Herengracht 532
Herengracht 532, AmsterdamZo midden in de stad presenteren wij een monument met een opgewonden vogeltje in de gevel. Het is een gevelsteen ontworpen door niemand minder dan Studio Job. Het verbeeldt de hobby van Jaap Hulscher, voormalig adjunct-directeur van Stadsherstel, maar ook zijn passie voor het restauratiewerk.
Het opgewonden vogeltje
Onze voormalig adjunct-directeur Jaap Hulscher kreeg deze ‘gevelsteen’ door Stadsherstel aangeboden ter gelegenheid van zijn 60e verjaardag. Erik Schilp, toen commissaris van Stadsherstel en voormalig directeur van het Zuiderzeemuseum, had het duo Job Smeets en Nynke Tynagel, beter bekend als Studio Job, gevraagd de steen te ontwerpen. Dat werd tenslotte geen stenen gevelsteen, want Studio Job werkte in die periode vooral met brons. Het loodzware bronzen gevelornament in de vorm van een steen werd uitgevoerd in een egale donkere, bijna zwarte kleur brons.
De steen verbeeldt Jaap zijn grote hobby; het verzamelen van mechanisch beweegbare gevleugelde dieren zoals vogels, vlinders, pinguïns, lieveheersbeestjes en zo meer, met de nadruk op vogels. Het opgewonden vogeltje verbeeldt Jaap, die altijd enthousiast in zijn werk opging; een beetje opgewonden over elke nieuwe kans om een oud wrak weer opnieuw te laten stralen. Vandaar de naam HET OPGEWONDEN VOGELTJE, met vlinders, radertjes, schroefjes, een sleuteltje, hartjes en een pijl voor zijn liefde voor erfgoed en zijn andere hobby. Het is dus een uniek kunstwerk van dit intussen wereldberoemde duo en daarmee een zeer bijzonder item.
Behalve dat Jaap ontzettend veel aankopen en restauraties mogelijk heeft gemaakt, heeft hij zelf ook een tiental nieuwe gevelstenen voor Stadsherstel ontworpen, zoals bijvoorbeeld die voor de Reestraat 5 en voor de Pastorie van de Duif.
Herengracht 532 bestaat uit een souterrain, begane grond, eerste en tweede verdieping, dakverdieping en een vliering. Het woonhuis is 6,40 m. breed. Er zijn bakstenen gevels met een rechte kroonlijst en dakvensters.
Stadsherstel werd eigenaar van dit pand en het buurpand op de hoek in 2008. De vorige eigenaar wilde het graag aan ons verkopen zonder tussenkomst van een makelaar. Wij hebben na aankoop een aanbesteding gedaan voor het opnieuw funderen van beide panden. Aannemersbedrijf Schreurer, die de aanbesteding won, heeft uiteindelijk ook het overige werk uitgevoerd. Het fraaie trappenhuis maakte het moeilijk om in de panden meerdere woningen te realiseren. Vandaar dat het bewoning voor 1 huurder werd, met een apart te gebruiken souterrain. Er zijn meerdere badkamers, zodat de woning geschikt is voor een B&B, of woningdelen. De rumoerige omgeving van het Rembrandtplein (en het ontbreken van een tuin) maakt het pand wat minder gewild voor gezinsbewoning.
Drie generaties lang agent van de koning van Groot- Brittannië
Het hoekerf nummer zestien aan de Herengracht wordt in 1666 verkocht aan Gerrit van Ernst. Hij laat er twee eenvoudige ondiepe woonhuizen met bakstenen gevels neerzetten, ieder twee vensterassen breed, onder gezamenlijk omlopend schilddak met rechte kroonlijst. In 1679 koopt Sara Priem, weduwe van Jan Minnuit, nummer Herengracht 532 van Van Ernst. Haar dochter Anna, weduwe van zowel de kapitein der burgerij Gijsbert Vastrix als de latere burgemeester van Naarden Raymond Buick, vererft het huis aan de kinderen van Van Dinteren. Deze verhuren het, onder meer aan Louis Renouard. Zo blijft het huis tot 1760 in hun bezit.
Louis Renouard was van 1716-1746 agent van de koning van Groot- Brittannië, daarna was zijn zoon Daniel dat en daaropvolgend weer kleinzoon Louis Pierre. ‘Erfopvolging’ voor diplomatieke functies kwam vaker voor bij lagere diplomatieke rangen. Louis Renouard, werd geboren in circa 1678 en kwam oorspronkelijk uit Charlemont, op de Frans-Belgische grens. In 1703 werd hij poorter van Amsterdam en begon een boekwinkel en uitgeverij. Hij begaf zich in hoge sociale kringen en gaf feestelijke diplomatieke soirées. Zo gaf hij een feest ter ere van de verjaardag van George I met een concert, banket, vuurwerkshow en een nachtelijk bal.
Tsaar Peter de Grote kwam zijn visliteratuur bekijken
Diplomatie was echter een bijbaantje voor Renouard. Zijn echte passie was de boekdrukkerij, met een wel heel specifieke niche: vissen en krabben. Zijn magnum opus, een bewerking van een ander boek, publiceerde hij in 1718/1719. Het was het eerste in kleur gedrukte boek over vissen in de Republiek. De wetenschappelijke waarde was twijfelachtig, maar Louis kon in ieder geval zijn artistieke talenten erin kwijt.
Louis gebruikte zijn status als agent van de Britse koning om zijn uitgaves te promoten; zo benoemde hij deze uitgebreid in het voorwoord van zijn boeken. Maar hij noemde ook andere royalty als relatie. Zo vermeldt hij -ook in het voorwoord- dat tsaar Peter de Grote hem thuis had bezocht tijdens diens bezoek aan Amsterdam in 1717, en dat hij meteen zijn collectie vissenliteratuur aan de vorst had laten zien. Er zijn zelfs afbeeldingen van Louis’ uitjes met vorsten: zo nam hij prins Eugenius van Savoye mee naar een exclusief bordeel op de Keizersgracht. Op een prent van Cornelis Troost zien we Renouard (met de pijp), en de prins, die de dames inspecteert. Achteraf gezien had Louis zijn uitje misschien beter moeten aanpassen aan zijn compagnon: Eugenius gedroeg zich in zijn tijd, de 18e-eeuw, openlijk als homoseksueel.
Charmante steun voor elke zakenman
Na Renouard woont er o.a. een chirurgijn op de Herengracht, totdat Henrietta Albertina Moralla van Cattenburch het pand voor bewoning aankoopt. Mogelijk is zij het die de huidige deurpartij heeft laten aanbrengen. In 1828 is Alida Elisabeth Clerc Sterk, weduwe van Willem Hendrik Nolthenius Jeronimusz, ontvanger bij de administratie van de stedelijke accijnzen en belastingen te Amsterdam, eigenaar. Alida en haar dochter verhuren het huis, in 1839 onder meer aan Jacob Hooft, heer van Vreeland.
En in 1855 wordt het gekocht door Henrica van Nieuwenhuysen, tapster aan de toenmalige Binnen-Amstel. Zij wil het herscheppen in een luxe bordeel. Maar de buren, voogden van de minderjarige Herman Jan Rahusen, verhinderen dit snode plan “ter wille van de gemoedsrust van hun pupil”.
Sinds 1889 is het in handen van een bankier en rond 1914 wordt er kantoor gehouden door mr. Hendrik Rudolf Goudsmit (1856-1931), advocaat en plaatsvervangend raadsheer. Hij wordt later bijgestaan door zijn dochter mr. Ada Goudsmit (1887-1941), advocaat, procureur en het eerste vrouwelijke lid der Provinciale Staten, waar ze in 1941 wordt ontslagen omdat ze Joods is. Na de oorlog zijn er verschillende bedrijfjes gevestigd in het pand zoals Hostess planning, een nieuw arbeidsbemiddeling bureau, dat in haar turquoise kantoor charmante steun voor elke zakenman aanbiedt. De dames: mannequins, fotomodellen en gastvrouwen komen desgewenst in Rolls Royce voorrijden.
Bronnen:
Stadsarchief Amsterdam
Archief Stadsherstel
Amsterdamsegrachtenhuizen.nl
Aan dit project hebben meegewerkt:
Architect Prins Projecten
Aannemersbedrijf Schreurer
Bouwbureau Stadsherstel