Spaarnwouderstraat 72
Spaarnwouderstraat 72, HaarlemIn 1245 kreeg Haarlem, de stad waar wij meer dan 25 monumenten bezitten, stadsrechten. Het gebied waar ons huis in staat bevond zich in die tijd nog buiten de stad. Maar in de loop der eeuwen groeide dit gebied uit tot een creatief ambachtelijke buurt, waar velen op weg naar de binnenstad langs kwamen.
Het charter kreeg een jachtzegel
De hoofdstad van Noord-Holland kent een lange geschiedenis. In 1245 kreeg Haarlem haar stadsrechten, ruim zestig jaar eerder dan Amsterdam. Het stadsrecht werd verleend door graaf Willem II van Holland. In de tiende eeuw werd de naam ‘Haarlem’ voor het eerst genoemd. Over de herkomst van de naam Haarlem bestaan verschillende theorieën. De meest gangbare is dat het een samenvoeging is van drie woorden: haar, lo en heem. Haar is een oud woord, dat ‘hoogte in het veld’ betekent.
Haarlem is namelijk gebouwd op een strandwal. Het woord lo of loo werd gebruikt om een loofbos aan te duiden. Toen de allereerste Haarlemmers hun huizen bouwden op het haar, moesten ze namelijk eerst het bos kappen dat groeide op de vruchtbare zandrug. Na ‘hoge plek’ en ‘in het bos’ betekent heem simpelweg ‘plaats’ of ‘woning’. Het komt tegenwoordig nog terug in de woorden ‘ontheemd’, ‘heimwee’ en ‘inheems’.
De huidige hoofdstad van Noord-Holland kreeg als tweede stad stadsrechten. De graaf bekrachtigde het charter, dat in het Latijn op perkament was geschreven met zijn zegel in groene was; een zogenaamd jachtzegel. Hij had bij Haarlem namelijk een klein slot voor de jacht. Nog elk jaar wordt op 23 november de verjaardag van Haarlem gevierd.
Hertog Filips van Bourgondië gaf het recht het buitengebied bij de stad te voegen
In 1429 volgde voor Haarlem het tolrecht, Amsterdam kreeg dat al eerder, namelijk in 1275. De strategische ligging aan de samenkomst van het Spaarne (binnenscheepvaart van Amsterdam naar het zuiden) en de oude landweg door Holland bracht de stad aanzienlijke economische welvaart. Er kwamen vele scheepswerven, bierbrouwerijen, weverijen en blekerijen en er werd op grote schaal gebouwd.
Boeren uit de stad kregen door de verkregen rechten formeel de mogelijkheid ook buiten de stad te zaaien en te oogsten. Maar buiten de stad gebeurde er meer in het gebied waar nu de Spaarnwouderstraat in ligt. In de 12e eeuw was er al een begin gemaakt met de ontginning van het gebied. En in het begin van de 13e eeuw werd een dijk aangelegd, de huidige Antoniestraat en de Spaarnwouderstraat.
Voordat de Burgwal, een vestingwerk, wordt aangelegd wonen er al veel mensen, al valt het gebied dan nog buiten de stadsgrenzen. Hertog Filips van Bourgondië had Haarlem in 1426 wel het recht gegeven om haar stadsgrenzen uit te breiden, waardoor de Burgwalbuurt bij de stad mocht worden gevoegd. Dat duurde even, maar uiteindelijk werd dit toch nog in de 15e eeuw gerealiseerd.
De Spaarnwouderstraat ligt in de oude ambachtsbuurt Burgwal, ook bekend als Spaarnwouderbuurt. Er waren hier namelijk veel ambachten vertegenwoordigd, alsook winkels en cafés, vanwege de ligging vlak bij het drukbevaren Spaarne. De ambachtslieden trokken ook naar dit deel de stad vanwege de aanleg van de Haarlemmertrekvaart tussen Haarlem en Amsterdam in 1632. De Spaarnwouderstraat vormde lange tijd de hoofdroute van het centrum van Haarlem naar de trekschuiten die vracht en passagiers vervoerden via de Burgwal.
Al op kaarten van Van Deventer (1565) en Blaeu (1649) is er bebouwing te zien op deze plek. Waarschijnlijk stamt het huidige gebouw van begin 17e eeuw. Volgens de kaart van De Hooghe (1688) zou het pand in de 17e eeuw een trapgevel hebben gehad.
In voorbereiding op de restauratie van 2021 is een bouwhistorische notitie opgesteld. Uit dit onderzoek blijkt dat het pand geen gangbare indeling had. Op de begane grond bevond zich tegen de linker zijmuur min of meer halverwege het huis een stookplaats waar dit normaal gesproken op ongeveer drie kwart is. Ook bleek dat het pand op nummer 74 tegen de oorspronkelijke buitenmuur van nummer 72 is gebouwd. Dit blijkt onder meer uit een venster, uitgevoerd met klezoren, dat zich naast de schouw bevonden heeft.
Aan de andere zijde bevindt zich de Hanenpoort, een van de weinige gangetjes in de Spaarnwouderstraat die nog bestaan en genoemd aan logement Het Haantje, dat hier vroeger in de buurt stond. Vroeger waren via de Hanenpoort twee huisjes met nummer 70 bereikbaar. In 1919 is het ene, in 1925 het andere onbewoonbaar verklaard, waardoor dit huisnummer nu ontbreekt.
Het Wolhuis van Kaan
In 1829 wonen in dit huis twee gezinnen, dat van kleermaker W. Hommes en van schilder-glazenmaker J. van Batenburg. In 1862 is Hommes ook verkoper van klompen. Na zijn dood blijven zijn weduwe en twee zonen hier wonen.
In 1900 opent Klaas Kaan een in Haarlem zeer bekend geworden ‘Machinale Brei-inrichting’. Kaan richtte zich op textiel, waaronder het zogenaamde sajet. Sajet is een vroeger veel gebruikt materiaal van korte wolvezels, die eerst tot een sterk garen werden gesponnen. Daarna werden twee tot vijf van deze garens samengedraaid tot sajet, en dan geverfd. In Nederland werden de traditionele visserstruien gebreid van sajet.
In de advertentie lezen we dat er bij Kaan truien van het zogenaamde ‘regeringssajet’ te verkrijgen waren. De regering gaf bonnen uit die recht gaven op bollen sajet, die onder andere bij Kaan te koop waren. De winkel van Kaan – later ‘De Wolbaal’ van zoon A.J. Kaan – zat hier tot 1942. Toen begon H. Hagen hier een groentezaak.
Spaarnwouderstraat 72 maakte onderdeel uit van een complex van zes historische panden aan de Burgwal, behorende bij Stadsherstel Haarlem. Wij namen Stadsherstel Haarlem in 2009 over. Op nummer 72 zat ook 25 jaar de succesvolle galerie van Tanya Rumpff. Zij is de dochter van de oprichter van Stadsherstel Haarlem. In 2010 heeft zij de deur achter zich dicht getrokken om zich voortaan toe te leggen op een bemiddelende rol tussen kunstenaar en publiek. In binnen- en buitenland heeft zij vele tentoonstellingen samengesteld, ook is Tanya werkzaam geweest als conservator van het Keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden.
Boutique hostel ‘Hello I’m local’ vestigde zich na onze restauratie in een paar panden in de om de hoek gelegen Spiegelstraat. Toen in 2021 twee panden in de Spaarnwouderstraat leeg kwamen te staan, werd hier een uitbreiding van het hostel gerealiseerd. In het pand op nummer 72 bevinden zich de kamers met de lokale thema’s Teyler (naar de vermogende Haarlemse laken- en zijdekoopman, bankier, filantroop) en ’t Wed (een geliefd afgegraven meertje in de Kennemerduinen).
Door de verschillende ondernemers die zich in de straat vestigden, waaronder die in onze panden, kreeg de straat, die de laatste jaren in verval was geraakt, weer meer allure.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Bouwhistorische notitie, gemeente Haarlem, Maarten Enderman (2021)
De Burgwalbuurt, tussen Poort en Bruggen, deel 12 serie Haarlemse miniaturen, onder redactie van Ben Speet, 1988
Delpher
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Kentie en Partners architecten
Restauratieaannemer: Aannemingsbedrijf Holleman en Zonen