T

Tweede Weteringdwarsstraat 7

Tweede Weteringdwarsstraat 7, Amsterdam

Dit dubbelpand (5-7) hebben wij geschonken gekregen van de Amsterdamse heer A.S. van Randen, met de belofte dat een huurder kosteloos mocht blijven wonen in het huis. Dit soort afspraken bij schenkingen en nalatenschappen komen wel vaker voor, en is iets waar wij graag aan meewerken en de mogelijkheden samen met de eigenaar van een huis mee onderzoeken.

Eigenaar
Testament

De panden werden aan ons nagelaten

In 1972 waren wij de enige erfgenamen van de Amsterdamse heer A.S. van Randen. Hij had ons via zijn testament vrijgelaten om met de huizen in de nalatenschap te doen wat wij goed achtten.

Als erfgenaam werden wij eigenaar van het dubbelpand Tweede Weteringdwarsstraat 5-7. Mevrouw J. de Graaff kreeg het levenslang vruchtgebruik van 2/5 van het huis. Zij zag daarvan af tegen betaling, waardoor wij het dubbele woonhuis geheel in bezit kregen.

Ook liet de heer Van Randen ons 50% van de panden Rustenburgerstraat 360 en 362 na. Wij hebben die panden verkocht omdat de panden zich in een goede staat bevonden en omdat het voor ons niet handig was om voor 50% eigenaar te zijn van dit bezit. Het vrijgekomen geld konden we daardoor gebruiken voor de restauratie van andere monumenten. Dit vond plaats

toen er nog minder waardering was voor huizen gebouwd in de 20e eeuw. Nu zouden we de panden zeker gehouden hebben.

Gebruik
Wevershuisjes

Stimulering van de textielindustrie

Tweede Weteringdwarsstraat 5-7 is gebouwd als een van de ruim 200 wevershuisjes die de stad Amsterdam in 1670 heeft gebouwd. Het idee was om zo de textielindustrie te stimuleren. Het bouwen gebeurde in opdracht van de drie godshuizen; in het geval van dit specifieke pand in opdracht van het Gasthuis. Het textielproject is vanaf het begin een mislukking geweest.

De bewoners gedurende de eerste jaren waren enkel wevers en andere vaklieden uit de textielindustrie, die soms afkomstig waren uit Frankrijk als vluchtelingen. Zo bewoonden in 1677-1682 Benjamin Poull, een Waalse wever, het pand en in 1675-1686 de Waalse wever Carel de Talijeur. De volgende groep bewoners is onbekend, maar zal bestaan hebben uit eenvoudige werklieden. Vanaf het eind van de 19e eeuw werd het huis niet langer verhuurd, maar bewoond door de familie die het bezat; de familie De Graaff. Jan Christiaan de Graaff was behanger toen hij het huis in 1863 kocht. Hij was getrouwd met de mutsenmaker/stoffeerder Elisabeth Strang.

In 1972 liet de echtgenoot (A.S. van Randen) van de kleindochter van Jan Christiaan (Anna Hillegonda de Graaff) het pand na aan Stadsherstel.

Rol van Stadsherstel
Achterstallig onderhoud

Het dubbelhuis in de Weteringbuurt heeft een ruime achterplaats en een mooi uitzicht op het Rijksmuseum. Ze bevonden zich, toen we ze kregen, constructief nog in goede staat, maar wel met achterstallig onderhoud. We hebben toen het dak en de gevels aangepakt en verder werd de restauratie van de panden in 1975 zo uitgevoerd dat de bewoners in het huis konden blijven wonen. De buurt was jaren erg verloederd, maar is in de periode van onze restauratie alweer behoorlijk opgeknapt.

Als u een beetje wilt beleven hoe 18e-eeuwse gezinnen hier hebben gewoond en gewerkt, en als u meer wilt weten over de werking van het weefgetouw, bezoek dan het Wevershuis op de Zaanse Schans. Wij hebben dit pand kunnen redden door het te verplaatsen naar de Zaanse Schans. Het huis heeft tot het begin van de twintigste eeuw dienst gedaan als thuisweverij en het Zaans Museum demonstreert hier nu het ambacht van het thuisweven. In het Wevershuis op de Zaanse Schans ontdekt u alles over het oud-Hollandse ambacht van zeil- en molendoekweven. Meer informatie vindt u

Buren
Bonebakker

Goud- en Zilversmeden en Juweliers

Ook leuk om te melden is dat naast ons pand een atelier van Bonebakker kwam. Adrianus Bonebakker (1767-1842) werd in 1792 aangenomen als meester in het Amsterdamse goud- en zilversmidsgilde. In 1802 begon hij samen met Dirk Lodewijk Bennewitz het bedrijf Bonebakker & Bennewitz. Ze groeiden snel uit tot de belangrijkste goud- en zilversmidwinkel in de Nederlanden. Een status die bevestigd werd toen het in 1816 de opdracht kreeg om het zilveren tafelservies te maken dat door de stad Amsterdam aan kroonprins Willem II en Anna Paulowna werd geschonken ter gelegenheid van hun huwelijk.

Halverwege de jaren twintig van de 19e eeuw werd het Bonebakker & Zoon. Het bedrijf bleef opdrachten ontvangen van de Oranjes, met als hoogtepunt de kroon van koning Willem II in 1840, die ook bij alle latere kroningen is gebruikt. Ook kreeg het in 1926 de vorstelijke opdracht om een servies te maken, bedoeld als geschenk voor Amsterdam ter gelegenheid van het 600-jarig jubileum van de stad. In 1950 benoemde koningin Juliana Bonebakker officieel tot hofleverancier. In 1954 verhuisde het naar het Rokin, waar het bleef tot 2012. Er zijn ook elders vestigingen geopend, zoals in Curaçao. Tot 1980 was het een familiebedrijf. Na de verkoop is de naam Bonebakker gehandhaafd.Bronnen:

Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.