Julianastraat 56
Julianastraat 56, ParamariboDit is het eerste huis dat een zusterorganisatie van ons restaureerde aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. Het huis is gebouwd door het gezin van een Surinaamse timmerman. Lees meer over dit huis en waarom er ondanks twee stadsbranden zeer lang houten huizen in Surinaamse gebouwd werden.
De Julianastraat 56 is het eerste monument dat Stadsherstel Suriname in Paramaribo gerestaureerd heeft. Bij het schrijven van dit verhaal is zij bezig met het vijfde pand en hopelijk volgen er veel meer want dat is echt nodig. In 2011 is Stadsherstel Suriname opgericht, naar voorbeeld en met hulp van Stadsherstel Amsterdam. Onze collega Paul Morel heeft onder andere geholpen met het controleren van de bestekken en tekeningen en het Prins Bernhard Cultuurfonds droeg bij aan de restauratie van het 1e pand.
Wij adviseren onze zusterorganisatie aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. En helpen ze ook mee met het werven van fondsen. Zo hebben we al drie keer de Surinaamse Maanden georganiseerd in de Amstelkerk. Tijdens deze maanden proberen we donaties te werven voor behoud van Surinaams erfgoed en organiseren we lezingen waarbij de opbrengst ten goede komt aan Stadsherstel Suriname.
En mooie afspraak; de bewoonster kon blijven
Haar hele leven woonde Hildegonda Berkenveld (19-11-1929) in het door haar vader gebouwde huis aan de Julianastraat 56. De laatste jaren in een kleine ruimte onder het huis, zonder veel comfort. Het zat haar dwars dat het pand steeds verder achteruit ging. Omdat ze niet de financiële middelen bezat om het op te knappen, zocht ze hulp bij Stadherstel Suriname.
Wat haar betreft zou Stadsherstel het pand kopen, restaureren en verhuren. Voor zichzelf hoopte ze in dit plan op een klein woonhuisje achterin de tuin. Dat zou Stadsherstel wellicht voor haar kunnen bouwen. Stadsherstel vond dat ook een goed plan. Mevrouw Berkenveld was echter niet geheel eigenaar van het pand; gelukkig steunde haar neef het plan en verkocht zijn erfdeel aan Stadsherstel Suriname.
In 2013 rondde Stadsherstel de restauratie af. Na restauratie werd het voorhuis verhuurd aan een landmeters- en notariskantoor. En natuurlijk ging Mevrouw Berkenveld wonen in haar huisje op het erf. Door deze mooie afspraak met elkaar is een van de laatste authentieke Surinaamse houten woningen aan de Julianastraat behouden gebleven. Tot 2020 heeft mevrouw Berkenveld in haar huisje gewoond. Nu is het hele pand verhuurd aan iemand anders.
Gekocht van de Rooms Katholieke Missie
Laurens Henrij Johann Berkenveld, zoon van een Nederlandse vader en een Surinaamse moeder, zag het levenslicht op 8 december 1885. In 1908 trouwde hij Christina Sicilia Lynch. Zij kregen drie kinderen, waaronder Hildegonda Sicilia Theodora Maria Berkenveld. Laurens ging werken bij de Rooms Katholieke Missie. De Missie van de Rooms Katholieke kerk is het geheel van activiteiten die zorgen voor verbreiding van het evangelie in woord, sacrament en daad te midden van niet-christelijke volkeren.
Laurens ging bij hen aan de slag als timmerman bij de vele houten gebouwen. Het was geen gemakkelijk en veilig werk. Hij kwam vaak met bebloede benen thuis, nadat hij het harde hout ambachtelijk had bewerkt met een dissel.
In 1913 kocht Berkenveld een stukje grond aan de Julianastraat van de Rooms Katholieke Missie. Het gebied bestond grotendeels uit zwamp (moeras) en bos met kankantrie bomen (kapok). Berkenveld bouwde eerst aan de achterzijde een tijdelijk huis met een keuken, waterput en een koeienstal voor acht koeien. De verkoop van vlees en melk zorgde voor een aanvulling op het inkomen van de familie. Zo kon geld opzij worden gelegd voor de bouw van een nieuw huis aan de straatzijde.
Een huis op neuten
De bouwwerkzaamheden startten in 1922 ná werktijd. Berkenveld werkte tot twee uur ‘s nachts door. Zijn echtgenote steunde hem door bij te lichten met de olielamp en te helpen met balken sjouwen. Zijn oudste dochter Eugenia, destijds negen jaar oud, leverde haar bijdrage met schaven van de vensterbanken en het maken van de houten jaloezieën. In 1923 betrok de familie het huis, dat op neuten van 1,7 meter hoog staat. Berkenveld overleed in 1935, aan een ongelukkige val van een steiger.
Na zijn dood werd een deel van de woning verhuurd aan Nederlandse militairen gestationeerd op Fort Zeelandia. Moeder Berkenveld en haar twee dochters betrokken de bovenste etage. De open galerij werd afgesloten en van ramen voorzien. Hildegonda was tijdens haar werkzame leven dienstmeisje en later bejaardenverzorgster. Ze nam twee kinderen in huis. Een kweekje (pleegkind) en een neefje.
De brandbare stad en stadsbranden
Bouwen met hout is kwetsbaar, besefte men ook in Paramaribo. Grote stedenbranden in 1821 en 1832 zorgden ervoor dat regels rond bouwen met hout werden aangescherpt. Net als in Amsterdam trouwens. Het oude centrum is desondanks nog steeds voornamelijk opgetrokken in hout. Gebrek aan bakstenen was het probleem niet; vanaf eind 17e eeuw werden deze als ballast voor de schepen uit Nederland aangevoerd. In Paramaribo zelf bakte men ook steen. Maar door de snelle uitbreiding van de stad, de hogere kosten van baksteen, een tekort aan bekwame metselaars en het gewenste bouwtempo maakten dat de voorkeur bij hout bleef. Een andere reden daarvoor is waarschijnlijk de aanwezigheid van timmerlieden op de talrijke Hollandse schepen.
Ter dakbedekking gebruikte men materialen als pinabladeren, houten shingles, leien, gebakken dakpannen en tichels. In 1832, na de grote stadsbrand, werd voorgeschreven de daken met tichels of pannen te dekken. Gouverneur Sommelsdijck had al eerder aangegeven dat brandbare dakbedekking niet toegepast mocht worden. Uit het feit dat er nu nog steeds daken met brandbare dakbedekking bestaan, blijkt dat niet iedereen de regels opvolgt. Leien op de daken dateren van midden 19e eeuw. Eind 19e eeuw deed het gegalvaniseerde zink zijn intrede. Tegenwoordig is de golfplaat of zinkplaat populair zo ook bij dit huis aan de Julianastraat.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher
Aan dit project hebben meegewerkt:
Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname
Lafour & Wijk Architecten
Remas aannemer
Stadsherstel Amsterdam
Dit project is mede mogelijk gemaakt dankzij:
Het Prins Bernhard Cultuurfonds
Twinning subsidie
de ambassade van het Koninkrijk Nederland
Sosu
Yellow pages
De Surinaamse Bank
Interfund
Assuria beleggingsmaatschappij
Beyrouth Bazar
Hakrinbank
Surinaamse Assurantie Maatschappij Self Reliance