Brandweerkazerne Oud Nico opgeleverd

Op maandag 27 juni aanstaande leverde Stadsherstel Amsterdam brandweerkazerne de Oud Nico op en verwelkomde zij de nieuwe huurder Levi’s en Dockers.

Na ruim anderhalf jaar restaureren en verbouwen is de voormalige brandweerkazerne Oud Nico helemaal gereed voor hernieuwd gebruik. De nieuwe huurder Levi’s en Dockers, die de gehele begane grond en smederij ondertussen in gebruik heeft genomen, verhuisde toen het werk nog niet af was. De verhuizing naar een nieuwe showroom vlakbij het Centraal Station is volgens Levi's een direct gevolg van het grote aantal ontwikkelingen binnen het merk. Qua uitstraling omschrijft Levi's de showroom als ‘authentiek' en ‘vakmanschap'.

De oude kazerne werd al in 1973 door de brandweer werd verlaten en is sindsdien in gebruik als woonatelier en werkruimte voor verschillende kunstenaars. In 1874 kreeg Amsterdam als eerste stad in het land een beroepsbrandweer. In de Waag op de Nieuwmarkt werd kazerne ‘N’ gevestigd. De ´N´ was een telegrafische aanduiding, waaruit de naam ‘Nico’ ontstond. In 1890 verhuisden de manschappen van hoofdwacht Nico naar een nieuw gebouw aan de De Ruijterkade, een ontwerp van de assistent-stadsarchitect Willem Springer.

Toen de brandweer in 1973 opnieuw verhuisde – naar de nieuwe Nico bij de IJ-tunnel – mocht personeel in de woningen blijven wonen en trokken kunstenaars in de andere ruimten. Vanwege de ontwikkeling van de IJ-oevers dreigde sloop. Daarom werd in 1992 door de bewoners de stichting ‘Oud Nico’ opgericht, om als rechtspersoon op te treden en de belangen van Oud Nico te behartigen. Met de hulp van verschillende monumentenorganisaties wist de stichting de status van rijksmonument voor het kasteeltje aan het IJ te verkrijgen.

Nadat verschillende ontwikkelaars hun tanden hadden stukgebeten op het monument nam Stadsherstel de brandweerkazerne in 2006 over van de gemeente. Het gehele project werd uitgevoerd als leerlingbouwplaats om zo een bijdrage te leveren aan het in stand houden van het restauratieambacht. Casa architecten was verantwoordelijk voor het ontwerp van de restauratie. BK Bouw was de aannemer, Reintjes en Van Donk verzorgde de installaties en Technisch Installatiebedrijf Beemster bouwde de elektrische installaties.