Kerkstraat 280
Kerkstraat 280, AmsterdamIn dit pand vestigt zich in 1883 een farmaceutisch bedrijfje dat Sulfas chinini, een grondstof voor het malariamiddel kinine, levert aan onder meer het Departement van Oorlog. Bij de restauratie van deze tweelingpanden kwam heel wat kunst- en vliegwerk kijken. Zo was de top van dit pand in zeer slechte staat en houtworm, inwatering en verzakking hadden veel schade aangericht. En het vliegwerk namen we wel heel letterlijk: de bouwketen werden uit de tuin over de huizen getakeld.
Een boterkoper is de eerste eigenaar… voor 3 dagen
Op 21 januari 1669 worden de erven op dit stuk van de Kerkstraat uitgegeven door burgemeesters en thesaurieën. Zowel erf nummer 79 als erf 80 worden op die datum verkocht. Het latere Kerkstraat 280 komt op erf 79 en waarschijnlijk gedeeltelijk ook op perceel 80 in verband met de smaldeling van de percelen van 22 voet. Boterkoper Joannes Henrickszn wordt voor ƒ 530,- eigenaar van erf 79 maar steenkoper Henrik Wouterszn van der Spelt neemt het binnen 3 dagen van hem over. De formele overdracht is in juni 1672.
In 1690 verkoopt Van der Spelt dit en andere aansluitende erven aan Kerkstraat en Prinsengracht aan meester-metselaar Hendrik Gerritszn van Dommelen en meester-timmerman Albert Teuniszn van der Sprong, die hier huizen bouwen. Nummer 280 wordt in december 1692 verkocht aan Jacob Jacobszn Knaap.
Jacomijntje erft het van haar vader Jacob en moeder Jannetje Spit en na haar overlijden komt het in handen van haar echtgenoot Matthijs Elfrink. Dochter Johanna Elfrink doet afstand van enige aanspraak op het perceel, waardoor het – bij het bereiken van zijn meerderjarigheid – eigendom wordt van haar zoon Matthijs Onstenk. Hij verkoopt het in 1758 voor ƒ 2750,- contant aan Jan Fredrik Ter Moolen.
De waarde schiet alle kanten op
Tien jaar later wordt het voor ƒ 6325,- aan Roeloff Schaay verkocht door Ter Moolen’s weduwe Hilletje Klaasje Faber en zoon Jan ter Molen, minderjarig maar in bezit van een meerderjarigheidsverklaring van de Staten van Holland en West-Friesland. Roeloff en zijn vrouw Joosje van Schermbeek zijn in 1738 op respectievelijk 31- en 32-jarige leeftijd getrouwd, dus zijn al in de zestig als zij het huis kopen en na hun overlijden laten ze het na aan hun dochter Helena Schaay. Als zij en haar echtgenoot Hendrik Posthumus het huis in 1785 verkopen, betalen de kopers daar ƒ 3425,- plus een schepenkennis – een schuld vergelijkbaar met een hypotheek – van ƒ 2500,- voor.
De kopers Anna en Emerentia Dom, beiden bejaard en ongehuwd, verkopen het vervolgens vijf jaar later weer, met winst: Johannes Bosschaard wordt in 1790 eigenaar voor ƒ 7000,-. Acht jaar later, in 1798, brengt het na zijn overlijden nog maar ƒ 3020,- op bij een openbare verkoop. De koopster, Elisabeth Nachenius, overlijdt reeds het volgende jaar en Casper Hendrik Seelekoop betaalt ƒ 3200,- voor het pand op de openbare verkoop.
Een farmaceutisch bedrijfje vestigt zich hier
In 1883 staat er een aankondiging in de krant dat J.L. Davids is verhuisd en het kantoor der firma Julius Meijer is verplaatst naar Kerkstraat 280. Het betreft hier Josef Lion Davids (1842-1909), in 1880 gehuwd met Sara Maria Kroon (1842-1932). In 1881 heeft het stel een zoon gekregen: Willem Davids. De firma hield zich kennelijk bezig met de farmaceutische industrie: in 1875 zien wij aanbestedingen met Julius Meijer als inschrijver voor het leveren van ‘sulphas chinini’ (een oplosbare, zwavelzure verbinding van kinine) aan het Departement van Oorlog bestemd voor ’s Rijks magazijn van geneesmiddelen. Jaren later, in 1909, gaat vader Davids met zijn zoon een vennootschap aan als makelaars in kinabast en aanverwante artikelen. De Kina of Quina (Cinchona) is een tropische plantenfamilie met een medicinale toepassing, vooral bekend als bron voor kinine.
Lang duurt de samenwerking niet, Josef overlijdt nog hetzelfde jaar. Moeder Sara overlijdt in 1932 ‘zacht en kalm’ te stichting Vogelenzang in Bennebroek. Zij stond toen onder curatele vanwege ‘zwakheid van vermogens’. Het huis wordt verkocht in 1899 voor ƒ 6500,-.
Koper is Kasper Karssen (1846-1906), hoofdboekhouder bij Perry & Co, waar hij twee jaar eerder 25 jaar in dienst was. Perry & Co begon als warenhuis en zou uitgroeien tot sportspeciaalzaak. Eerder woonde het gezin Karssen in ons pand aan de Keizersgracht 543.
Toen wij in 1961 eigenaar werden van Kerkstraat 278 en 280 gold een bestedingsbeperking. In de jaren vijftig was, als gevolg van loonstijgingen en belastingverlagingen, overbesteding ontstaan en dreigde de export in gevaar te komen. Vanaf 1957 moest deze bestedingsbeperking de ’tering naar de nering’ zetten. Zowel de inkomens van de burgers als de uitgaven en investeringen van de overheid werden gematigd. Bij het rijk ging het om een bezuiniging van f 200 miljoen. In eerste instantie zijn toen alleen de voorgevels partieel opgeknapt, om tenminste het straatbeeld van de Kerkstraat te verfraaien.
Uiteindelijk vond de grootscheepse restauratie van het pand in 2002 plaats. Het oorspronkelijke plan om in beide panden twee woningen te realiseren, werd in eigen beheer aangepast: nu is in elk pand één zeskamerwoning.
Meester-metselaar Van Dommelen en meester-timmerman Van der Sprong zouden eens moeten weten dat na zo’n 350 jaar hun klokgeveltweeling met segmentvormige frontons, tros- en bloemenversiering en aanzetvoluten in Hollands-classicistische stijl de Kerkstraat nog steeds verfraaien.
De geveltop bleek bouwkundig in zeer slechte conditie
De pandjes zagen er aan de straatzijde nog redelijk uit. Maar hoewel de top van Kerkstraat 280 ogenschijnlijk in een goede conditie verkeerde, bleek het metselwerk stapelwerk te zijn. Zowel voegen binnen als buiten waren volledig uitgeloogd.
Eerst zijn de bouwmuren gerestaureerd, vervolgens is de kap voorzien van beschot, zodat de top hieraan vastgemaakt kon worden. Hierna kon het metselwerk van de top pas worden gerestaureerd.
Ook achter de voordeuren wachtte ons een stevige klus. Zo lagen de balken bij de achtergevels 26 centimeter lager dan die bij de voorgevels. Per verdieping zijn de balkenlagen waterpas gelegd. Houtworm en inwatering hadden veel schade aangericht en het pand was bovendien op de scheidingsmuur tussen 278 en 280 naast de palen gezakt.
Bij de restauratie zijn een nieuwe keuken en badkamer geplaatst, zijn oude balken, kozijnen en de voordeuren hersteld en is de stoep deels hersteld en deels vernieuwd. De roedeverdeling in de ramen van nummer 280 is in de 19e eeuw aangepast volgens het voor die tijd kenmerkende T-raam. Bij de restauratie is dit gehandhaafd.
Vrienden bedankt
De Vrienden hebben bijgedragen aan de bovenlichten en de hekken van het souterrain.
Word ook Vriend en maak dit soort restauraties mogelijk.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amsterdam Monumentenstad
Delpher
J’adoube.nl
Parlement.com
Stadsarchief Amsterdam
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Planontwikkeling en Restauratie Stadsherstel
Restauratieaannemer: Hillen en Roosen B.V. Onderhoud & restauratie Amsterdam
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
Vereniging Vrienden van Stadsherstel