Majellakerk
Obiplein 4, AmsterdamDe Gerardus Majellaparochie waar de Majellakerk met omringende gebouwen toebehoorden hebben het financieel nooit makkelijk gehad. Na de ontkerkelijking was het snel gebeurd. Maar gelukkig werd het pand toch niet gesloopt en konden wij de schepping van Jan Stuyt redden. Nu is het omgedoopt tot de Nedphokoepel van het Nederlands Philharmonisch orkest.
Veel woningen na de Eerste Wereldoorlog in Indische Buurt
Na een raadsbesluit van 24 maart 1897 komt er een zodanige uitbreiding van de Indische Buurt tot stand, dat bij de geestelijkheid van de Sint Bonifatius parochie (Oosterparkbuurt) de gedachte gaat groeien dat deze wijk eigenlijk wel als parochie op zich zou kunnen bestaan.
Deze gedachte wordt overgenomen door de bisschop, en zo vindt Gerardus Hogeman, kapelaan in de aangrenzende Anna parochie, 10 oktober 1912 een brief in de bus met zijn benoeming tot bouwpastoor van een nieuwe parochie in de Indische Buurt. Ongeveer anderhalf jaar later staat er dan een stenen noodkerk op de hoek Borneostraat/ Sumatrastraat met daarnaast (Borneostraat 38) de voorlopige pastorie. Als beschermheilige van de nieuwe parochie wordt de Spaanse broeder Carmeliet Gerardus Majella gekozen. Het verhaal gaat dat deze is gekozen vanwege dezelfde voornaam als kapelaan Gerardus Hogeman. Het parochieleven maakt een vlotte start en lijkt gedurende enkele jaren een goede toekomst te hebben.
In de Indische buurt worden direct na de Eerste Wereld Oorlog veel woningen gebouwd en men verwacht een groot aantal RK-gelovigen. Er worden plannen gemaakt voor een grote kerk als middelpunt van een katholiek complex, waartoe onder meer ook woningen, een klooster, een jongens- en een meisjesschool en nog een aantal gebouwen waarbinnen opvoeding en geloof hand in hand gingen.
Geïnspireerd door de Byzantijnse kerken
In 1924 koopt het parochiaal kerkbestuur van de gemeente Amsterdam het terrein begrensd door het Ambonplein, de Obistraat, de Halmaheirastraat en de Batjanstraat, groot ongeveer 6500 m². Als architect wordt vervolgens Jan Stuyt gekozen, wellicht vanwege het feit dat hij al een kerkontwerp had klaarliggen. Hij had namelijk een kerk ontworpen voor de Pijnackerstraat, daar waar nu de Vredeskerk van architect Jos Bekkers staat. Vermoedelijk trok Stuyt zich terug vanwege het voortdurend wijzigen van de opdracht. Jan Stuyt heeft een zeer groot aantal kerken (vooral in Zuid-Nederland), scholen, ziekenhuizen, raadhuizen en villa’s ontworpen.
In Amsterdam ontwierp Stuyt o.a. de Rozenkranskerk in de J. Obrechtstraat en de Boerhaave kliniek in de Johannes Vermeerstraat. Jan Stuyt is geïnspireerd door de Byzantijnse kerken die hij tijdens een bedevaart naar Palestina in 1903 bezocht, met name de Aya Sophia in Istanboel.
De belangrijkste verwijzing naar de Byzantijnse architectuur bij het ontwerp voor onze kerk is de grote twaalf zijdige vieringtoren boven de inwendige koepel met leien en waarop bol met kruis. Een hoge vrijstaande klokkentoren links (west) naast de voorgevel, geïnspireerd op de San Marco in Venetië, maakte deel uit van het oorspronkelijke ontwerp maar werd wegens geldgebrek nooit gebouwd. De kerk, die nagenoeg oost-west is georiënteerd, is gebouwd
Inwendige muurschilderingen
Aan weerszijden van de hoofdtoegangspartij en de zijingang bevinden zich de oorspronkelijke hekwerken.
Het middenschip onder gedrukt gewelf is inwendig uitgepleisterd en voorzien van gordelbogen. De omgang wordt van de centrale ruimte door rechthoekige pijlers en verjongende zuilen gescheiden. De zuilen hebben een teerlingkapiteel (romaans kapiteel) en dragen gelede boogtrommels. Boven de grote ronde vensters zijn golfvormig gegroepeerde gekoppelde zwikken (dat zijn de binnenhoeken van de bovenstructuur).
De Gerardus Majellaparochie is altijd een sobere middenstandersparochie geweest; mede daarom werd de kerk pas later voorzien van inwendige muurschilderingen (waarschijnlijk uitgevoerd door Jan Oosterman) en meubilair (atelier gebroeders Brom, Utrecht). De geschilderde decoraties en wandschilderingen, bijvoorbeeld op de zwikken en pendentieven (dat is een driehoek in het holle gewelf) hadden Bijbelse voorstellingen. Het iconografisch programma werd mogelijk ontworpen door de architect Jan Stuyt. Deze wandschilderingen zijn thans overgeschilderd.
10% zit nog maar in de kerk
Rond de crisisjaren, 1929, beginnen de verhoudingen in de Indische Buurt zich sterk te wijzigen. Vooral de beter gesitueerde bewoners trekken weg naar de nieuwe buurten en wat minder bedeelden, vooral van de ‘eilanden’ en uit de binnenstad, nemen hun plaats in. Kortom, de parochianen verarmen steeds meer en ook voor het parochiebestuur gaan de financiële moeilijkheden zich opstapelen. De sfeer van ‘het Rijke Roomse Leven’ met veel kerkelijke verenigingen en de vele ’toeters en bellen’ die daar gewoonlijk bij hoorden, blijft aan de oppervlakte en kan zich niet verankeren.
Ook de ontkerkelijking in de jaren 1960 en de stadsvernieuwing, die leidde tot veranderingen in de samenstelling van bevolking, versterkten de moeilijkheden rond het behoud van de kerk.
Als in de jaren ’80 van de 20e eeuw de kerk ook op zondag nog maar voor 10% gevuld is dreigt sloop. Op 20 september 1992 werd de laatste mis gehouden.
Het bisdom Haarlem, de eigenaar, zocht een andere bestemming voor het gebouw, maar stelde hieraan strenge eisen en hield vast aan een sociaal cultureel gebruik. Kon dat niet, dan wilde het bisdom liever slopen.
Wij kochten de kerk in 1992 en begonnen met de restauratie en herbestemming tot studie en kantoorgebouw. Hierna is de directe omgeving van de kerk nog steeds tamelijk onherbergzaam. De gebouwen om de kerk heen staan er voor het grootste deel slecht onderhouden bij en de ’tuin’ is een opslagplaats voor zwerfvuil. Slechts heel langzaam komt daar verandering in. Het stadsdeel knapt de pastorie en het voormalige nonnenhuis op. En wij knappen later de meisjes en ook de kleuterschool op.
De hoofdhuurder het Internationaal Informatiecentrum en Archief van de Vrouwenbeweging (nu Aletta, instituut voor vrouwengeschiedenis) verhuisd in 2011 naar de Vijzelstraat waarna we het pand herbestemmen voor het Nederlands Philharmonisch Orkest. Zij waren al enige tijd op zoek naar een nieuwe repetitiezaal, omdat zij de Beurs van Berlage aan het Damrak moest verlaten. De prioriteit voor een nieuw onderkomen lag bij de functionaliteit van de repetitieruimte, waar de orkesten zich kunnen voorbereiden op de concerten en voorstellingen, voornamelijk in het Concertgebouw Amsterdam en bij De Nederlandse Opera in het Muziektheater Amsterdam.
Maar de kerk bood ook de unieke gelegenheid om hun kantoren en ontvangstruimten rond de centraal gelegen kerkzaal te positioneren. Als restauratiearchitect werd Van Stigt gekozen die ook de restauratie en het funderingsherstel in 1992 had gedaan.
Er moest veel gedaan worden. De in 1992 aangebrachte tussenvloer op de eerste verdieping werd verwijderd en een deel van de verkeersvelden zijn toegevoegd aan de grote zaal. Uit geluidsmetingen bleek dat de koepel weliswaar geen kraakheldere echo voortbracht maar vooral de combinatie van koepel en hoge wanden zorgde voor een in tijd en ruimte zeer ongelijkmatige verdeling van de geluidsenergie. Met hulp van een rekenmodel en een schaalmodel is onderzocht wat voor maatregelen er nodig waren op de ruimte geschikt te maken om muziek te maken.
Zo werd de zaal o.a. van 650 m² aan breedbandige geluidsabsorptie voorzien, zoals MuzyQ en Heineken Hall. Het materiaal wordt op de bouw samengesteld wat de architect Kees Spanjers veel vrijheid gaf wat betreft het ontwerp. De toepassing (geluidsabsorptie) doet zijn werk: de nagalmtijd is teruggebracht van 7 naar 1,9 seconden. De koepelruimte is nu geschikt voor repetities en concerten (225 zitplaatsen). De middenruimte kan ook als één gelijkvloerse ruimte worden ingericht.
Lees HIER meer over het Nedpho op de website.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect : Van Stigt en Zaanen Spanjers C.S
Restauratieaannemer : J.C. Nieuwenhuizen Amsterdam, De Nijs
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
– Provincie Noord-Holland