Geldersekade 78
Geldersekade 78, AmsterdamDit prachtige monumentale pand kwam op een speciale manier naar ons toe: een Vriend verkocht het aan ons met korting. Oorspronkelijk gebouwd als woon- en pakhuis, kende het vele bewoners en gebruikers, van een parfumeriefabriek tot een tabakshandel. De meest opvallende is wel de meesteroplichter Barmat, die hier in de jaren twintig een bedrijfje runde. Zijn leven en dood zijn omgeven door mysterie en schandaal en hij speelde tegen wil en dank een hoofdrol in de antisemitische propaganda van Hitler.
Oorspronkelijk een woon- en pakhuis
Al rond 1425 werd een stadsgracht gegraven vanaf de huidige Nieuwmarkt tot aan de Schreierstoren en parallel aan de Zeedijk, die aan het eind van de 15e eeuw werd voorzien van een stadsmuur. Vanaf deze plek vertrokken de schepen richting Gelderland, vandaar de naam ‘Gelderse kaai’. In 1912 werd de naam gewijzigd in Gelderschekade, inmiddels Geldersekade.
Ons pand, een rijksmonument, stamt waarschijnlijk uit het eerste kwart van de 18e eeuw. Het heeft een halsgevel, een met Oudhollandse pannen gedekt zadeldak en bestaat uit een souterrain, bel-etage, een eerste en tweede verdieping, een kapzolder en vliering. Het huis is toegankelijk via een hoge dubbele stoep, die het deelt met het naastgelegen pand op nummer 76. Dit maakt het aannemelijk dat de panden gelijktijdig zijn gebouwd. De gedeelde bouwmuur is vermoedelijk onderdeel geweest van een ouder bouwwerk.
De buurt leefde van de handel en scheepvaart en de panden die hier werden gebouwd hadden vaak een gemengde woon- en winkel- of opslagfunctie. De deels nog aanwezige hijsconstructie in de nok en het ontbreken van profilering van de balken (de zogenaamde ‘duivenjager’) vanaf de 2e verdieping doen vermoeden dat ook een groot gedeelte van dit pand oorspronkelijk gebruikt werd als pakhuis.
Monet legde hier de bedrijvigheid van de scheepvaart vast
Het souterrain had een eigen ingang en werd gebruikt als opslag en verkooppunt. Zo was hier rond 1887 Bierbottelarij J.L. De Rond gevestigd en in 1917 zat hier parfumeriefabriek / chemische fabriek Iris. Het was een van de vijf chemische fabriekjes op de Geldersekade die zich bezighielden met de fabricage van chemische, cosmetische en farmaceutische producten. Begin jaren twintig van de vorige eeuw zat hier de tabakszaak van Israel Hamel & Co.
Van het woonhuis weten we dat Jan Willem Boekhout Vinke hier tussen 1880 en 1900 woonde, boekhouder bij het bedrijf Vinke & Co. De cargadoorsfamilie Vinke was een bekende naam op de Geldersekade, waar zij woonden en werkten. Zo was het bedrijf gevestigd in ons pand op nummer 10 en was op nummer 8 een winkel in scheepsvictualiën (proviand). Het bedrijf was gespecialiseerd in houtbevrachting en zo kon je hier aan het begin van de kade dagelijks schuiten met houten balken uit Scandinavië zien liggen. Dit beeld is mooi vastgelegd op een relatief onbekend schilderij van Monet uit 1874, toen hij een maand in Amsterdam verbleef. Hij schilderde het bedrijvige wintertafereel vanaf het achterterras van de Schreierstoren, richting de Waag. Ergens in de impressionistische kwaststreken bevinden zich meerdere van onze panden, waaronder nummer 78.
Een van de rijkste mannen van Europa en grootste oplichters aller tijden had dit als zakelijk adres
In 1920 duikt op dit adres de naam ‘Handelsvereeniging Holland-Balkan’ op, opgericht in 1913 door een zekere Julius (Judko) Barmat (1889-1938). Barmat wordt geboren in Oekraïne als zoon van een rabbijn en komt in 1906, zestien jaar oud, in Nederland aan met naar verluidt slechts één Mark op zak.
Al snel raakt de jonge Julius betrokken bij frauduleuze zaken. Hij zal zich ontpoppen tot meesteroplichter, die zich mede door smokkelhandel enorm verrijkt tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zijn praktijken leiden tot een vermelding op de “officieele lijst van namen, firma’s en personen met wie, volgens besluit der Engelsche, Fransche en Russische Regeeringen geen handel gedreven mag worden”.
Daarnaast zou Barmat ingezet zijn als informant door de Nederlandse inlichtingendienst, die na de Russische revolutie in 1917 begint met een penetratie in de Nederlandse communistische partij. Barmat begeeft zich in deze kringen – tot schriftelijke contacten met Léon Trotsky aan toe – voor hij zich toelegt op sociaaldemocratische contacten in Nederland (hij was nauw bevriend met Pieter Jelles Troelstra) en Duitsland, waar hij zich omringd weet door kopstukken in de handel en politiek.
In 1924 raken Julius en zijn broers betrokken bij het ‘Barmat schandaal’, een groot corruptieschandaal rond de gebroeders Barmat, wat leidt tot het grootste strafproces uit de Duitse geschiedenis, ooit.
Barmat wordt ingezet als afschrikwekkend voorbeeld in Hitler’s propaganda
Barmat, van Joodse afkomst, een van de grootste oplichters aller tijden, een schatrijke kapitalist en prominent persoon binnen de sociaaldemocratie, bezit alle ingrediënten om te dienen als makkelijk doelwit voor de antisemitische propagandamachine in die jaren.
Als de strafzaak voor Barmat met een sisser afloopt, terwijl politieke topfiguren moeten aftreden of aangeklaagd worden, maakt Hitler dankbaar gebruik van het imago van Barmat als ‘Schieber’ (zwendelaar). Het voedt het veranderende sentiment onder de Duitse bevolking. Dit leidt na de verkiezingsoverwinning van Hitler tot het commentaar van De Telegraaf: “Barmat is het ongeluk der Duitsche joden geweest, want zijn naam was de strijdkreet, die Hitler tot de overwinning bracht”.
Het leven en de dood van Barmat blijven door mysteriën en schandalen omhuld. In 1938 zou Barmat sterven in een Brusselse cel, vermoedelijk vergiftigd. Zelfs na zijn dood blijft hij een hoofdrol spelen in de antisemitische propaganda: zijn portret wordt getoond in de Nazi film ‘Der Ewige Jude’ van 1940.
De partijbestuurder van de Communistische Partij hield hier kantoor
Hoe kwam het bedrijfje van deze Barmat nu terecht in ons pand aan de Geldersekade? Het spoor leidt naar ene Lowie “Louis” de Winter (1853-1930), echtgenoot van Sara van Emden. Na aankomst in Nederland neemt deze Joodse familie de ziekelijke Julius in hun Rotterdamse huis, waar hij herstelt en met wie hij nauwe banden onderhoudt: later zal Julius trouwen met de dochter des huizes.
Zijn latere schoonvader en zakenpartner Lowie – die kennelijk de achternaam van zijn vrouw gebruikt – komen we namelijk tegen als “Louis van Emden”, mede-eigenaar van de eerdergenoemde chemische fabriek Iris, gevestigd op: de Geldersekade 78.
De Holland-Balkan Handelsvereeniging staat in elk geval tot 1923 op dit adres geregistreerd, niet lang daarna gaat het Barmat-schandaal in Duitsland spelen en zijn er geen vermeldingen meer op dit adres.
Rond 1927 bevindt zich hier dan het kantoor van de antifascistische Internationale Roode Hulp, die inzamelingsacties organiseert en brochures en doeken met leuzen verspreidt. Leo van Lakerveld (1895-1955), partijbestuurder van de Communistische Partij Holland (CPH, de latere CPN) is hiervan de drijvende kracht.
In de jaren dertig zijn hier achtereenvolgens een agent in modejournalen en de ‘Goedkope leesbibliotheek’ gevestigd.
In 1942 is er een ‘publieke verkooping’ van het pand, van de periode daarna is niets bekend tot 1968.
De eigenaar wilde dat zijn huurders rustig in hun vertrouwde omgeving konden blijven wonen
De aanwinst van Geldersekade 78 is een bijzonder verhaal. Een van onze trouwe Vrienden – en tevens vrijwilliger – verkocht het aan ons met korting. Met de voorwaarde dat de huurders er rustig konden blijven wonen, zolang zij wilden en onder dezelfde voorwaarden.
In 1968 kwam het pand in bezit van Wim van Reenen. Hij betrok zelf de kap-etage en verhuurde de overige drie woonlagen. Toen hijzelf en een huisgenoot uit het pand vertrokken, zijn de verdiepingen samengevoegd zodat twee woningen van twee etages ontstonden. Het souterrain werd verhuurd als opslag, de laatste jaren aan de naastgelegen toko Dun Yong.
Hoewel Wim zelf niet meer aan de Geldersekade woonde, heeft hij het pand nog lang aangehouden. Bovenal omdat hij zekerheid wilde voor de huurders – dezelfde als in de begindagen – met wie hij nog goed contact onderhield. Toen hij na al die jaren in 2004 dan toch besloot tot verkoop, was er wat hem betreft maar één partij mogelijk: Stadsherstel.
Natuurlijk hebben wij ervoor gezorgd dat de huurders konden blijven. Zij maakten dankbaar gebruik van de mogelijkheid om in hun vertrouwde omgeving te blijven wonen.
Vrienden bedankt
De Vrienden dragen bij aan de restauratie van de bordesplaat en de natuurstenen trap naar de woningen. Ook leveren zij een bijdrage aan het herstel van het originele stucwerk van de centrale hal en de bel-etage. Hiermee krijgt de entree haar oorspronkelijke grandeur terug.
Met het vertrek van de laatste huurder in 2019 was de tijd rijp voor een grondige restauratie. Het casco van het huis is steeds op peil gehouden, maar de zwaar gedateerde interieurs en de fundering waren hard toe aan herstel en modernisering. Met waar mogelijk behoud van de monumentale elementen, waarvan er – ondanks de aanpassingen door de eeuwen heen – veel van bewaard zijn gebleven. Zoals de 18e-eeuwse deur met houtsnijwerk die naar de voorkamer leidt, het even oude middenstuk van het stucplafond op de bel-etage en de schouw in de ‘binnenheerd’ die uit de tweede helft van de 19e-eeuw dateert.
Zoals bij elke restauratie was het soms best puzzelen. Zo bleken de marmeren tegels in de hal in zeer slechte staat. Gelukkig is deze hal in het verleden ingekort met behoud van de vloer, waardoor toch voldoende tegels geoogst konden worden om in de centrale hal terug te plaatsen. En in de kap was het passen en meten om een slaapkamer en badkamer te realiseren. Door houtrot moesten we meer hout vervangen dan voorzien, maar dit is vakkundig en met veel oog voor detail gedaan.
Installaties zijn vernieuwd, isolatie is aangebracht en bij het funderingsherstel is het souterrain 40 centimeter verdiept, waardoor twee comfortabele monumentale woningen en een prettige bedrijfsruimte zijn ontstaan.
Een pand (deels) schenken of nalaten
Om verschillende redenen worden panden (deels) aan ons geschonken of nagelaten. De eigenaar wil er blijven na restauratie of het goed achterlaten als hij/zij er niet meer is. Of zoals bij Wim van Reenen: zekerheid bieden aan zittende huurders. Veel is mogelijk en we bekijken graag met u hoe wij uw wens uit kunnen laten komen.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Delpher
Geldersekade, tussen Waag en Schreierstoren, Els van Wageningen (2002)
Historiek.net
Stadsarchief Amsterdam
Rudi Harthoorn
Wikisage
Aan dit project hebben meegewerkt:
Architect: Prins Projecten
Constructeur: De Beaufort Bouwadvies
Aannemer: VIOS Bouw
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
Vrienden van Stadsherstel