Eigendom van VOC-cartograaf en bewindhebber Blaeu

B

Brouwersgracht 97

Brouwersgracht 97, Amsterdam

Toen we dit pand kochten in 1963 was het zo bouwvallig dat het ontruimd moest worden. We konden het gelukkig redden samen met de buurpanden op deze mooie hoek van Brouwersgracht met Prinsengracht, zodat we de verhalen kunnen vertellen van de vele eigenaren en bewoners: van een vermogend wijnhandelaar tot een schreeuwende uitbaatster van een mangelzaakje in de kelder. En van Joan Blaeu die een einde maakte aan het eens wereldberoemde drukkersbedrijf tot de kolenhandel met volle dekschuiten voor de deur.

1640
Bouw
1715
Verbouwing
1963
Stadsherstel eigenaar
1972
Restauratie
Nu
Woningen
17e Eeuw
Provenier

Al in 1640 stond hier een huis, nagelaten door een provenier

De Brouwersgracht werd in 1585 gegraven als verbinding tussen de nieuwe grachten aan de binnenkant van de Haarlemmerdijk die van de stadspoort via Spaarndam helemaal tot aan Haarlem voerde. Waarschijnlijk werd hiervoor een deel van de al bestaande Karthuizerwetering gebruikt.

Tenminste in 1640 stond hier al een huis. Dan verkopen de erfgenamen van Harman Janszn namelijk een huis en erf op deze plek tegenover de Brouwerssluis. Janszn was provenier op het Sint Jorishof. Een provenier of kostkoper was iemand die zich met een eenmalig bedrag inkocht in een proveniershuis en hier vervolgens levenslang kost en inwoning genoten. Het huis bracht ƒ 3450,- op en ging naar Melchior van Hoorn. Deze Melchior was een koopman die rond 1587 in Antwerpen werd geboren en overleden is in 1642. Hij trouwde in 1612 Susanna Jolijt Pieters en kreeg vier kinderen: Melchior de jonge (III), Cornelia, Susanna en Pieter. Cornelia zal trouwen met Isaac van Peenen, die het huis in 1663 in bezit krijgt na verkoop van een mede-erfgenaam.

Blaeu
Bewindhebber VOC

Het eind van een eeuw cartografie van de Blaeu familie

De volgende eigenaar is Mr. Joan Blaeu. Het gaat hier om Joan II (1650-1712), zoon van de bekende drukker dr Jan (Joan) Willemsz. Blaeu die wij kennen van ons pand aan Bloemgracht 76 en na zijn dood voortzetter van het familiebedrijf. Naast zijn werkzaamheden als drukker, uitgever, boekverkoper en VOC-cartograaf is Joan II meester in de rechten en neemt hij ook bestuursfuncties op zich. Zo is hij president, schepen en raad van Amsterdam en bewindhebber van de VOC. In 1706 wordt het familiebedrijf opgeheven en treedt Joan II uit het boekverkopersgilde: het einde van een eeuw van bijdragen aan wetenschap en cartografie van de familie Blaeu.

Hoe het huis in handen is gekomen van Blaeu is onduidelijk, maar van een ander pand, Herengracht 18, weten we dat Blaeu het in 1699 erfde van genoemde Van Peenen. Mogelijk geldt dit ook voor Brouwersgracht 97. In 1713 wordt het huis verkocht door weduwe Maria Sautin en zijn enige nagelaten dochter Geertruid uit een eerder huwelijk, beiden voor de helft erfgename. Hendrik Harmenszn Dijkhuysen en Evert Bon kopen elk ½ part.

Achtsten
Verdeeld huis

Een rijke wijnkoopman en zijn schoonvader sprokkelen de parten bij elkaar

Toen Evert Bon overleed kreeg Magdalena Deun, met wie hij laatst getrouwd was, haar leven lang een jaarlijkse uitkering en gebruik van hun roerende goederen. Na haar overlijden werd de boedel verdeeld tussen zes kinderen uit een eerder huwelijk van Bon. De erfgenaam van één van de dochters werd uitgekocht en bij een andere dochter was sprake van renunciatie zodat het huis verdeeld werd onder de erfgenamen van de vier overige kinderen. Omdat Bon eigenaar van de helft van het huis was ging het hier dus om vier achtste parten.

De volgende naam die we tegenkomen is weer een oude Stadsherstel-bekende: de steenrijke wijnkoopman Hendrik Taddel die ook eigenaar is geweest van Herenstraat 36. Eerst koopt hij in 1737 het halve part dat van Dijkhuysen was geweest. In 1773 voegt hij hieraan 1/8 part toe.

De overige 3/8 parten komen uiteindelijk in handen van Hendrik Wessels Anthoniszn, vader van Taddel’s vrouw Margaretha. Zo is het gehele huis weer verenigd bij één echtpaar. Na overlijden van Wessels wordt het huis in 1800 verkocht aan Jan Engelbert Wolff, getrouwd met Catharina Elisabeth Nienaber en in 1805 bewoont een familielid, F. Ninaber, een kamer in het huis. Ook een andere kamer, het huis en de kelder worden apart verhuurd.

Nering
Mangelzaakje

De winkelierster schreeuwde de klanten naar binnen

Als kind woont eind 19e eeuw op nummer 99
Theo Thijssen, de latere schrijver van Kees de Jongen. Hij herinnert zich dat in het keldertje op nummer 97 een mangelzaakje gevestigd was. Ook verkocht de buurvrouw, net als zijn moeder, kruidenierswaren. En deze juffrouw Zorrie probeerde zijn moeders klanten bij haar eigen zaakje naar binnen te schreeuwen, tot moeder Thijssen haar hierop aanspreekt. Wat er precies gezegd is blijft ongewis, maar moeder waarschuwt haar kinderschare “Jullie gaan dat mens niet treiteren of zo, ze moet op óns niks kunnen zeggen. Wij zijn fatsoenlijke mensen en geen ruzievolk.”

De laatste eigenaren van het pand voor wij het in 1963 kopen is de familie Roof. Wanneer zij het precies in eigendom gekregen hebben is niet bekend. Wel weten wij dat brandstoffenhandelaar Bernardus Roof (1872-?) eigenaar was en later zijn dochter Agatha Cornelia (1908-1992), een van acht kinderen die hij kreeg met Adriana Sluiter (1872-1913). Theodorus Bernardus Roof (1898-1965) staat ook geregistreerd op dit adres als bloemen en potplantenverkoper. De vrouw op de marktkaart zal dan zijn echtgenote Maria Francisca Pinxter zijn. Roof zat tenminste tussen 1918, toen nog als brandhouthandel en 1951 op dit adres met dekschuiten vol kolen en antraciet voor de deur.

Gevelsteen
Afkomstig van Reestraat 19

Wat is dat kleine aluminium gereedschapje naast de gevelsteen?

Bij de restauratie van het pand is het voorzien van een steen uit de achtergevel van Reestraat 19, een ander Stadsherstelmonument. De datum DEN 18 SEPT 1772 is dus niet van toepassing op dit pand. De gevelsteen stelt een dichtgebonden zak met geld voor, met daaronder de tekst VRIENDEN SIET/ EEN SAK SESTHALVE / GEEF IK NIET. Een sesthalf of schelling was een zilveren munt ter waarde van vijf en een halve stuiver.

De naam sesthalf betekent letterlijk zes ten halve: de zesde stuiver telde immers maar voor de helft mee. Het was in de 18e eeuw niet ongebruikelijk dat een grote som geld met zakken vol sesthalven betaald werd. Wat het verhaal is achter de zak met geld en de stellige verklaring op deze gevelsteen, is helaas niet bekend. Zelfs bij het huisonderzoek naar Reestraat 19 is geen enkele verwijzing naar dit steentje naar boven gekomen.

In 2018 is de gevelsteen dankzij onze Vrienden gestaureerd en gepolychromeerd. Op de steen waren bij onderzoek geen verfresten gevonden. Bij de restauratie is aan de rand en in het middenkader de Bentheimer kleur gebruikt. De zak met munten is in een jute kleur geverfd.

Naast de gevelsteen is een aluminium plaatje met een zogenaamde hijstang bevestigd, een gereedschap dat zichzelf vastklemt bij het ophijsen van zware stenen. Dit tekentje, bedacht door Wim Timp – ooit werkzaam bij Bureau Monumenten & Archeologie – geeft aan dat de steen oorspronkelijk op een ander adres zat.

Vrienden bedankt

De Vrienden hebben bijgedragen aan de restauratie en het polychromeren van de gevelsteen ‘Sesthalve’.

Word ook Vriend en maak dit soort restauraties mogelijk.
Word ook Vriend
Rol van Stadsherstel
Op instorten

Brouwersgracht 97 kochten wij in 1963. Omstreeks 1715 moet het 17e-eeuwse pand zijn verbouwd tot een halsgevel met vleugelstukken, siervazen en getoogd fronton met schelp en nog weer later, in de 19e eeuw, is de top gewijzigd in een sobere rollagenklok. Ook de houten pui is in de loop der jaren gewijzigd. Het huis is verder voorzien van een frontaal stoepje. Er waren drie woningen in het huis, maar toen wij het kochten stond het op instorten en is het ontruimd.

Met de restauratie en reconstructie in 1972 van dit cluster van bouwvallige panden (Brouwersgracht nummers 95, 97, 99 en 101/ hoek Prinsengracht 1 is een voor het stadsbeeld belangrijke hoek aan de kruising van de Prinsen- en Brouwersgracht in oude glorie hersteld.

Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel Amsterdam
Monumentenstad
Delpher
Gevelstenen van Amsterdam
Stadsarchief Amsterdam
De Volkskrant
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: P H.F. Rappange
Restauratieaannemer: Aannemingsbedrijf v/h Gèkla

Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
Vereniging Vrienden van Stadsherstel

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.