers en na zijn dood heeft het archief de Kist in 1967 verworven en opgenomen in de collectie.

Dankzij Misset hebben wij tenminste een glimp van hoe de vroegere gevel van Laagte Kadijk 12 eruit heeft gezien.

Onbewoonbaar
Zeven woningen

De crisisjaren waren hier goed voelbaar

In 1733 verkoopt Arent een ‘huis en erf alsmede een leeg erf, in park C’ van de Nieuwe Rapenburgerstraat. De koper is Barend Rijck. In 1782 is het huis in eigendom van Maria Reijken, mogelijk een nakomeling.
Arent is in 1753 voor de derde maal weduwnaar, zo ontdekken wij bij de verkoop van een huis met pakhuis elders in de stad met De Arendsberg in de gevel (opnieuw een verwijzing naar zijn naam), en overlijdt zelf in 1759.

Bij verkoop van het huis in 1891 blijkt dat hier ‘sedert onheugelijke jaren een Melkslijterij’ wordt uitgeoefend. Het huis heeft zes afzonderlijk verhuurde bovenwoningen, een pakkelder en een open plaats. H. Meekhof jr. koopt het pand voor ƒ 4075,-.
Er zijn maar liefst 3 schoorsteenbranden tussen 1890 en 1897 en enkele maanden na de laatste wordt er ook nog eens een kleine binnenbrand geblust. In 1932 is er wederom een schoorsteenbrand.

In 1909 worden de zeven woningen onbewoonbaar verklaard met daarbij de vermelding dat het géén grensgevallen betreft. Tegen dit besluit wordt alsnog meerdere malen geprotesteerd. Met een aantal verbeteringen zouden de woningen weer bewoonbaar kunnen worden gemaakt, bijvoorbeeld met het plaatsen van een privaat en gootsteen in de benedenwoning. Het lijkt effect te hebben want nog in de crisisjaren dertig vinden we op 1- en 2-hoog bewoners terug: twee dames die zich inzetten voor sociaal-democratische vrouwenclubs en bladen als ‘De proletarische vrouw’ lezen. Van Spaanstra, die tenminste tussen 1931-1937 op 2-hoog woont weten we dat haar man ‘werkloozensteun’ geniet.

Rol van Stadsherstel
Op de koffie bij de buren

In 1941 wordt een mooi 2e bovenhuis te huur aangeboden voor ƒ 4,20 p/wk. Spaanstra is dan inmiddels enkele jaren overleden. Bij een drastische verbouwing in 1938 is gekozen voor een ruimtebesparende oplossing: een gezamenlijk centraal trappenhuis met nummer 10-11, in de plaats van twee gescheiden opgangen naar de bovenwoningen. Ook zijn de voor- en achterkamers samengevoegd, waardoor per verdieping aan weerszijden van de centrale bouwmuur een tweekamerwoning met een aparte keuken en badkamer ontstond, een voor die tijd gebruikelijk woningtype.

In 1996 waren dit de laatste panden, samen met de zeven panden aan het Kadijksplein en de nieuwbouw op nummer 2, waarmee wij de grootschalige opknapbeurt van de Kadijken afrondden. Zoals altijd leverden de werkzaamheden in de binnenstad de nodige verrassingen op. Met name bij de achterbouwen bleken zich onverwachte raakvlakken voor te doen met belendingen. Zo kon het gebeuren dat bij het wegnemen van een keukenmuur de bouwvakkers plotseling letterlijk bij de buren op de koffie kwamen.

Dit laatste project ‘HoLaTuKa II’ leverde in totaal 27 woningen en vijf bedrijfsruimten op, waarmee de leefbaarheid van het eiland een enorme opkikker kreeg.

Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amsterdam Monumentenstad
Broeders in Christus
De ontwikkeling van het Kadijkseiland, 1999, Amsterdamse Maatschappij tot Stadsherstel, Barbara M. Luigies
Delpher
Huisnamen Amsterdam
Stadsarchief Amsterdam

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Henk Eissens
Restauratieaannemer: Vink Bouw BV
Constructeur: ing. A.T. Brands

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.