Binnen Brouwersstraat 2
Binnen Brouwersstraat 2, AmsterdamIn 1990 verwierven wij dit pand van de Stichting Jan Pieterszoon Huis, een stichting die zich de huisvesting van muziekstudenten ten doel stelt. Het pand is na restauratie geheel in gebruik bij hen. Zij verhuren de vier woningen aan muziekstudenten. Na restauratie is De Bever in de gevel gekomen. Ter herinnering aan de standvastigheid van de monumentenorganisaties, die streden voor het behoud van dit pand, en aan onze geestelijk vader Geurt Brinkgreve.
Binnen en buiten de Haarlemmerdijk gelegen
De Binnen Brouwersstraat is één van de dwarsstraten die de Brouwersgracht verbindt met de Haarlemmerstraat. De Haarlemmerstraat loopt de stad uit richting Haarlem, en gaat halverwege over in de Haarlemmerdijk. Deze rond 1400 opgeworpen dijk moest de eerste bewoners van Amsterdam beschermen tegen het oprukkende water. Nog altijd is het hoogteverschil tussen de dijk en de lagergelegen Brouwersgracht zichtbaar. Ook het stratenpatroon zelf is niet wezenlijk veranderd. De buurt in ontstaan bij de westelijke stadsuitbreiding van 1612. Uit twee kaarten van Balthasar Florisz, oorspronkelijk daterend uit 1625 en in 1647 geactualiseerd, blijkt dat in deze periode de omgeving rond de Haarlemmerdijk en de Brouwersgracht is bebouwd.
De Brouwersgracht, Brouwerssteeg, Buiten Brouwersstraat en de Binnen Brouwersstraat danken hun naam aan de bierbrouwerijen die in de zestiende en zeventiende eeuw in deze buurt waren te vinden. De aanduiding Binnen (of Buiten) houdt verband met de ligging ten opzichte van de Haarlemmerdijk.
Onbewoonbaar verklaard en dichtgemetseld
Het rijksmonument op nummer 2 is ondiep en heeft een hoge pui met rozetten en gesneden deurkalven uit het tweede kwart van de 19e eeuw. De gevel is drie ramen breed onder een rechte kroonlijst.
Op de 18e eeuwse burgerwijkkaart is te zien dat er achter dit pand enkele kamers zijn, kleine huisjes, die via een steegje via de linker deur van het pand op nummer 4, de Vlotschuitvoerdersgang, toegang hadden tot de straat. Ook op de buurtkaart van de Atlas van Loman uit 1876 zijn deze huisjes en het steegje nog aanwezig.
In 1732 was de schuitenvoerder Jan Steijnen eigenaar van het huis en in 1742 woonde J. Steinen, die een theewinkel had, aldaar. In 1851 werd het huis door schoolhouderes Maria Winterberg bewoond, het bovenhuis en kelder werden apart verhuurd. En in 1879 woont Leender Wilhelmus van der Tooren, winkelier, in het pand. Daarna zien we, ook op foto’s, dat er jarenlang, in ieder geval van 1920 tot 1961 een Melkinrichting in gevestigd is. En in 1961 woedt er een brand waarop het pand diep in de stutten en op- en neren komt. In de jaren daarop verliest het haar top, maar er zit nog wel een winkel in, te zien aan de reclame op het raam: Dura – en reclame op de stut- Harmony Show Room. Daarna is het gedaan met de bedrijvigheid en wordt het pand op last van bouw en woningtoezicht onbewoonbaar en onbruikbaar verklaard en dichtgemetseld.
Begin jaren tachtig van de vorige eeuw maakte het Bureau Monumentenzorg een “Herstelplan bedreigde monumenten” omdat het aantal restauraties terugliep. Dit pand stond op deze lijst van 200 panden, kreeg geen hoog rapportcijfer, maar het moest wel behouden blijven ter wille van de waarde in de verder gave gevelwanden.
Uit de stichting Diogenes, ook al opgericht door monumentenzorger Geurt Brinkgreve, werd de Stichting Jan Pieterszoon Huis opgericht. Die stichting, genoemd naar Jan Pietersz. Sweelinck, hield zich bezig met het realiseren van woon- en studieruimte voor muziekstudenten.
De Vereniging Vrienden van het Jan Pieterszoon Huis kocht het pand van een Turkse man, die er een pension voor landgenoten had geëxploiteerd. Er werd snel een restauratieplan ingediend, omdat slechte panden waar toen nog geen restauratieplan voor was, gesloopt zouden worden in het kader van de stadsvernieuwing. De ambtelijke projectgroep die in deze buurt druk bezig was met onteigenen, slopen en bouwplannen voorbereiden was hier niet zo blij mee. Zij waren van plan ook dit pand te vervangen door nieuwbouw. Er werden o.a. regels opgesteld waardoor het voor de stichting onmogelijk werd om hun plannen uit te voeren. De oplossing werd gevonden in verkoop aan ons en meteen weer terughuren.
Trompetten schetterden toen vier studenten aan het Sweelinck Conservatorium zich verheugden op een appartementje met extra-geluidsisolatie.
Gehakt door Hans ‘t Mannetje
Deze gevelsteen van de knagende bever symboliseert de lange strijd die met diverse instanties gevoerd is om dit pand in oude staat te laten herrijzen. CASTOR TENAX betekent “de vasthoudende bever”. Deze gevelsteen werd aangeboden door de Stichting Amsterdam,
Bevers bouwen dammen, en dat verwijst naar het verhaal van deze restauratie. Elke restauratie versterkt de dam die het belangrijkste gebouwde cultuurbezit van ons land moet beschermen tegen verval, verloedering en verminking. Als dat werk niet in het vereiste tempo doorgaat, vallen er steeds grotere gaten. Zo heeft de bever net zo lang doorgeknaagd, tot hij ook deze boom bij zijn dam kon voegen.
Hans ’t Mannetje is de beeldhouwer van de steen. Hij volgde enige jaren de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Als uitvoerder bij Stadsbeeldhouwer Hildo Krop hakte hij o.a. de de Sfinxen die op de zuilen bij de ingang van het Wertheim park staan. Hans richtte eind jaren zestig van de vorige eeuw het Restauratieatelier Uilenburg op, met als doelstelling het restaureren en vervaardigen van gebeeldhouwde onderdelen voor monumenten en het realiseren van een leerschool op het gebied van bouwbeeldhouwwerk. Onder andere Tobias Snoep, die veel restauratie en nieuw werk voor ons verricht, heeft daar het vak geleerd. Hans hakte in totaal 236 gevelstenen waaronder enkele van ons.
In 2001 won Hans ’t Mannetje de Stadsbeeldprijs van de Stichting Heijmeijer van Heemstede, voor het werk dat hij in Amsterdam verricht heeft.
Bronnen:
Geurt Brinkgreve (Uit: Binnenstad 143, dec. 1993.)
Delpher
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect Th. Kaas
Restauratieaannemer P.F. Boer en Zn.