Kadijksplein 6
Kadijksplein 6, AmsterdamVanuit de tapperij die rond de vorige eeuwwisseling op deze plek gevestigd is kijkt men uit op de Scharrebiersluis – vernoemd naar het platte ‘armeluis’ bier – en de gelijknamige stalen brug die hier in 1906 geplaatst wordt.
Het bier in deze tapperij is niet dat slappe aftreksel maar komt van de lokale brouwerij op Kadijkseiland, op dat moment de grootste van Amsterdam. Later zit er onder meer een groentezaak en tegenwoordig kunt u er terecht voor heerlijk versgebakken brood.
Het kavel is volbouwd in 1727
De percelen van het huidige Kadijksplein worden in 1722 uitgegeven. In 1724 koopt Hendrik Bisschop van Sibout Bollart het erf waarop het huidige Kadijksplein 6 komt, samen met de beide aangrenzende erven en in 1727 is dit kavel volbouwd.
De weduwe van Hendrik, Neeltje Huyge Booy, laat dit pand en het huidige nummer 7 na aan haar zussen en broer, elk voor een kwart. Omdat een van de zussen reeds overleden is, gaat haar kwart naar haar twee zonen. De erfgenamen verkopen het huis in 1758 aan Cornelia van Blanken, vrouw van Hans Pieter Schut. Na haar overlijden verkoopt haar zoon Johannes Schut in 1785 zijn geërfde 1/3 aandeel in het huis aan Bastiaan Hartman, schoonzoon, die 2/3 geërfd heeft. In 1757 zijn Bastiaan en Hilletje Schut in het huwelijk getreden, vader Hans heeft hiervoor toestemming gegeven aangezien beiden op dat moment nog minderjarig waren. In 1801 verkoopt weduwnaar Hartman het huis aan Belitje van Thiel, weduwe van Anthony Ribbius.
Een brug van het ‘Amsterdamse type’, vernoemd naar waterig bier
Van de familie Schut is het een kleine stap naar de schutsluis: het Kadijksplein ligt aan de Rapenburgerschutsluis, die de Nieuwe Herengracht met de Schippersgracht verbindt. In 1876 werd dit stuk vaart onderdeel van de Staande Mast Route, de doorgaande vaarroute, en kwam hier een dubbele basculebrug. Toen een tramverbinding gepland werd tussen Centraal Station en de Oostelijke Eilanden kwam er in 1906 een steviger overspanning: een stalen ophaalbrug. De eerste jaren werd de brug met de hand bediend, met behulp van windwerken en tandwielen, maar met de komst van de elektrische tram in 1913 kwam elektriciteit voor de bediening beschikbaar.
Het was een nieuw model, aangepast aan het toegenomen wegverkeer met auto’s en trams, dat wel bekend werd als het Amsterdamse type. De eerste van dit type (uit 1903) vinden we iets verderop halverwege de Hoogte Kadijk: destijds waarschijnlijk wereldwijd de grootste enkelvoudige ophaalbrug en bovendien de eerste stalen ophaalbrug in Nederland.
Zo bijzonder als de brug – een rijksmonument – is zeker ook de naam: de Scharrebiersluis. Net als de Bullebaksluis bij Westerkade 24-25 verwijst deze naam naar voeger tijden. In dit geval naar plat bier: het slappe, met water aangelengde bier waarover men minder belasting hoefde te betalen. Een betaalbaar tijdverdrijf voor de schippers tot de brug openging.
Hier staat Van Vollenhoven’s Stout op de toog
Van bier terug naar het pand op nummer 6. Toen de brug gebouwd werd in 1906 was hier al enige tijd een tapperij & slijterij. Al in 1892 vraagt Johannes Henricus Koehorst – tevergeefs – toestemming aan de gemeenteraad om vroeger te mogen openen.
De naam van de slijterij op het raam valt op foto’s uit die tijd helaas weg, wel zien we dat hier Van Vollenhoven’s bieren getapt worden.
Dit bier komt van een brouwerij vlakbij, namelijk aan de Hoogte Kadijk waar sinds 1733 Azijnmakerij en Bierbrouwerij ‘De Gekroonde Valk’ gevestigd is, een van zes Amsterdamse brouwerijen die in de 18e eeuw aan de VOC mocht leveren. In 1791 werd het bedrijf overgenomen door de Rotterdamse koopman Van Vollenhoven. In de tweede helft van de 19e eeuw werd bierbrouwen met de opkomst van stoommachines steeds meer een industrieel proces.
In de periode dat in ons pand Van Vollenhoven’s bier wordt geschonken – met de Stout als paradepaardje – is De Gekroonde valk de grootste Amsterdamse brouwerij. Niet lang daarna komt echter het Beiers Bier (pils) op, waar andere brouwerijen beter op weten in te spelen. In 1949 neemt Heineken de brouwerij over.
In 1882 is het huis ingrijpend veranderd
Na het overlijden van Koehorst in 1921 zien we in advertenties dat de firma van zeemansuitrustingen van de gebroeders Adolfs aan Kadijksplein 7 in elk geval tussen 1924 en 1929 gebruik maken van het pand op nummer 6.
Daarna zit er enige tijd schoenmakerij ’t Centrum van J. de Raay, en de groenten- en aardappelenwinkel van Marcus Schuitevoerder die aan de Hoogte Kadijk woont. In 1940 gaat de zaak failliet maar op een foto in 1958 zien we dat er ook dan een groenten- en fruitzaak zit.
Het pand heeft een behoorlijke gedaantewisseling ondergaan sinds de bouw. In 1882 werd een bouwvergunning verstrekt voor het verhogen van het pand met een verdieping en het wijzigen van de gevel. Voorwaarde was dat de stoep en de kelderingang werden weggeruimd. De nieuwe gevel is fraai versierd met speklagen en met op iedere verdieping andere rollagen (dwarse bakstenen boven de raamkozijnen); aan de top zijn bijzondere krullen gemaakt. Het geheel geeft het pand een speelse indruk. Helaas zien we het in de jaren tachtig in verval raken. Het zo karakteristieke pand wordt gestut en dichtgetimmerd.
Het gereedkomen van de restauratie van de Stadsherstelpanden aan het Kadijksplein betekende het eind van een groot en bijzonder stadsvernieuwingsproces in de Kadijken. Nadat – met het verplaatsen van de havenactiviteiten naar westelijk Amsterdam – het hele gebied in de jaren 70 in verval was geraakt, werd besloten om de pakhuizen aan het voorheen ‘douanevrije’ Entrepotdok te herbestemmen tot woningen en kleinschalige bedrijfsruimte. Dit unieke project – het was het eerste grote Nederlandse project waar sociale woningbouw werd gerealiseerd in een monumentaal casco – werd de aanjager om het gehele Kadijkseiland op te knappen.
De eerste Stadsherstelpanden aan de Hoogte Kadijk en Overhaalsgang werden in 1988 gerestaureerd, gevolgd door een omvangrijk project in 1991 waar panden aan de Hoogte en Tussen Kadijken werden aangepakt. En tenslotte volgde in 1997 een aantal panden aan de Laagte Kadijk en dus het Kadijksplein. Door de clustergewijze aanpak konden bepaalde kosten worden verspreid en kon beter gebruik gemaakt worden van subsidies.
Het Kadijksplein is van een naargeestig aandoend plein vol geparkeerde auto’s veranderd in een levendig plein met een bijna dorps karakter, met horeca, woningen en middenstanders.
In het pand op nummer 6 kunt u terecht voor vers brood van de Bakkers van Oost. Volgens buurman Alulijst, die de bedrijfsruimte tot 2016 in gebruik had, is deze broodbakkerij – met als specialiteit zuurdesembrood – een aanwinst voor de buurt: “Het geeft weer wat ‘langslopers’ op het plein”.
Vrienden bedankt
De strook met stoepzones aan de voorgevels was in de loop der tijd sterk verarmd. Terwijl juist de aanwezigheid en afwisseling van hardstenen stoepplaten, gesmede of gegoten ijzeren hekwerken, stoeptreden en steile, diepe toegangen tot kelders de beleving van de semi-openbare ruimte compleet maken. Dankzij een bijdrage van de Vrienden konden hier de hardstenen stoepen en trappen met gietijzeren balusters teruggebracht worden.
Word ook Vriend en maak dit soort restauraties mogelijk.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amateurbierbrouwersvereniging ’t Wort Wat
Delpher
Ons Amsterdam
Stadsarchief Amsterdam
Stichting Erfgoed Nederlandse Biercultuur
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Sytze Visser
Restauratieaannemer: Vink Bouw BV
Constructeur: ing. A.T. Brands
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
De Vereniging Vrienden van Stadsherstel