Hoogte Kadijk 62
Hoogte Kadijk 62, AmsterdamIn deze buurten veranderden de bewoners soms vaker van adres dan van jas, meestal gedreven vanuit armoede. Hoe makkelijk is het dan om mensen voorgoed uit het oog te verliezen? Gelukkig zijn er de monumenten, groot en klein, die de verhalen levend houden. Voor een van de oudste huizen van het Kadijkseiland liggen twee struikelsteentjes die herinneren aan het echtpaar dat langs vele woninkjes door de stad zwierf tot hun laatste halte, Sobibor.
De zwaar verpauperde Kadijken zijn in samenwerking met de gemeente in clusters aangepakt. Na een eerste betrekkelijk klein restauratieproject (het huidige Hoogte Kadijk 97 t/m 117 en Overhaalsgang 1) startten wij in 1991 met een omvangrijk project: HOLATUKA (Hoogte Laagte en Tussen Kadijken) I, dat voor ons de panden aan de Hoogte Kadijk 16, 18, 50, 52, 62, 64, 74, 76 en Tussen Kadijken 1, 3 en 5 (oude nummering) inhield. De panden verkeerden bij aankoop in een middelmatige tot zeer slechte staat, vooral de achtergevels van de aanbouwen.
De twee zeer smalle panden van elk nog geen 3.50 meter breed en met de oorspronkelijke huisnummers 62 en 64 waren onderdeel van een vierling. De eenvoudige halsgevels dateren uit het eerste kwart van de 18e eeuw en behoren daarmee tot de oudste huizen van het Kadijkseiland. Ze hebben een gebogen lijstvormig fronton met vulling, sobere klauwstukken, twee deuren en frontale stoepjes. Bij dit huis ontbrak de natuurstenen topgevel. Deze is hersteld.
De twee rijksmonumenten zijn samen gerestaureerd en horizontaal samengevoegd om op die manier een goede woningplattegrond te verkrijgen. Zo konden wij hier drie 3-kamerwoningen en een 4-kamerwoning realiseren met de huisnummers 62 A t/m D, huisnummer 64 is daarbij komen te vervallen. Aan de achterzijde zijn balkons aangebracht. De restauratie verliep voorspoedig en de panden werden zelfs eerder opgeleverd dan gepland.
Geen toestemming voor het huwelijk
Dit pand is een Joods Monument. In 1941 woonden hier koopman in ongeregelde goederen Abraham Rine (1896 – Sobibor, 1943) en Marianna Rine-de Boer (1899 – Sobibor, 1943). Het stel trouwde in 1920. Abrahams ouders waren het hiermee niet eens: bij de huwelijksakte is een proces-verbaal gevoegd waaruit blijkt dat de vader van de bruidegom “op de oproeping niet is verschenen en dat de moeder van de bruidegom bij hare weigering tot het geven van toestemming tot dit huwelijk is blijven volharden”. Mogelijk had dit te maken met het ‘onwettige’ kind Jacob (1918 – Mauthausen, 1942) dat de destijds 19-jarige Marianne kreeg met marktkoopman Isaac Aandagt. Jacob was vernoemd naar de vader van Isaac, met wie het niet tot een huwelijk kwam. Isaac zou in 1925 trouwen en de zoon die toen al onderweg was eveneens Jacob noemen.
Jacob groeide op bij zijn moeder en Abraham. Naast de zes halfbroers en -zussen die hij aan vaders kant zou krijgen, kreeg hij er drie van moeders zijde: Rachel (1920 – Auschwitz, 1942), Clara (geboren 1921) en Salomon (1925-1976). De laatste twee zouden de oorlog overleven.
Meer woningen dan levensjaren
Jacob werd marktkoopman en trouwde in 1940 met Celina Swaab (1923 – Sobibor, 1943), een heel jong bruidje van net 17. Hun twee kinderen overleefden de oorlog. De zoon zat in de laatste trein vanuit Westerbork en was een van de Gruppe Unbekannte Kinder.
Dochter Rachel werd buffetjuffrouw en trouwde – zes maanden zwanger – in 1937 met de niet-joodse Johannes (Joop) Gerardus Arts (1919), destijds acrobaat van beroep. Het huwelijk hield geen stand. Joop werd als soldaat van het 5e Regiment Infanterie in mei 1940 krijgsgevangen gemaakt en in juni vrijgelaten. Wat is voorgevallen is niet te achterhalen, maar eind 1940 werd de scheiding uitgesproken. Zoon Peter groeide op bij zijn vader en (later) stiefmoeder en zou de oorlog overleven.
Rachel woonde niet op de Hoogte Kadijk, maar ze heeft meer adressen op haar naam staan dan aantal jaren dat ze mocht leven: 23 in totaal. Elf adressen deelde ze met haar ouders en (half)broers en zus; na haar huwelijk had zij nog eens twaalf adressen. Ongebruikelijk was dit in die jaren niet bij de armere lagen van de bevolking. Vaak was er sprake van huurachterstand waarna de huurders door de huisbaas uit hun woning werden gezet.
Gevangen in het Oranjehotel
Het laatste adres voor het uitspreken van de echtscheiding van Rachel is aan de Warmoesstraat 57 1-hoog; in februari 1942 is dit 2-hoog. Hier, boven een café gelegen, woont ook Henderikus Jacobus Warner Teuben.
In 1941 is sprake van een gevecht tussen de beide partners, waarbij Rachel gewond raakt boven haar oog en op het politiebureau wordt verbonden. Henk is zo dronken dat hij niet eens zijn naam kan opgeven en hij wordt opgesloten in een cel. Het laatste adres van Rachel dateert van 12 mei 1942. Twee dagen later zit zij gevangen in het Oranjehotel en in oktober van hetzelfde jaar is zij vermoord. Rachel werd 22 jaar.
Haar ouders waren al eind 1941 afgevoerd en zijn op dezelfde dag vermoord in Sobibor. Voor het pand zijn Stolpersteine ter nagedachtenis aan Abraham en Marianne Rine geplaatst.
Na de oorlog staat op de woningkaart van Hoogte Kadijk 62-huis, aangeduid als winkel voorheen in gebruik als kapperszaak, alleen zoon Salomon ingeschreven als bewoner. In augustus 1946 zou hij naar Frankrijk zijn vertrokken.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
De ontwikkeling van het Kadijkseiland, 1999, Amsterdamse Maatschappij tot Stadsherstel, Barbara M. Luigies
Delpher
Joods Monument
Stadsarchief Amsterdam
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Henk Eissens
Restauratieaannemer: Vink Bouw BV
Constructeur: ing. A.T. Brands