Everskerkje Landsmeer
Noordeinde 124, LandsmeerIedereen kende de verfwinkel in Landsmeer als het Everskerkje maar het is al geruime tijd niet meer te herkennen als kerk. Na een bijdrage van de Vrienden komen de monumentale onderdelen die het meer tot een kerk maken, terug. Ook ondergaat het monument een metamorfose met nieuwe kleuren: van Waterlands groen naar Dordts geel.
Zeldzame (religieuze) houtskeletbouw
Het op een markante positie aan het Noordeinde gelegen houten gebouw is een zeldzaam voorbeeld van religieuze houtskeletbouw in eclectische stijl en vormt met de ruime tuin en de pastorie een kenmerkend dorpsbeeld.
Het gebouw wordt in 1861 gebouwd als kerk van de Christelijk Gereformeerde Kerk Landsmeer, een afsplitsing van de toenmalige Nederlands Hervormde Gemeente. Bijzonder aan deze eenbeukige zaalkerk is de ‘houtskeletbouw’. Waar dat voor boerderijen en woonhuizen heel gebruikelijk is in deze streek, is deze bouwwijze voor een kerk uiterst zeldzaam. Ze lijkt ook wel een beetje op onze ook in hout gebouwde Amstelkerk, waar wij kantoor houden. Niet voor niets wordt de Amstelkerk dan ook een tijdlang de ‘Preekschuur’ genoemd.
Vóór de restauratie is de oorspronkelijke functie van dit houten gebouwtje in Landsmeer nog slechts af te leiden uit de spitsboogramen, ramen die wij ook goed kennen uit de bovenbouw van de Amstelkerk. Oorspronkelijk heeft het een fraaie ingangspartij in renaissancestijl en staan op het dak twee karakteristieke ontluchtingskappen.
Atelier van ondergedoken Wim Schumacher
Het in de volksmond bekende ’kerkje van Evers’ is een voorbeeld van herbestemming avant la lettre. Nadat de gereformeerden in 1927 in het centrum van het dorp gaan kerken, heeft het verschillende bestemmingen. Zo wordt het een verenigingsgebouw.
Op de bovenverdieping van het kerkje woont jarenlang een professioneel kunstenaar. En in de Tweede Wereldoorlog heeft de bekende beeldend kunstenaar Wim Schumacher (1894-1986) in het kerkje zijn atelier. Hij is een van de belangrijkste schilders van de ‘Amsterdamse School’. Deze kunstschilder zit samen met zijn vrouw en kinderen, bekende schrijvers, de componist Karel Mengelberg en architect Ben Merkelbach ondergedoken bij de plaatselijke huisarts Joop Odinot en zijn vrouw Lies Odinot-Pruis.
Overdag gaat Schumacher naar zijn atelier in het kerkje waar hij in maart 1945 nog een mooi dubbelportret van zijn onderduikfamilie maakt. De ‘Meester van het grijs’ maakt dan ook een tekening van Eva die in het paradijs door de slang wordt verleid.
Vervolgens vestigt de plasticfabriek van Galjaard zich in het kerkje en daarna de familie Evers.
Interieurverzorgingswinkel met verf, glas en huisaccessoires
Cees Evers, van wie wij het kerkje kopen, woont vanaf zijn 18e, het is dan 1957, met zijn ouders, twee broers en zus in de pastorie. Zijn vader heeft het vervallen kerkje en de pastorie, die hij zeer graag wil hebben, gekocht. Hij begint een verfwinkel in het kerkje met achterin een spuiterij. De vorige locatie van de spuiterij was niet meer groot genoeg en de kerk met de vele ruimte rondom is een perfecte plek. Op 19-jarige leeftijd neemt Cees de zaak van zijn vader over en vergroot hij het bedrijf. De verfwinkel wordt een interieurverzorgingswinkel, waar onder andere verf, glas en huisaccessoires worden verkocht. Cees gaat uiteindelijk in de kerk boven de winkel wonen, wat hij zeer bijzonder vindt.
De woning bestaat dan uit één kamer met een keuken en een toilet. Naarmate de winkel beneden groeit, breidt Cees zelf de woning boven ook uit. Na alle verbouwingen zijn er vier slaapkamers bijgekomen. Er is ruimte voor gezinsuitbreiding en Cees’ beide dochters worden in de kerk geboren.
Dat ging mij klauwen vol met geld kosten
Cees woont hier tot 1978. De winkel blijft behouden, maar toch wordt het na de verhuizing heel anders. Nu wonen en werken zijn gescheiden blijkt het lastiger de tijd te verdelen. Voordien kan Cees naar eigen zeggen zo naar beneden gaan wanneer een klant na sluitingstijd langs komt en kan hij in de vrije uurtjes nog even aan het werk. Nu hij er niet meer woont, is dat allemaal wat lastiger.
In december 2005 gaat het niet meer. Alle machines zijn toe aan vervanging, wat een behoorlijke investering vraagt. Of zoals Cees het zegt: “dit mij klauwen vol met geld ging kosten”. Met Miep, zijn huidige vrouw die af en toe in de winkel bijspringt, beslist hij om te stoppen. Ze kunnen de kosten niet meer uit de winkel halen en de kinderen willen de zaak niet overnemen.
Cees gaat met pensioen. De kerk en pastorie die nog steeds in bezit zijn van de familie gaan qua onderhoudstoestand steeds sneller achteruit. De moeder van Cees blijft in de pastorie wonen totdat het echt niet meer gaat.
Ik vond het belangrijk dat het kerkje behouden bleef en weer in originele toestand kon worden hersteld. Ik ben blij dat Stadsherstel het pand heeft overgenomen en het in die zin heeft gered.
De plaatselijke monumentencommissie attendeert Stadsherstel op dit karakteristieke gebouw. Door jarenlange leegstand is het aardig in verval geraakt. Ernst van der Kleij, beleidsadviseur monumentenbeleid van de Provincie Noord-Holland, brengt in dezelfde tijd een bezoek aan dit ernstig bedreigde monument. In de gezamenlijke gesprekken wordt geconcludeerd dat een reddingspoging zeker wenselijk is.
Dankzij buitengewoon vriendelijke contacten met de familie Evers slagen we erin om tot een voor beide partijen acceptabel voorstel te komen voor een nieuwe toekomst van het complex, waarbij kerk en pastorie gespaard blijven. Bij deze plannen kunnen we rekenen op een positieve ondersteuning van het gemeentebestuur van Landsmeer. De toegezegde bijdrage van de provincie en de Vrienden van Stadsherstel maakt het plan haalbaar waardoor dit erfgoed bewaard is gebleven.
Inpakkunstwerk à la Christo
In 2016 wordt gestart met het ‘uitpellen’ van het pand, asbestverwijdering en funderingsherstel. Zelfs in de ijzige kou wordt doorgewerkt. Dankzij de inpakkunsten van de aannemer komt er een witte krimpfolie over het pand. Die folie zorgt ervoor dat de warmte in het pand blijft. Volgens dorpsbewoners lijkt het alsof ‘inpak-kunstenaar’ Christo, die bruggen en gebouwen inpakt, in Landsmeer is neergestreken.
Het casco is in de loop van tijd aangepast en zeer verarmd in vergelijking met de historische foto’s. Het gerabat liggend beschot met spitsboogvensters en neogotische roedeverdeling is voor het overgrote deel nog aanwezig. Maar de onderpui van de voorgevel is in de loop van de tijd steeds aangepast aan de verschillende functies die het pand heeft gehad. De winkelpui van Evers is de laatste aanpassing. Daardoor konden we tot de restauratie alleen nog op foto’s genieten van de in classicistische stijl uitgevoerde kerkingang. Nu is de originele entree terug. Op het dak stonden twee gedecoreerde ontluchtingskokers die Cees, in de tijd dat hij de winkel heeft, er zelf heeft afgehaald omdat het dak rot was. Deze kokers worden bij de restauratie teruggebracht. Ook krijgt het kerkje dan nieuwe dakpannen. Na de zomer van 2017 wordt het pand waterdicht gemaakt en worden de gevels geïsoleerd. Aan de monumentale details wordt ook gedacht.
Dankzij een donatie van de Vrienden komt de originele entree terug. Op het dak en de gevels komen de schoorsteenkappen en monumentale versieringen terug. Nu staat het weer te pronken in het dorp.
Metamorfose met kleuren
Het pand krijgt dankzij het terugbrengen van de monumentale details, maar ook vanwege de nieuwe kleuren een andere uitstraling dan voor de restauratie. Aan de hand van kleurenonderzoek en het bestuderen van historische foto’s worden de volgende kleuren teruggebracht:
- – Dordts geel wordt aangebracht op de gevelbekleding en de luiken
- – Loodwit op de kozijnen
- – Mosterdkleur op de gevelversieringen
- – ‘Zwarte dodekop’ (roodbruin) is toegepast op de deuren van de gereconstrueerde ingang.
Zo krijgt de voormalige verfwinkel van de familie Evers een mooi, nieuw kleurenpalet.
Bronnen:
Interview in 2017 met Cees Evers
Stadsarchief Amsterdam
Aan dit project werkten mee:
Aannemersbedrijf Louman
Hooyschuur architecten
Constructeur: Evers Partners
Bouwbedrijf Stadsherstel
Deze restauratie is mede mogelijk gemaakt dankzij een bijdrage van:
De Provincie Noord-Holland en de Vrienden van Stadsherstel