Rusland 12
Rusland 12, AmsterdamOp deze plek was vóór 1606 een suikerbakkerij gevestigd. Hier werden twee huizen onder één dak geplaatst, met daarnaast ook een huis aan de achterliggende Slijkstraat. In de grond hebben we resten van eerdere bebouwing gevonden.
Rusland 10 en 12 staat vanaf het begin van de 17e eeuw bekend als een dubbelhuis met bijbehorende erven, de huidige voorgevel is 18e-eeuws. Links en rechts heeft het zijn eigen bouwmuur, met halverwege een dragende tussenmuur. Verder heeft het een blinde achtergevel tot het niveau van de tweede verdieping. Deze muur wordt gedeeld met het huis erachter, aan de Slijkstraat.
Het pand is destijds, samen met vijf andere panden, door Stadsherstel verworven via het SAS-Radisson hotel. In het pand 10-12, bestaande uit twee huizen onder één dak, bevinden zich twee kleine bovenwoningen, en op de begane grond zat broodjeszaak Het Kleine Coophuys.
Eerst is in het voorjaar van 2002 en de zomer de voorgevel gerestaureerd, zodat ons gehele bezit aan het Rusland er in ieder geval aan de buitenzijde goed uitziet. Dat was ook de afspraak met het hotel. Daarna zijn de fundering en de verdere constructie aangepakt, gevolgd door de interne afwerking.
Lees HIER meer over de restauratie.
Zonder palen
Onder het pand is geen fundering aangetroffen; er zijn geen palen en/of langshout onder het fundatiemetselwerk aanwezig. Het is dus gefundeerd op staal, zoals dat wordt genoemd. Fundering op staal is een funderingswijze waarbij de muren of wanden, meestal met behulp van een verbrede voet, rechtstreeks op de draagkrachtige bodem rusten. In ons geval bevindt de onderkant van de bouwmuur zich op 2,4 meter onder straatniveau.
Wel is er een oude waterkelder aangetroffen onder nummer 10, met een gemetselde vloer van 30 cm dik. Daaronder ligt ongeveer 15 cm hout op een stenen vloer, die weer op een roosterwerk rust. De vloer ligt op 2,1 meter onder begane grondniveau. De waterkelder, waarvan de bovenzijde was gesloopt, was gevuld met zand. Het grondwaterpeil staat gelijk aan het oude souterrainniveau, wat overeenkomt met NAP + 0,40 meter. Dit ligt 1,4 meter onder de huidige begane grond, die nu op straatniveau ligt, boven het volgestorte souterrain. De oude souterrainvloer bestaat uit een vlijlaag met een afwerkvloer. Een vlijlaag is een laag van stenen, gelegd op hun ‘plat’, als onderlaag voor bijvoorbeeld een vloer.
Een van de eerste bakkers
We weten niet of de resten in de grond behoorden bij de suikerbakkerij die hier volgens de akten vóór 1606 gevestigd was, of dat ze afkomstig zijn van een andere bebouwing, aangezien de bouw aan ’t Rusland uit de 15e eeuw stamt.
Voor 1606 was er volgens een akte van het buurpand sprake van een huis met een suikerbakkerij van Pieter Gilleszn. Pieter Gilleszn was de echtgenoot en voogd van Lijsbeth Rijsers. Helaas hebben we tot nu toe weinig informatie over deze suikerbakker kunnen vinden. Wel is het zo dat als hij vóór 1606 een suikerbakkerij had, hij dan één van de eerste suikerbakkers in Amsterdam was. De eerste Amsterdamse suikerbakkerijen ontstonden in de oude binnenstad. Welke de oudste is, blijft onbekend. We weten alleen dat het stadsbestuur in 1597 bepaalde dat de ‘raffineurs van suycker’ in geval van brand recht hadden op achttien brandemmers. Aangezien zes per bedrijf de norm was, moeten er toen drie suikerbedrijven zijn geweest. Volgens een lijst uit 1605 was dat aantal nog steeds hetzelfde.
In de 17e eeuw waren suikerbakkerijen belangrijke bedrijven vanwege de groeiende vraag naar suiker in Europa. Rond 1700 stonden er ongeveer honderd suikerfabrieken in Amsterdam.
Tegenover het schoenmakersgildehuis
Vanaf 1626 krijgen beide panden verschillende eigenaren. Maar vanaf 1606 is er geen sprake meer van een suikerbakkerij, maar duidelijk van een huis met erf, dat aan de achterzijde grenst aan de Slijkstraat. Het perceel liep dus helemaal door. Wanneer de eigenaar Hendrik Willemszn, scheepstimmerman, in 1608 zijn bezit verkoopt, bestaat het verkochte uit twee woningen onder één dak, met de bijbehorende erven. Aan de achterzijde heeft Hendrik echter een ander huis gebouwd, dat een gezamenlijke muur heeft.
De volgende eigenaar is Thijs Geurtz, een vlasverkoper, die getrouwd was met Pietergen Machiels. In 1624 wordt de boedel opgemaakt van de overleden weduwe Pietergen, ten behoeve van haar kinderen. Vervolgens krijgen de twee woningen verschillende eigenaren. Het westelijke nummer 10 gaat in 1626 naar David ter Haer, goudsmid, en het oostelijke nummer 12 in 1639 naar Pieter Matthijs, lakenverver.
Er staat ook een bepaling bij over de onderdelen van het huis die gedeeld worden met nummer 10. Daarna ontwikkelen de huizen hun eigen geschiedenis. Een leuk weetje: wanneer het huis in 1739 wordt verkocht, staat het bekend als het huis tegenover het schoenmakersgildehuis. Het buurhuis, waarmee dit pand het dak deelt, stond van 1651 tot 1798 bekend als het huis tegenover het garenhuis. In ons huis werd toen een theenering bedreven. In 1851 woonde er een visverkoper en in 1864 en 1879 een winkelier.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Archivolt Architecten te Diemen
Restauratieaannemer: Boer Bouwkundig Onderhoud te Nieuwerbrug Ingenieursbureau EversPartners