Engelbertha hoeve, koeienstal en hooiberg
Hoge Morsweg 140, LeidenIn de bedrijvige Leidse Mors ligt een boerderij waar eeuwenlang een veehouderij gevestigd was. Nadat de laatste boer vertrok, was hier vier decennia lang een populair horeca etablissement gevestigd. Inmiddels zijn hier aan de Oude Rijn elf energiezuinige en gasvrije woningen opgeleverd. Maar niet nadat wij ervoor gezorgd hebben dat ook de laatste bewonertjes weer een veilig nieuw onderkomen op het terrein krijgen.
De ijsbloemen stonden op de ruiten
De Hoge Morsweg werd eeuwen geleden aangelegd dwars door het moerassige gebied en langs de Oude Rijn, die al sinds de Romeinse tijd een belangrijke verkeersader vormde. Lange tijd bleef het de enige doorgaande route tussen Den Haag en Amsterdam. In dit oudste deel van het Morskwartier werd in de 17e eeuw een boerderij gebouwd. Al in 1627 was er sprake van bebouwing, blijkt uit een kaart van landmeter Van Bilderbeeck en de oudste kern van de huidige boerderij stamt mogelijk uit 1666.
Dit zijn het woongedeelte met de naastgelegen wagenschuur. Hier bevinden zich ook de half verdiepte kelder en de opkamer, kenmerkend voor de boerderijbouw in deze omgeving, waar veel veehouderijen waren. De kelder was gesitueerd aan de koele noordzijde, wat gunstig was voor de zuivelproducten. Maar in de winter stonden de ijsbloemen op de ruiten van de woonkamer die ook op het noorden lag, dus werd deze ruimte alleen zomers gebruikt.
Aan weerszijden van het woondeel bevonden zich een wagenschuur en een varkensstal. Achter het woongedeelte, richting de Oude Rijn lag de grote koeienstal.
De stal werd meerdere malen herbouwd
In 1832 heeft de boerderij op de kadastrale kaart al de typerende en zeldzame T-vorm. De boerderij wordt dan verpacht door de vermogende Amsterdamse grootgrondbezitter Andries Stadnitski (1782-1839), zakenman bij het door zijn vader opgerichte bankiershuis Stadnitski & Van Heukelom, Amsterdams eerste handelaar in Amerikaanse effecten en landerijen. Na zijn overlijden wordt de boerderij – “eene kapitale Bouwmanswoning genaamd Welgelegen” – met bijbehorende landerijen geveild.
Jan Pieterszn van Egmond wordt eigenaar en nadat hij de boerderij de eerste periode verpacht, neemt hij er in 1858 zelf zijn intrek. Na hem volgen nog vier generaties Van Egmond, de laatste boer vertrekt in 1977.
De grote koeienstal heeft oorspronkelijk ruimte voor achtentwintig stuks vee. Uit het bouwhistorisch onderzoek komt naar voren dat de achtergevel boven de koeienstal is voorzien van klezoren, terwijl dit tot een hoogte van circa 2,5 meter niet het geval is. Dit maakt het aannemelijk dat de stal in de 17e en 18e eeuw eveneens in steen was opgetrokken. In 1903 zijn de stal en hooimijt herbouwd als gevolg van brand. En in 1962 zou de stal opnieuw worden herbouwd, maar hij stortte om onbekende reden voortijdig in. Gezien de kadastrale hulpkaarten en tekeningen uit de bouwdossiers, is de stal in dezelfde omvang herbouwd.
Aanmoedigingsprijs voor Hoeve Leiden
In 2022 hebben we de Engelbertha hoeve herbestemd tot woningen. Van de historische vereniging van Oegstgeest, waarin dit monument oorspronkelijk lag, hebben we een mooie aanmoedigingsprijs gekregen die te bewonderen is in ons Winkeltje.
Van garage en intieme eetzaal naar woonruimte
Gedurende de periode dat de boerderij in bezit was van de Van Egmonds tot 1979 had de boerderij twee hooimijten. Normaal gesproken bevindt de hooiberg zich direct (circa 1 à 1,5 meter) achter de stal zodat er ’s winters makkelijk toegang tot het hooi is vanuit de stal. Dat de behouden hooiberg aan de zijgevel van de stal is geplaatst is waarschijnlijk vanwege de erfgrenzen aan de achterzijde.
Toen Leen, de jongste zoon van de laatste boer achttien jaar was, kocht zijn vader een auto waar Leen in kon rijden. De hooimijt werd omgebouwd tot garage. Moeder Van Egmond dacht dat autorijden niet zo moeilijk was en wilde ook wel een poging wagen. De boom die daarbij in de weg stond, heeft nog jaren de sporen gedragen.
Bij de verbouwing in 1980 van de boerderij tot horecagelegenheid Engelbertha hoeve, een begrip in Leiden, werd de hooiberg vernieuwd. De roeden van de zogenoemde zesruiter hooiberg zijn daarbij vervangen door nieuwe en daartussen is een houten, gepotdekselde borstwering met vast glas erboven aangebracht. Aan de bovenzijde werd de hooiberg afgesloten met een overstekende, rieten kap. En zo heeft de oude, functionele hooimijt een heel diverse loopbaan gehad via garage en intieme eetzaal tot woonruimte.
Ik ben blij met de ontstane woonruimte, waar binnen de gemeente Leiden grote behoefte aan is en ik hoop dat een heleboel mensen hier weer nieuwe herinneringen gaan maken.
De opstallen hebben een hoge monumentale ensemblewaarden
Ook de koeienstal van destijds heeft een flinke metamorfose ondergaan. In 1980 is de stal geheel vernieuwd en zowel aan de linkergevel als de achterzijde vergroot, waarbij de constructie is geïnspireerd op die van een oude stal. Op regelmatige afstanden zijn standvinken aangebracht. De kapconstructie bestaat uit gordingen gedragen door Hollandse spanten. De ruimte deed in deze nieuwe functie dienst als feestzaal met vide. In 2002 is het pand aan de rechterzijde verder uitgebreid met een serre.
Ondanks dat zowel de koeienstal als de hooimijt uit een latere fase stammen, geven deze opstallen aan het geheel toch een hoge monumentale waarde. Het Oegstgeestse architektenburo Marcel van Dijk werd in de arm genomen om deze voormalige boerderij, die vervolgens 40 jaar lang dienst had gedaan als horecagelegenheid, nu op te delen in elf woningen: een uitdagende klus die om veel vindingrijkheid vroeg, waarbij elk hoekje optimaal zou worden benut.
Maar dit was niet de enige uitdaging. Door de wijziging van bestemmingsplan werd vanwege de Wet natuurbescherming om een ecologisch onderzoeksrapport naar mogelijke verstoring van beschermde plant- en diersoorten gevraagd. Uit de quickscan die wij altijd uitvoeren in de voorbereiding van de restauratie werd de aanwezigheid van vleermuizen geconstateerd en laten dit nu net strikt beschermde diertjes zijn.
Bijzondere bewoners behouden hun plekje
Hiervoor werd de expertise ingeschakeld van ecoloog Norbert Daemen van Arda advies. Niet alleen heeft hij veel kennis van planten, dieren en hun leefomgeving, en van de Wet Natuurbescherming en de uitvoering daarvan, zijn expertise ligt bovendien op het treffen van de juiste maatregelen om verstoring te voorkomen.
Gewapend met warmtebeeldcamera en vleesmuisrecorder verbleven Norbert en een collega in verschillende seizoenen in totaal drie avonden en een nacht bij de hoeve om de vleermuizen te bestuderen. Vooral de gewone en de ruige dwergvleermuis werden waargenomen. Zij maken in het najaar gebruik van het pand en van het groen in de omgeving als paarterritorium. In de tuin werd met enige regelmaat een baltsroep waargenomen. De buitenzijde van het pand bood potentiële verblijfplaatsen in kieren, spleten, achter luiken en onder de eerste rij pannen. Winterverblijfplaatsen werden niet aangetroffen.
Aan de hand van de voorgenomen bouwactiviteiten is vervolgens advies uitgebracht, die wij hebben opgevolgd om verstoring te voorkomen. Zo is op advies van Norbert Daemen buiten de baltsperiode (september) gewerkt en zijn dakwerkzaamheden uitgevoerd in het late najaar, als de vleermuizen nog actief zijn en niet worden overvallen in hun winterslaap. In de bomen rondom het gebouw is een viertal vleermuiskasten opgehangen, die blijven. De dieren keren ongetwijfeld terug, zodat de bewoners kunnen genieten van hun capriolen.
Toen het horeca echtpaar Arslanagic geen opvolger kon vinden voor hun restaurant Engelbertha hoeve werden wij gevraagd te helpen om de monumentale boerderij te behouden. En zo werden wij in 2019 eigenaar van dit eeuwenoude rijksmonument, onze eerste aankoop in de sleutelstad.
In maart 2022 zijn na een ingrijpende restauratie elf energiezuinige huurwoningen in het middensegment opgeleverd, waarvan vijf in de voormalige koeienstal. De hooiberg is bij deze woningen getrokken. Ook zijn hier installaties geplaatst. In de paarden- en varkensstal zijn ieder twee woningen opgeleverd en in het monumentale woonhuisdeel nog eens twee. De woningen variëren in oppervlakte van zo’n 50 tot 150 vierkante meter en hebben – op de woningen in het woonhuisdeel na – een interne trap en de woonkeuken op de begane grond.
Historische onderdelen en de bouwkundige structuur zijn zoveel mogelijk behouden, met veel aandacht voor duurzaamheid: het complex is volledig gasvrij gemaakt en daken, gevels en ramen zijn geïsoleerd. Er is veel gebruik gemaakt van nieuwe installaties en innovatieve technieken zoals warmte terugwinning op de ventilatielucht en luchtwarmtepompen voor de verwarming en geïntegreerde zonnepanelen: het niet-monumentale dak van de koeienstal leende zich hier perfect voor.
Vrienden bedankt
De Vrienden van Stadsherstel hebben bijgedragen aan de restauratie van de zo kenmerkende luiken.
Word ook Vriend en maak dit soort restauraties mogelijk.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Interview Norbert Daemen van Arda advies voor natuur, cultuurhistorie en recreatie (www.arda-natuur.nl)
Witte Weekblad Oegstgeest 2005
Aan dit project hebben meegewerkt:
Architect: Architektenburo Marcel van Dijk vof
Aannemer: Du Prie | Bouw & Ontwikkeling BV
Bouwhistorische verkenning: Bureau MoNed
Bouwtoezicht: Van Leeuwen Bouwmanagement
Ecologie: Arda Advies Voor Natuur En Landschap
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
Nationaal Restauratiefonds (NRF)
Vereniging Vrienden van Stadsherstel