Beheerderswoning Hollandsche Manege
Vondelstraat 140, AmsterdamRond 1877 werd hier een rijtjeshuis gebouwd zoals vele andere in deze straat. Een paar jaar later werd het pand echter alweer grondig verbouwd om de entree te vormen naar de achtergelegen Hollandsche Manege. Boven de poort woonden directeuren en pikeurs. Deze zeer bijzondere stadsmanege blijft een van onze mooiste parels. Vlakbij Leidseplein en Vondelpark gelegen en toch – zoals dat bij parels hoort – enigszins verborgen.
Cuypers had schilderachtig kronkelende lanen voor ogen
Als één straat in Amsterdam met de naam van architect Cuypers kan worden verbonden is het wel de Vondelstraat. Als stadsarchitect van zijn geboortestad Roermond die landelijk goed bekend stond als kerkenbouwer verhuisde Petrus Josephus Hubertus oftewel Pierre Cuypers (1827-1921) na zijn huwelijk met de destijds bekende altsopraan Antoinette Alberdingk Thijm naar Amsterdam. Hier groeide zijn reputatie verder met de bouw van het Centraal Station en Rijksmuseum. Zelf kocht hij in 1864 net buiten de Leidse Poort een theetuin met uitspanning, die hij liet verbouwen tot woonhuis en atelier voor zichzelf. Twee jaar daarna diende hij een ontwerp in voor een nieuw te bouwen villawijk vlakbij zijn eigen woning, met als middelpunt – als een eiland middenin de straat – de Vondelkerk. Met schilderachtig kronkelende lanen moest de wijk op organische wijze overgaan in het Vondelpark dat in die tijd werd aangelegd.
Het gemeentebestuur echter wilde een rechte straat, parallel aan de Overtoom die al in ontwikkeling was. Het werd een compromis: aan de even zijde van de Vondelstraat kwamen rijtjes stadshuizen en aan de parkzijde kwamen dubbele villa’s. Ook onze Vondelkerk, waar de katholieke Cuypers zelf zou kerken, is van zijn hand. Hij zou later zeggen dat van de zes Amsterdamse kerken die hij ontwierp de vondelkerk “in mijn hart steeds de liefste plaats (was) blijven innemen”. Hij en zijn afstammelingen woonden bijna 115 jaar lang in diverse door henzelf ontworpen huizen alhier.
Met een wintertuin onder een glazen overkapping
Vondelstraat 140 is naar alle waarschijnlijkheid niet ontworpen door Cuypers. Door wie wel is niet bekend. Nummers 122-136 zijn in 1877 neergezet door H. Pleiter en 142-148 een jaar later door F.H. Koekkoek. Tussen november 1879 en juli 1882 wonen hier koopman Hendrik Maurits van Eeghen (geboren 1855), Elizabeth Catharina Prins (geboren 1859) met wie hij in juli 1879 is getrouwd en hun dochter Cornelia die hier in februari 1881 geboren wordt. In datzelfde jaar wordt hier tussen Vondelstraat en Overtoom de Hollandsche Manege gebouwd. Hiertoe wordt het woonhuis op nummer 140 aangekocht waarin een poort gemaakt wordt die toegang geeft tot het achterliggende terrein.
Boven deze entree wordt de woning van de beheerder gerealiseerd en de tuin wordt – voorzien van een glazen kap – ingericht als wintertuin en later als verbindingsgang naar het manegecomplex. Het eerste travee van deze glaskap wordt in 1949 weer verwijderd voor toetreding van daglicht in de woning op de 1e verdieping van het woonhuis. Op het platte dak dat ervoor in de plaats komt ontstaat zo een dakterras voor de woning. De stucdecoratie wordt niet teruggebracht evenmin als de gietijzeren kolommen hier.
Een representatief ontvangst
Het pand met mansarde schilddak boven drie bouwlagen heeft op de begane grond een portiek: een getoogde doorgang met poortdeuren die terug liggen ten opzichte van de voorgevel. Hier bevinden zich de deuren naar de smalle ruimtes aan weerszijden van de poort: links een doorsteek en bergruimte; rechts de trap naar de bovenwoningen. De plaats hiervan lijkt ongewijzigd sinds 1882. De bouwtekeningen van de woningindeling zijn niet bewaard gebleven. Oorspronkelijk zou dit één woning zijn geweest.
De afwerking van de zijruimtes en het portiek is eenvoudig, al is het pleisterwerk in blokverband van de voorgevel doorgetrokken in het portiek. De trap heeft een balustrade met houten leuning en kenmerkend 19e-eeuwse ijzeren balusters. De balustrade loopt door langs de trap naar de 2e verdieping.
De binnenkant van de poort heeft een zeer representatieve uitstraling, naast het pleisterwerk in blokverband is er een geleding van pilasters, aansluitend op het cassettenplafond met rijk gedecoreerd stucwerk. De deuren hebben geprofileerde omlijstingen en zijn aan de bovenkant voorzien van een soort hoofdgestel met timpaan als decoratie. Het entreegebouw is een semi-buitenruimte met klinkers op de vloer en stoepen met stoeptegels langs de randen. Dit is doorgetrokken in de achtergelegen verbindingsgang. Het dak hiervan is nog deels van glas, gedragen door ijzeren spanten op penanten.
De Parochie van het Allerheiligst Hart
Het huis had tot circa 1926 huisnummer 124. Pikeur (rijmeester en africhter van paarden) Johannes Josephus van der Meer woont hier vanaf november 1885 met zijn vrouw Cornelia Johanna Catharina Carlquist en hun vijf kinderen geboren tussen 1882 en 1888, waarvan de jongste zoon slechts 19 jaar wordt. Ook Cornelia’s moeder woont enige tijd in en een lange rits aan dienstboden en kinderjuffrouwen volgt elkaar op.
Waarschijnlijk is het gezin Bünker de laatste bewoner met het oude huisnummer. Mr. Ignatius Alphonsus Maria Bünker (1874-1960) zat in het kerkbestuur van de Parochie van het Allerheiligst Hart. Tussen 1926 en 1933 woont hier dan – op 140 – het gezin Kok, eigenaar van hondenkennel The Kok’s met terriërs en dalmatiërs.
Een jaar later, in 1934 huurt Bernhard – of Bé – van Leer het achtererf van de Hollandsche Manege en begint daar een klein tijdelijk paardencircus: circus Kavaljos, naar het Spaanse caballos (paarden). De eigenzinnige ondernemer en paardenliefhebber Van Leer is steenrijk geworden met de fabricage van stalen vaten en laat hier een transportabel saloncircus in Franse stijl, met eigen stallen ontwerpen: rijk en toch eenvoudig in wit, blauw en zilver. Veel kranten beschreven destijds het sprookjesachtige interieur, te bereiken via een witte gang met schilderijen van circustaferelen en vier gipsen paardenfiguren naar een beeld van Rädecker.
Bezoek de carrousel show
Elke zondag om 13:30 uur is in de Hollandsche Manege een demonstratie te zien van een carrousel groep.
Tijdens het viering-jaar van Amsterdam 750 organiseren wij speciale activiteiten voor onze Vrienden, ook in de Hollandsche Manege. Hou hiervoor onze digitale scheurkalender in de gaten.
Viervoetige vluchtelingen in de Verenigde Staten
Het circus had ruimte voor 300 bezoekers en in de piste voor acht paarden in galop. De Amsterdamse Industriëlen die een inzamelingsactie hadden gehouden traden ook zelf op als ruiters en amazones: les chevaliers d’industrie. De amateurs, waaronder ook Van Leer zelf, werden aangevuld met enkele professionals en musici. In januari en maart werden avondvoorstellingen gehouden met rij- en dressuurnummers. De opbrengsten werden geschonken aan goede doelen. Later zou Van Leer op reis gaan met zijn Kavaljos, binnen en buiten Nederland. Met zijn voor de oorlogsindustrie belangrijke fabrieken als onderhandelingsmiddel regelt de joodse Van Leer mét circus een vrijgeleide naar Amerika, waar de ‘four-footed refugees from Holland’ een publiekstrekker zijn.
Hoe anders ging het er intussen aan toe op de manege. Al voor de oorlog vergaderde hier in een zaaltje de Amsterdamse afdeling van de NSB-elitegroep Mussertgarde en tijdens de bezetting kregen Duitse Officieren hier paardrijlessen van de hoofdpikeur op dat moment: de heer Caspers. Dit heeft als voordeel, dat hij connecties heeft om eten te ritselen. Caspers woonde in de Zocherstraat en een straatgenoot, destijds nog een klein jochie, weet zich te herinneren dat hij en anderen er om de dag mochten eten en mede daardoor de hongerwinter doorkwamen. Ook in 1952, bij zijn 35-jarig jubileum als pikeur bij de Manege, wordt benadrukt hoe goed Caspers is voor kind en dier.
Wij vonden het belangrijk dat deze oudste stadmanege van Europa een goede toekomst tegemoet ging en samen met vele fondsen en particulieren zoals de Vrienden van Stadsherstel konden wij dit werkelijkheid maken. Niet alleen was restauratie van het casco en interieur broodnodig, ook op het gebied van dierenwelzijn moesten er aanpassingen en moderniseringen doorgevoerd worden. Daar leest u HIER alles over.
De restauratie van de manege was gereed in 2020. De gevel van de entree aan de Vondelstraat kwam gereed in 2022, een jaar later gevolgd door de twee woningen boven de poort. De eerste verdieping beslaat één woning en de andere is op de tweede verdieping en de zolder.
Bij de restauratie zijn geluidsisolerende en duurzaamheidsmaatregelen getroffen. Zo is er een WTW installatie gekomen en de verwarming wordt verzorgd door een warmtepomp.
Stallen hebben helaas nu eenmaal ook aantrekkingskracht op minder gewenste bezoekers: ratten groeven voorheen geulen onder de straatstenen in de stallen en in de entree aan de Vondelstraat, waar de paarden in stapten met het risico zich te verstappen en te bezeren. Een betonnen ondergrond onder de klinkers maakt dit nu onmogelijk.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Ad Grimmon.nl
Allard Pierson Museum
Delpher
Geheugen van West
Historiek
Ons Amsterdam
Stadsarchief Amsterdam
Traces of War
Aan dit project hebben meegewerkt:
Architectenbureau J. van Stigt
Aannemersbedrijf: Nico De Bont
De Nieuwe Collectie
Osinga bouwhistorie, 2018
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
Jan Hengeveld Stadsherstelfonds
Het Cultuurfonds
Nationaal Restauratiefonds
Provincie Noord-Holland
De donateurs van de crowdfundactie en in het bijzonder:
de heer S.C. Walland, de ING BANK, H. Mathot, Mevrouw I. Vergroesen, G.Chr. Ligterink, de heer R. Lausberg, A. van Kleef, Aannemersbedrijf D. Louman. BV, Mevrouw P. van Laere, Stichting Heijmeijer van Heemstede, TBI fundatie en de wandelaars van Le Champion