Huis met de stier
aan ons nagelaten
Aan de gevel van het huis Spuistraat 94 is te zien dat deze vernieuwd is en dat er een oude gevelsteen in is geplaatst. Het is de afbeelding van een stier, met de datum 1695. De vraag was, of deze gevelsteen uit de vorige gevel van het huis afkomstig was, of dat hij van elders kwam. Gelukkig was er een foto in het archief te vinden van dit huis in 1917, met daarop de oude gevel. En jawel; met dezelfde gevelsteen. Dat is altijd weer leuk om te vinden.
De bouwheer was smal schipvaerder
Verder zoekende op internet kwamen we niet echt meer te weten. De zoekfuncties stier en koe (we leggen hieronder uit waarom koe) in de archieven leverde niks op. Toen we nog eens door de beeldbank van het stadsarchief gingen, zagen we een foto met als beschrijving “het osje”.
Oh, dachten we, dat is een mooie zoekterm om eens mee verder te gaan. En warempel, met de zoekterm het osje – in combinatie met Spuistraat- kwamen we op de naam van Teunis Dirksz Osseweijer (± 1650-1713). Hij werd in 1694 eigenaar van het pand en blijkbaar bracht hij een jaar later de gevelsteen aan in de gevel. Zijn vader was schipper en later binnenlandtvaerder van beroep. Teunis zelf was smal schipvaerder. In 1766 verkopen zijn erven het pand.
Geen koe maar een stier
Wat de gevelstenenvereniging nog kon vertellen over de steen is het volgende:
“Opvallend is de achtergrond met de gedeeltelijk horizontaal en verticaal gefrijnde structuur. De steen is in augustus 2002 gerestaureerd en gepolychromeerd. De steen zelf zag er goed uit. De os was wat verschoten en roestbruin gekleurd. De horens van de os ontbraken. Wel zaten er twee opvallende gaatjes op de plek waar ze ooit gezeten hadden. Tijdens de restauratie zijn twee sierlijke loden horens gegoten en zijn deze in de iets dieper uitgeboorde gaatjes gekit. Het is vreemd dat zowel jonkheer A. Lopez Suasso , in zijn schetsboek van 1874, als de samenstellers van de Monumentenlijst in 1903, het beest een koe noemen; het is toch duidelijk dat er geen uier onder zijn buik hangt”.
In opdracht van de heer Jan Jongkind werd in 2002 de restauratie uitgevoerd. Jan was fan van zijn gevelsteen én hij was lid van de Vereniging Van Amsterdamse Gevelstenen. Hij ging ook regelmatig mee op een gevelstenen uitje. Jos Otten, voorzitter van de Vereniging maakte regelmatig een praatje met Jan als hij voor het stoepje van zijn garage zat.
Bedankt Vrienden!
Tijdens de Vriendenwandeling in 2023 werd gevelsteen ’t Osje, van het nagelaten huis Spuistraat 94, in kleur gezet. Vele Vrienden hebben dit toen kunnen bekijken. Hij straalt nu weer, dankzij een bijdrage van de Vrienden, zoals in 1694 toen de steen aangebracht werd.
Biljartmakersfamilie
Wat wij verder nog kunnen vertellen over het pand is dit: Vanaf 1883 verschijnen er veel advertenties van de Amsterdamsche Biljartfabriek van Bernard Elsenburg op dit adres. Hij geeft soms een bijna lyrische beschrijving van zijn biljarts. Zo zijn ze ‘ongeëvenaard snellopend, met een zeer lage band, zuiver effect en bekroond op de Wereldtentoonstelling van 1883’. En wat te denken van ‘queuen en puikbeste lakens van Franse qualiteit’.
Bernard stamt uit een katholieke familie van biljartmakers. Zijn vader was de in Amsterdam geboren Jacobus Elsenburg, die in 1834 op 18-jarige leeftijd trouwde met Maria Margaretha van der Linden. Hij was toen kastenmakersknecht, maar in 1868, als zijn zoon Bernardus trouwt, staat als beroep vermeld biljartmaker. Het beroep van de in 1842 in Amsterdam geboren Bernardus is dan ook biljartmaker. Hij woont op de Spuistraat 94.
Bernardus is 25 als hij trouwt met Elisabeth Christina Theodora Dwars. Ook zijn broers Jacobus en Alphonsus hebben het beroep van biljartmaker als ze trouwen. Aan het pand in de Spuistraat is niet echt te zien dat hier biljarts bekeken konden worden. Anders is dat met de showroom en fabriek van de broer van Bernardus, Jacobus Elsenburg, aan de Nieuwezijds Voorburgwal 177. Voor dit pand is in 1901 een nieuwe gevel ontworpen, op de plek waar volgens de boeken dan al meer dan zestig jaar een biljartmakersbedrijf zat.
Bodedienst
In 1917 was in ons pand nog een winkel in verfwaren, glas en vernissen gevestigd, dat is te zien op een foto van het Stadsarchief. Ook verkocht men er ‘Kousjes en glazen, pitten en lampenkatoen, as- en schoonmaakmiddelen, zout, zeep, soda, chloor, bezems, dwijlen, zakken, papier, zeegraswaren, sponzen, zeemleer, borstelwerk etc’.
Vanaf 1938 zat er een expeditiebedrijf in het pand, met een autolijndienst tussen Amsterdam, Steenwijk en Groningen. De goederen werden per veer en vrachtauto vervoerd. De vrachtwagens van deze bodediensten aan de kop van de Nieuwezijds Voorburgwal en Spuistraat veroorzaakten jarenlang een verkeerschaos. Het is curieus dat deze activiteit zich zo lang in hartje stad handhaafde. Pas in 1957 verhuisde het Bodecentrum.
Jan Jongkind, de limousine chauffeur in Amerika
Tientallen jaren later werd Jan Simon G. Jongkind eigenaar. Hij was limousine chauffeur in Amerika en later ook in Amsterdam. Over de aankoop van de Spuistraat 94 schrijft hij in 2006 naar de gemeente i.v.m. zijn garagevergunning, dat hij het pand “aangekocht heeft om zijn werkauto, een limousine, bij zich te kunnen houden”. Hij rekende uit dat dat een besparing van 2x 20 km (inleveren limousine) en 2 x 30 km (heen en weer naar zijn slaapstede) dus 100 km scheelde. “Ik werk niet veel meer (77 jr.) en er zijn dus nog maar weinig bewegingen”. Het lukte om de garagevergunning te behouden, want tot op de dag van zijn overlijden stond er een auto in zijn garage. Niet meer een limousine of één van de andere bijzondere oude auto’s die hij elders had staan, maar een mini.
Deze garage was tevens zijn woonhuis. Hier leefde Jan, boven de auto’s in een getimmerde insteekverdieping. Daar sliep hij omringd door boeken en tal van oude kentekenplaten en alles wat hij verzamelde. Hij was een levensgenieter. Dat straalt echt af van de foto’s die wij doornamen na zijn overlijden. Altijd goedlachs en fan van het maken van selfies; hij maakte foto’s door zichzelf te fotograferen richting een spiegel of raam. Gezellige foto’s zijn het, altijd is hij wel omringd door mensen, auto’s, een boot die hij ook zelf opknapte, maar ook paarden. Veel speelde zich af in Amerika waar hij ook een huis had. Helaas werd dit huis hem op een slinkse manier afgenomen. Tot het laatst streed hij om dit huis terug te krijgen. Wij zijn aan het onderzoeken of het zin heeft om deze strijd voort te zetten.
Model en werken voor een beroemd Amerikaans Hotel
Naast de bovengenoemde werkzaamheden was de knappe Jan ook model. Hij stond in 2001, hij was toen 71 jaar, ingeschreven bij Broad Casting Agency Amsterdam – Köln. Op zijn inschrijfformulier lezen we dat hij 1.94 meter lang was met grijze ogen. Ondeugende grijze ogen had er eigenlijk moeten staan, want die had hij, tot op het laatst.
Op 71 jarige leeftijd solliciteerde hij ook nog bij VIP-tours Amsterdam. Waar hij aangaf dat hij van circa 1970 tot 1986 voor een limousine bedrijf werkte, dat o.a. de huis-service was voor het Beverly Wiltshire Hotel in Beverly Hills California (bekend van de film Pretty Woman).
Sinds 1987 werkte hij bij Doelen limousine, i.v.m. zijn leeftijd nu als oproepkracht, gaf hij aan; “Ben vlot in Engels, vrij goed met Duits en Frans, ken wat Spaans maar m.i. niet goed genoeg om “lekker” te gidsen. Zie mijzelf vooral als “oproepkracht” en wil niet met Doelen breken. Lange dagen of dagen achter elkaar is geen probleem. Heb een garage en ben in bezit van chauffeurspas”.
Duidelijk is dat Jan toen nog niet klaar was met werken en het zoeken van nieuwe uitdagingen.
Eethuis ’t Bonte Osje’
Ook vonden wij in Jan’s nalatenschap dat J.L.M. Goeken contact met hem had gehad. De ouders van Goeken hadden in Spuistraat 94 van circa 1950 tot 1957 een Oud Hollands eethuisje, genaamd ’t Bonte Osje’. Dit stopte omdat de kinderen Goeken geen interesse hadden om het over te nemen.
Het garage/woonhuis van Jan hebben wij na zijn overlijden opgeruimd; op de bovenverdieping wonen nog de bovenburen aan wie hij verhuurde. We gaan nadenken welke functie we de begane grond verdieping kunnen geven. De plek waar Jan tot het laatst toe zat, vaak op een stoel voor de deur, en een praatje maakte met voorbijgangers en buren. Hier kreeg ook menig hondje dat voorbij kwam een aai. Jan genoot tot op het laatst, tussen de mensen, met al zijn verhalen en zo zullen wij hem ook herinneren.
Nalaten aan Stadsherstel?
Ook aan het nadenken over nalaten aan Stadsherstel? Neem dan vrijblijvend contact op met Stella van Heezik dan kunnen we onder het genot van een koffie of thee uw wensen bespreken en kijken of het schenken aan Stadsherstel iets voor u is. Natuurlijk kunnen we ook bij u langskomen als dat u beter schikt.
U kunt contact opnemen met stella@stadsherstel.nl
of 06-53434767 / 020-520075
Meer lezen over schenken en nalaten kunt u HIER doen.
Meer informatie
Bronnen:- VVAG
- Stadsarchief
- Archief Jan Simon J. Jongkind