Ketelhuis met schoorsteen vrijgemaakt voor toekomst
Naast de vele woningen en bedrijfspanden, maar ook kerken, boerderijen, molens en noem maar op, komt er soms een wel heel apart object op ons pad. En ook daar zetten wij natuurlijk graag onze tanden in. Zo staat er in Rijsenhout, gemeente Haarlemmermeer een ketelhuis met schoorsteen in een oud tuindersgebied. Met de komst van een nieuwbouwwijk leek dit overblijfsel van de plaatselijke geschiedenis verloren te gaan. Nu krijgt het een ereplaats in het parkontwerp.
De woeste Waterwolf
De drooggelegde Haarlemmermeer, dat zich uitstrekt tussen Amsterdam, Haarlem en Leiden, is bij uitstek een Hollands polderlandschap. Op de overgang van dit nieuw gewonnen land naar het oude veengebied ontstond de oudste bebouwing van Rijsenhout: in een lint langs de Ringdijk en aan de Bennebroekerweg. Hier kwamen aan het begin van de vorige eeuw kleine kassenbedrijfjes. In 1918 maakte de Landarbeiderswet het namelijk mogelijk voor landarbeiders om met overheidshulp een stukje grond met een eigen woning te verwerven.
Zo ontstond op de plek waar tot dan toe slechts enkele boerderijen stonden, het buurtschap bekend onder de naam Aalsmeerderbuurt-Zuid. In 1959 kozen de bewoners de naam Rijsenhout als nieuwe naam voor het dorp. Vernoemd naar een eiland dat in de achttiende eeuw verzwolgen werd door de ‘Waterwolf’, de bijnaam voor het woeste water- en landvretende Haarlemmermeer.
In diezelfde jaren vijftig en zestig was er een grote uitbreiding van het tuinbouwgebied met grootschalige kassencomplexen als gevolg.
Het eerste tuinbouwbedrijf dat zich hier in de Haarlemmermeer vestigde was dat van weduwe G. Maarse-van Oorde en haar twee zoons Klaas en Willem die in 1929 een stuk grond van één hectare kochten aan de Bennebroekerweg. Zij brachten hun eigen kassen mee vanuit Aalsmeer, waar ze vandaan kwamen. Ze lieten een woonhuis in Amsterdamse Schoolstijl bouwen ter hoogte van het huidige nummer 8-10 en tegelijktijdig daarachter een ketelhuis met schoorsteen, dat voor de verwarming van de omliggende kassen, waarin tuinplanten werden gekweekt, moest zorgen.
Industrieel erfgoed
De opkomst van fabrieksschoorstenen hangt nauw samen met die van de stoommachine in de 19de eeuw. In het ketelhuis werd stoom opgewekt door de verbranding van kolen, turf, olie of gas. Deze stoom werd gebruikt om machines aan te drijven of, zoals in dit geval, warmte te leveren. De schoorsteen diende voor de afvoer van verbrandingsgassen en had een aanzuigende werking. Lange tijd waren fabrieksschoorstenen een symbool van welvaart en vooruitgang. In Nederland alleen al zijn er sinds circa 1860 ruim 11.000 gebouwd. Maar door de veranderende productieprocessen raakten de schoorstenen buiten gebruik en werden ze in de jaren 60 en 70 op grote schaal gesloopt. Inmiddels zijn er in ons land nog maar zo’n 600 à 700 van over.
In de Haarlemmermeer waar vele, vooral kleinere schoorstenen stonden in het tuinbouwgebied is er zelfs vrijwel geen enkele gespaard gebleven. Vanwege deze zeldzaamheid in de regio en als overblijfsel van de lokale tuindersgeschiedenis, heeft de schoorsteen een grote cultuurhistorische waarde. Daarnaast zijn het ketelhuis en de schoorsteen, ontworpen door de Aalsmeerse architect W. Maarse jr. (geen familie) van architectonisch belang door de stijlinvloeden van de Amsterdamse School.
Amsterdamse Schoolinvloeden
Over het algemeen is het ketelhuis sober vormgegeven, zoals verwacht mag worden van een functioneel gebouw. Toch duiden enkele metselwerkornamenten, zoals de horizontale geleding aan de bovenzijde door de uitkraging en de dakrand met houten overstek van circa 40 cm., op invloeden van de Amsterdamse School. Bij de schoorsteen zien we deze invloed terug in de gemetselde kop.
Nieuwbouw met historische verwijzing
De nabijheid van Schiphol en de wettelijke beperkingen die dit met zich meebrengt, maakt woningbouw in de gemeente Haarlemmermeer lastig, terwijl aan de andere kant veel oude, in onbruik geraakte tuinbouwkassen steeds verder vervallen en er wel wens is tot uitbreiding. Een uitspraak van de Raad van State vorig jaar maakte de bouw van een woningbouwproject achter de Bennebroekerweg mogelijk, een kleinschalig woonhof rondom een groen park. Binnenkort start de sloop van het bouwvallige kassenterrein. De gemeente heeft vooraf aangegeven dat de schoorsteen, een gemeentelijk monument, behouden moest blijven. Maar dat hierbij het oude ketelhuis, dat niet beschermd werd door een monumentale status, tegen de vlakte zouden gaan leek voor de hand te liggen, tot wij benaderd werden of dit niet iets voor ons was.
Zo’n uitdaging nemen wij natuurlijk graag aan. Wel met de voorwaarde dat we het als geheel zouden behouden. Hierop is het ensemble van schoorsteen én ketelhuis nu als gemeentelijk monument aangewezen. In samenspraak met de projectontwikkelaar krijgt het een prominente plek in het hart van het hof: middenin een groen park waaromheen de woningen zijn gelegen. Zo wordt het een cultuurhistorisch relict dat verwijst naar de geschiedenis van deze regio. Ook een gezamenlijke kas met moestuinbakken zullen aan deze periode doen herinneren.
Vrijgemaakt van de kassen die het ketelhuis nu aan vier zijden hebben ingebouwd, zal het charmante ketelhuis ook veel beter tot zijn recht komen.
Redding is nabij
De bedoeling is om zowel het ketelhuis als schoorsteen te behouden en te restaureren, waarbij het ketelhuis wordt herbestemd als kantoorruimte.
Wij zijn al aardig op weg om deze redding echt mogelijk te maken. En dat hoeven we gelukkig niet alleen te doen. Zo heeft de gemeente een mooie toezegging voor een subsidie gedaan. De aannemer heeft een mooie korting gegeven op het uit te voeren werk. Daarnaast zijn we nu nog op zoek naar fondsen of donaties die het behoud van dit unieke erfgoed mogelijk maken.
Heeft u tips of wilt u bijdragen? Geef het graag door aan Stella van Heezik, hoofd Communicatie, Fondsenwerving & Vrienden via stella@stadsherstel.nl of 06-53434767.
Bronnen:
- STIF: Stichting fabrieksschoorstenen
- Bestemmingsplan Rijsenhout en omgeving, gemeente Haarlemmermeer (januari 2014)
- Bouwhistorische verkenning (Leon Sebregts, 2021)
- Redengevende beschrijving van het gemeentelijk monument (Bureau Helsdingen en Stichting Fabrieksschoorstenen, 2020)