Overtoom 373
Overtoom 373, AmsterdamOvertoom 373 was het kantoor van de oudst bewaard gebleven paardentramremise van Nederland. Het gehele complex bestond oorspronkelijk uit een kantoorgebouw, ziekenboeg, paardenstallen met smederij en een tramwagengarage (afgebrand in 1984). Het kantoor en de remise zijn een schepping uit 1876 van architect A.L. van Gendt, gebouwd in opdracht van de Amsterdamsche Omnibus Maatschappij (A.O.M.).
Vanwege verloren kost “Kostverlorenstraat”
De Overtoom is zijn bestaan begonnen in de Middeleeuwen, als voetpad tussen het dorp Sloten en Amsterdam. Na het ‘mirakel van Amsterdam’, dat in 1345 plaatsvond, werd het een druk belopen pelgrimsroute. In de 15e eeuw werd de weg verbreed. Rond 1430 werd de -naast de weg liggende- sloot uitgegraven tot een vaart, zodat ook schepen langs deze route naar de stad konden komen.
Dat was nodig, omdat in opdracht van het Hoogheemraadschap Rijnland (1413) een afwateringskanaal was gegraven tussen de Nieuwe Meer en het IJ. Het bestuur van Amsterdam wilde echter geen sluizen zo dicht bij de stad – waarmee het land makkelijk onder water gezet zou kunnen worden – en ging naar de rechter. Die besliste in het voordeel van Amsterdam. Het Hoogheemraadschap had hiermee verloren kosten, de nieuw aangelegde vaart werd toen ‘Kostverlorenvaart’ genoemd.
Maar de Amsterdammers wilden wel gebruik maken van de nieuwe vaart en legden een overhaal (=overtoom) aan, waarmee boten over de dam getrokken konden worden. Er volgden tijden van geruzie en geharrewar tussen Rijnland, Haarlem (die door de nieuwe waterweg tolinkomsten misliep) en Amsterdam. Pas toen met de komst van de Fransen een centrale overheid werd ingesteld kwam er een oplossing. Amsterdam bouwde in 1808 een sluis ter plaatse van de Overtoom en de inkomende sluisgelden moesten de drie partijen verdelen.
Amsterdamse Omnibus Maatschappij
Over de geschiedenis van het terrein waar later dit complex kwam kunt u HIER meer lezen. In 1876 kwam hier het kantoor van de Amsterdamse Omnibus Maatschappij (AOM). De AOM stond aan de basis van het huidige tramnet in Amsterdam. Ze begonnen met de exploitatie van de paardenomnibus, maar gingen al snel over op een paardentramlijn. Op 8 augustus 1878 werd de derde paardentramlijn: Leidscheplein – Overtoom feestelijk geopend door deze maatschappij.
Toen werd ook de remise ‘Bremerlehe’ in gebruik genomen. De naam Bremerlehe is afkomstig van het huis dat op deze locatie stond voordat de remise gebouwd werd. Architect van de nieuwe remise was Adolf Leonard van Gendt, die enkele jaren later de Hollandse Manege en het Concertgebouw zou ontwerpen.
In 1896 werd de concessie van de A.O.M. voor de tramlijnen niet verlengd omdat de Gemeente zelf vanaf 1900 de exploitatie van het openbaar vervoer op zich nam. In die periode werd tevens begonnen met de elektrificatie van het tramlijnennet. Na de overname van de AOM door de gemeente werd de paardentram al snel vervangen door de elektrische tram. Remise Bremerlehe was daarmee overbodig geworden en werd verhuurd aan de Amsterdamse Rijtuigen Maatschappij, die hier de afdeling rouwkoetsen onderbracht.
Toen sloop dreigde, werd door omwonenden in 1995 de ‘Vereniging tot Behoud van de Paardentramremise’ opgericht en zij wist de politiek te overtuigen dat de remise een uniek monument is. Daarop benaderde het Stadsdeel Oud West diverse partijen om plannen te ontwikkelen voor het gehele complex.
In 1998 kocht Stadsherstel het complex, inclusief winkel en woningen op Overtoom nr. 371, waarmee het geheel definitief behouden is. Onder directie van architectenbureau Kentie en Partners startte vervolgens de restauratie en nieuwbouw in januari 2003.
Aan de Overtoom werden in de twee gebouwen 371 en 373 zes woningen en twee winkels gerenoveerd. In de steeg werd ook het paardenstalgebouw, inclusief de ziekenboeg en de smederij, gerestaureerd en herbestemd tot een kantoorgebouw. Daarachter is een nieuw gebouw met parkeergarage gemaakt; kinderhuis Villa Spijker voor meervoudig gehandicapte kinderen.
Aan het begin van de steeg is in de bestrating een stuk haarmansrail opgenomen. Deze rail, een geschenk van het Electrische Museum Tramlijn, is de directe opvolger van de paardentramrail die helaas niet meer voorhanden is. Maar spoorbreedte en productiewijze komen overeen. Aan de zijgevel van nummer 371 is weer de sierlijke gevelreclame van garage Wierda aangebracht, als herinnering aan een Overtoom met touringcar- en garagebedrijven, met dank aan de vereniging die zich beijvert voor het behoud van historische gevelreclame.
Vrienden bedankt
Boven de linkerzijgevel van dit pand is deze gevelreclame teruggebracht dankzij de Vrienden van Stadsherstel.
Word ook Vriend en maak dit soort verfraaiingen mogelijk.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher
Aan dit project hebben meegewerkt:
Architectenbureau: Kentie en Partners