Kalverringdijk 10
Kalverringdijk 10, ZaandamDit huis, dat eens aan de Schoolstraat in Koog aan de Zaan stond, was een rijk koopmanshuis met een rustende Mercurius in de gevel. Maar het staat vooral bekend als het huis van juffrouw Albestel. De dorpsdichter schreef een gedicht van maar liefst 130 coupletten over haar.
Wijken voor Coentunnelviaduct
Het rijke koopmanshuis is in de kern vroeg-18e-eeuws, maar de voorgevel is vernieuwd in 1770 in classicistische stijl (Lodewijk XVI). Het moest in 1965 wijken voor de aanleg van het Coentunnelviaduct in het hart van Koog aan de Zaan. Het stond aan de Schoolstraat (nr. 1). Zelfs in zijn ontredderde staat, met buurhuizen rondom die reeds jaren op de sloop wachtten, had het huis Schoolstraat 1 zijn allure van rijk koopmanshuis weten te bewaren. Bij het demonteren van het pand bleek verrassend genoeg dat het uit twee woningen bestond die in het verleden waren samengevoegd. Zowel voor als na de samenvoeging waren de huizen stevig verbouwd. Zo waren kasten, bedsteden, gangen, trappen en portaaljes verwisseld en naar eigen inzicht ingrijpend gewijzigd.
Nu zijn verbouwingen in eeuwenoude historische panden niet ongewoon, maar bewoonster Stijntje Kluyver-Smit, de echtgenote en huisvrouw van koopman en verffabrikant Albert Kluyver, was in het begin van de 19e eeuw wel erg rigoureus te werk gegaan. Stijntje schijnt een zeer nukkig, recalcitrant mens te zijn geweest, een plaag voor haar omgeving. Ze veranderde voortdurend de indeling van het huis en ze bleef maar spullen bestellen… vandaar haar bijnaam. Zij inspireerde dorpsdichter Jan van der Jagt tot een spotdicht waarin hij haar als mejuffrouw Albestel opvoerde en in maar liefst 130 coupletten haar gedrag hekelde.
Dorpsdichter Jan van der Jagt
Een deel van het gedicht: “Mejuffrouw Albestel was lastig van humeur Niet slechts dat knecht of meid voor hare wil moest bukken Maar bakker, slager, boer, ja wie kwam langs de deur Geen mensch was hier bevrijd van juffrouws vreemde nukken. Dan had de keukenmeid het vleesch niet gaar gekookt Dan was de kachel weer te schielijk aangestookt Dan was het vloertapijt niet netjes opgeschuyert Dan had de kindermeid te hard met’/ kind gekuyert” enz. enz. ruim 130 coupletten lang, een aaneenrijging van droeve tractaten waarvan hier slechts drie volgen die betrekking hebben op het huis.
“Dan moet gij nog meteen gaan peggen Aan Gerrit Timmer dat hij kwam Om ‘f kleed op ’t kippenhok te leggen En ‘/ togtportaal maar weer wegnam. Dan is er ook lekkasje boven De pannen liggen weer niet regt Of anders is er een verschoven Zegt dus dat Vechter stuurt zijn knecht. Ik wou eens naar een stoepsteen vragen De tree voor ’t huis is al te groot Een ieder hoort men hiervan klagen Men stelt zich aan gevaren bloot.”
Verminkt houtskelet
Maar niet alleen Stijntje was stevig te keer gegaan in het huis. Ook in de loop van de 20e eeuw had een huurster danig huisgehouden. Het was aan de tussentijdse herstelwerkzaamheden van de stichting Zaans Schoon te danken dat het pand niet helemaal werd ontluisterd. Wat restte bij de demontage van het vroeg-18e-eeuwse huis was een verminkt houtskelet, de fundering van twee smuigers, een kelder, de afluiving en gegevens van een binnenpui met glazenkast.
Ook van het tweede huis werden het skelet, de kelder en de afluiving gevonden. De stenen voorgevel werd in zijn geheel, verpakt in een houten frame, overgebracht naar de Zaanse Schans. Het werd op een eigen eilandje geplaatst en is slechts te bereiken via het sierlijke bruggetje over de wegsloot. Deze bruggetjes mochten oorspronkelijk niet te laag zijn om de doorvaart van hooipramen niet te belemmeren. Op de Schans staat het huis gespiegeld ten opzichte van zijn oorspronkelijke ligging. Het bestaat uit een voorhuis dat dwars op de dijk is gesitueerd met daarachter (haaks op het voorhuis) het achterhuis met zijbeuk.
Gebouwd tussen 1700-1750 met een voorgevel uit 1770
Dankzij het sporenonderzoek naar de oorspronkelijke betimmeringen op de vloer en het plafond kon een gedetailleerde reconstructie van het interieur worden gemaakt. Dat gebeurde deels met authentieke materialen, want vele interieuronderdelen waren nog aanwezig, zij het veranderd, verplaatst of weggestopt onder lagen behang.
Zo zijn bijvoorbeeld de trap, kastenwand en marmeren schouw hergebruikt. De overige gebruikte materialen zijn afkomstig uit het magazijn van de stichting De Zaanse Schans. Het interieur bezit een gereconstrueerde dubbele smuiger en een authentieke trap en 18e-eeuwse kastenwand. De marmeren schoorsteen is echter authentiek en de kapspanten zijn hergebruikt. Op de zolderverdieping bevinden zich drie slaapkamers met kasten en bedsteden.
Bij de restauratie werd uitgegaan van de situatie rond 1770. In deze periode kreeg het huis een gemetselde voorgevel van helderpaarse klinkertjes met smalle voegen van 3 mm. De entree bestaat uit een rijk geornamenteerde paneeldeur, een zogenaamde dooddeur, en bovenlicht in de Lodewijk XVI-stijl, met een hardstenen stoep. Gecanneleerde Ionische pilasters flankeren de toegang. Boven het bovenlicht (tussen de kapitelen) is een polychrome voorstelling van een rustende Mercurius te zien.
Het object heeft architectuurhistorische waarde als voorbeeld van Zaanse houtbouw, een houten pand met een in latere tijd versteende voorgevel, en heeft tevens waarde als type koopmanshuis.
Het pand is cultuurhistorisch van belang als voorbeeld van de restauratieopvattingen in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw. Het verplaatsen van een pand om het te behouden, terwijl het uit zijn eigen context werd gehaald, was gebruikelijk. Deze opvattingen zijn typisch voor de Zaanstreek en hebben in grote mate te maken met het soort bouw, de houtbouw. Ook reconstructie was in die periode de gebruikelijke manier van restaureren.
Het pand is tevens cultuurhistorisch van belang als onderdeel van de Zaanse Schans, gebouwd in de jaren ’50 naar ontwerp van architect J. Schipper. In eerste instantie was de Zaanse Schans bedoeld om bedreigde panden uit de Zaanstreek te behouden door ze daar een plek te geven. De panden werden langs een dijk met paden geplaatst, zoals gebruikelijk in een 17e- of 18e-eeuws Zaans dorp. Zo is de Zaanse Schans een vroeg en zeldzaam voorbeeld van monumentenzorg.
Stadsherstel heeft een aantal jaren op 23 panden van de Zaanse Schans gepast en één pand gered door het naar de Zaanse Schans te verplaatsen. Wij adviseren hen nog steeds.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher