Rusland 3
Rusland 3, AmsterdamRusland nummer 3 is het 1e huis vanaf het hoekhuis op de Oudezijds Achterburgwal. Het is gebouwd op de zuidelijke grens van het Sint Ursulaklooster, ook wel het Elfduizend Maagdenklooster genoemd. De nonnen hadden op die plek huisjes laten bouwen om ze te kunnen verhuren. Men verkocht ze rond 1564. Om in rust te kunnen bidden, hadden deze huizen geen ramen in de achtergevel, dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven.
Vergezeld door elfduizend maagden
Van de legende over het leven van Ursula bestaan twee varianten. Volgens de Legenda Aurea, die heiligenlevens beschrijft, is Ursula de dochter van de christelijke koning Dionotus. Ze werd door haar vader uitgehuwelijkt aan de heidense Engelse vorstenzoon Etherius, maar ze weigerde te trouwen met een heiden en wilde haar maagdelijkheid bewaren.
Samen met lotgenoten – volgens de legende gaat het om elfduizend maagden – sloeg ze op de vlucht. Zij voeren de Noordzee over, zeilden de Rijn op naar Bazel en reisden verder naar Rome.
Op de terugreis viel de groep in Keulen in handen van de Hunnen. Omdat Ursula ook niet met hún leider wilde trouwen, werd ze, samen met haar gevolg, doorboord met pijlen.
Een variant op deze legende vertelt dat ze wél wilde trouwen met Etherius, maar dat ze om uitstel van het huwelijk had gevraagd en eerst op pelgrimstocht naar Rome wilde gaan. Het laatste deel, over de terugreis Rijnafwaarts en haar dood, in het door de Hunnen bezette Keulen, is echter gelijk aan dat in de Legenda Aurea.
Ursula wordt meestal afgebeeld met pijlen die haar handen, haar hals of haar borst hebben getroffen. Onder haar mantel schuilen vaak enkele jonge vrouwen. Soms wordt ze ook met een palmtak afgebeeld, een symbool voor haar marteldood. Andere zeldzame attributen zijn een boek, een scepter, een schip of een Duif.
Elfduizend maagden klooster
Het Sint Ursulaklooster wordt voor het eerst vermeld in 1419. Het was een vrouwenconvent van de Derde Orde der Franciscanen en behoorde tot het kapittel van Utrecht. Het klooster lag tussen de Kloveniersburgwal, Korte Spinhuissteeg, Oudezijds Achterburgwal en het Rusland.
De orde werd in 1585 opgeheven, nadat er al delen van het kloosterterrein verkocht waren, waarop de stad in 1562 het Dolhuis, een zwakzinnigengesticht bouwde. Dit was gedeeltelijk ook op grond van het noordelijker gelegen Paulusbroederklooster gebouwd. De sloot tussen beide kloosters is gedempt en heet nu Korte Spinhuissteeg. Het Spinhuis, later het Tuchthuis voor Vrouwen, is nog een overblijfsel van het klooster.
De nonnen van St. Ursula verhuurden dus huisjes, die ook op het Rusland stonden. Op de 16e eeuwse kaarten van Cornelis Antonisz. zijn ze nog te zien. Maar ook op een schilderij van een loterij die toen op het Rusland gehouden werd, ten bate van het inzamelen van geld voor het Dolhuis. Naast het winnen van prijzen was op het schilderij ook een toneel uitgebeeld waarop dag en nacht de burgerij bewerkt werd om loten te kopen. Het schouwspel werd beschenen door fakkellicht en vuurwerk.
Voor het geopende venster van het gildehuis zijn leden van de vroedschap te zien, die toestemming voor deze loterij hadden gegeven; zij moesten ook toezicht houden.
Bepalingen van het klooster
De huisjes die aansloten aan het klooster, mochten geen opening in de gevel of platte daken aan die zijde hebben, zodat de nonnen niet gestoord en begluurd konden worden. Ook mochten er daarom geen beroepen uitgeoefend worden die veel lawaai of veel stank veroorzaakten. Dit was door het klooster bedongen.
Het huis op nummer 7 verkochten de nonnen niet. Dat werd verhuurd aan het huidenkopersgilde, ten behoeve van leerlooiers en schoenmakers. Het gildehuis staat afgebeeld op het hiervoor beschreven schilderij. Sinds 1485 behoorde het toe aan het klooster.
Rond 1623 breidden de gildebroeders hun huis uit, naar de achterzijde van het pand ernaast, en ook naar ons pand. Dat staat beschreven in een akte van het buurpand. Waarbij ook aangegeven is, dat op nummer 1 Hans Boom eigenaar was van ‘het huis waar in de voorgevel de Boom staat’. Het gildehuis aan het Rusland 7 kreeg rond 1623 een Renaissance poortje, met daarboven een gildeknecht afgebeeld. Tot 1812 kwamen de gildebroeders hier bijeen, totdat het gilde werd opgeheven. In 1822 verkochten zij hun panden.
Met het Raampoortje door de stadsmuur
In de eerste akte bij de verkoop van het huis in 1564 door het klooster, aan Hendrick Aertszn. wordt gesproken over een deel van de Raamsloot (zo heette vroeger het linkerdeel van het Rusland) dat ook tot het verkochte behoorde. Op oude tekeningen is het Raampoortje te zien in de oude Stadsmuur. De sloot gaf toegang tot de lakenramen op het land van de Oude Nonnen. Eind 16e eeuw werd de sloot gedempt. Het gekochte had aan de achterzijde ook een sloot, die de grens van het klooster aangaf. Hierop mocht ook geloosd worden.
Over de herkomst van de naam het Rusland wordt gezegd dat dit een verbastering is van de naam van Willem Ruusschentuin, wiens erf het in 1403 was, of van ’t Ruyssenlandt (1540). Anderen menen dat de naam voortkomt uit het woord rus of rusch, dat bies betekent, zoals ook de straatnamen Nes (vochtig land), Slijkstraat en Niezel – een verbastering van Liesdel (dal waar de lies groeit) – naar moerassige gebieden verwijzen. De naam verbasterde in de loop der tijd verder via ’t Russeland (1559) en ’t Ruslant (1565) tot het huidige Rusland.
Dit pand met 18e eeuwse gevel onder een 19e eeuwse rechte lijst, bezit nog een 16e eeuwse houtconstructie. Deze bestaat uit houten staanders met balken; zogenaamde jukken, met in dit geval zwanenhalskorbelen. Daar zijn er nog enkele van aanwezig.
Er waren al doorbraken gemaakt tussen dit pand en de beide buurpanden, maar deze moesten verstevigd worden. Omdat er in dit huis uit veel eeuwen wel wat aanwezig was kozen we ervoor om de stalen constructie die voor de stabiliteit nodig was ook in het zicht te laten. Deze is behandeld met brandwerende verf en maakt dat van alle verbouwingen iets te zien is in het pand. Ook andere herstellingen en aanvullingen zijn zichtbaar doordat het hout van de balken, de binnenzijde van de kozijnen en de ramen en deuren blank is gehouden of gemaakt.
Zoals beschreven bevinden zich in het pand Rusland 3 in de achtergevel geen ramen. Deze situatie kon bij de restauratie worden gehandhaafd, door juist aan deze kant de badkamer, berging en trap te plaatsen. Ook is in de panden, waar mogelijk, gebruik gemaakt van scheidingswanden die uitgevoerd zijn in staal, voorzien van gehard en brandwerend glas van vloer tot plafond.
Wonderwood huurt de begane grondverdieping en met hun prachtige designmeubelen komt het huis nog mooier tot zijn recht.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher
Aan dit project hebben meegewerkt:
Architectenbureau: Peter Geusebroek te Amsterdam
Restauratieaannemer: Boer Bouwkundig Onderhoud te Nieuwerbrug