Guldehandsteeg 11
Guldehandsteeg 11, AmsterdamDit huis vormt één geheel met het huis aan het water van het Damrak. Eeuwenlang was het perceel nog groter; het liep van de Warmoesstraat door tot aan het Damrak. De beroemde boekbinder en uitgever Barent Adriaensz. was toen eigenaar en had hier zijn bedrijf. Dat ging aan niemand voorbij, want aan de gevel hing een uithangbord met de tekst: ‘Int Vergulde Schrijfboeck’.
Met het leggen van de Dam in de Amstel ontstaat in de 13e eeuw Amsterdam. Het centrum van de stad wordt gevormd door de oude monding van de Amstel, het Damrak. De Amstel had toen nog de volledige breedte tussen de Nieuwendijk en de Warmoesstraat.
De Warmoesstraat ligt op de dijk aan de oostkant van het Damrak. Al snel werd echter een strook in het Damrak aangeplempt en werd de Warmoesstraat aan beide zijden bebouwd. Er ontstonden lange percelen vanaf de Warmoesstraat, waarbij de gevels aan de Damrakzijde in het water stonden (en nog steeds staan). Bij de Dam stond de Waag van Amsterdam en de handel concentreerde zich hier rond het Damrak, dat de haven vormde.
In de 16e eeuw lagen in dit Warmoesbuurtje de grootste huizen, waar de rijkste burgers van Amsterdam in woonden. Zij verhuisden in de 17e eeuw naar de nieuw gebouwde grachtengordel met zijn riante woonhuizen, de Warmoesstraat werd vervolgens dé winkelstraat van Amsterdam; vanaf dat moment vestigden zich er vele handelsfirma’s. Dit bleef zo tot de tweede helft van de 20e eeuw, daarna verdwenen deze firma’s naar elders, en ging de buurt door leegstand snel achteruit.
Tegen 1980 waren de Warmoesstraat en de nabijgelegen Zeedijk verworden tot de beruchtste straten van Nederland, met name vanwege de overlast door drugshandel.
Twee eeuwen in bezit van een familie van uitgevers
Ons huis werd dus gebouwd op een stuk perceel dat liep van de Warmoesstraat naar het Damrak. In 1569 wordt het huis dat hier staat; “de Griffioen”, verhuurd aan vluchtelingen. Op 19 juni 1597, tijdens de grote brand, is de boekverkoper en uitgever Barent Adriaensz eigenaar. Hij gaf sinds 1588 talrijke boeken uit. Uit hem stamt de Katholieke tak van het geslacht van Hartoghvelt, en twee eeuwen lang bleef het huis in de familie.
Barent Adriaensz werd in 1558 in Amsterdam geboren als zoon van de boekhandelaar Adriaen Barentsz. Hij trouwde in 1584 met Aechjen Hendricksdochter. Adriaensz is de katholieke kerk trouw gebleven. Zijn kinderen voeren de familienaam ‘van Hartoghvelt’.
In 1602 kwam zijn zoon Hendrick in de zaak en zette mede Adriaensz werkzaamheden als drukker en uitgever voort. Vader en zoon werkten verscheidene jaren gelijktijdig in hetzelfde huis: ’ in de Warmoesstraat in het Vergulde Schrijfboeck = int Gulde Schrijfboeck, ze gebruikten ook het zelfde drukkersmerk: een koopmansboek met balans, met de spreuk: ‘Gelijckheyt bevredicht’.
Toen de zoon trouwde in 1612, schijnt Barent zich uit de zaken teruggetrokken te hebben. In 1613 werden zijn boeken verkocht voor 3945 gulden. In 1615 assisteerde hij zijn zoon nog bij diens tweede huwelijk, en in 1619 lag hij, zoals bekend uit een notariële akte, zeer ziek op bed. Spoedig daarna overleed Barent. Zijn zoon zet tot 1631 de zaak voort in dit huis.
Een huis met erf en een pakhuis met woning
“Het Gulden Schrijfboek” bleef twee eeuwen in de familie. Door vererving wordt het huis steeds verdeeld, en weer in delen door de familie gekocht. Zoals in 1676, als 1/9e van het huis met achterhuis wordt verkocht. Het bestaat uit “een huis en erf met achterhuis daaraan, waar ‘het Schrijfboek’ in de gevel staat en ‘Hamburgh’ uithangt”. Het loopt van de Warmoesstraat tot ‘Den Ammerak’. Het huis bezit dan ook een pothuis. Bij een verkoop in 1700 staat ‘Het Schrijfboek” nog in de gevel, maar wordt er niet meer over ‘Hamburgh’ gesproken. In 1717 heet het ook nog zo, maar wordt het gekochte beschreven als “een huis, pakhuis en erf”. Het huis wordt nog steeds ‘het Schrijfboek’ genoemd.
In 1767 staat er ook een woning achter het pakhuis. Door verervingen is in 1787 zelfs de situatie ontstaan dat het pand in 72 stukjes is verdeeld. Pieter Hendrik Canter is op dat moment al voor 13/72e eigenaar en koopt nog 19/72e deel erbij, en 10 maanden later de rest. De laatste erfgename van Hartoghvelt was Geertruides van Bree, getrouwd geweest met de burgemeester van Mechelen, Philippus Anthonius Heus, en later douairière van wijlen Hendricus Josephus de Villers te Mechelen. Zij had onder andere van een tante van moederzijde, een Hartoghvelt, geërfd.
Deze steeg is een zogenaamd waaigat
Waarschijnlijk laat Pieter Hendrik Canter dan ook zijn eigendom verbouwen/bouwen. Wat wij later kopen zijn twee huizen onder één dak. Het heeft twee ingangen met stoep aan de Guldenhandsteeg.
Een pakluikentravee en vensters met negen uitschuiframen. Het huis staat aan de Damrakzijde in het water. De steeg gaat van de Warmoesstraat ook over in het water. De Guldehandsteeg is een zogenaamd ‘waaigat’, een steeg die uitkomt op het water en waar de wind vrij doorgang heeft. Amsterdam heeft nog een waaigat, namelijk de Overhaalsgang bij de Hoogte Kadijk. Stadsherstel heeft daar ook monumenten gered.
De naam van de steeg is ontleend aan de bierbrouwerij/herberg “In de Gulde Hant”, die hier reeds in 1408 op nr. 24 vermeld wordt. De eerste brouwerijen in Amsterdam lagen ook in dit gebied, tussen het Damrak en de Warmoesstraat in, aan het water. In 1505 was de brouwerij één van de negen brouwerijen in de stad.
Wij kopen in 1981 het pakhuis met woning en ondergrond van mevrouw G.M. Gase, zij is tolk- vertaalster. Bij aankoop was het pand al onbegaanbaar; de vloeren waren gedeeltelijk verdwenen, de balken waren doorgerot en door het dak stroomde de regen naar binnen. Desondanks werd het toch gekraakt. Dit eindigde op 3 juni 1988 toen het pand voor een belangrijk deel uitbrandde.
Als eerste vernieuwden wij de fundering. Na het vervangen van de balklaag op de zolderverdieping werd daarna de gehele kap vernieuwd. De overige balklagen die door de brand van 3 juni 1988 zwaar waren aangetast, zijn met zorg vervangen door geheel nieuwe balken, inclusief de gevelverankering. Hierna kon tot de restauratie van de gevels worden overgegaan.
Jarenlang heeft dit monument, als onderdeel van de gevelrij aan het Damrak, er desolaat uitgezien. Juist omdat deze gevelrij, die – zo typisch en weinig voorkomend – in de hoofdstad, met zijn ‘voeten’ in het water staat, zo langzamerhand geheel werd opgeknapt, paste dit vervallen monument daar niet meer bij.
Nu het is gerestaureerd, kan men weer vanaf de overzijde genieten van dit kenmerkende stukje Amsterdam.
Bronnen:
Ons Amsterdam
Waar was dat huis in de Warmoesstraat
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratieaannemer: Aannemingsbedrijf Sikking BV