Rusland 10
Rusland 10, AmsterdamDe twee huisjes onder één dak deelden al jaren één trappenhuis. Het is waarschijnlijk in 1608 gebouwd en was in 1999 – toen wij eigenaar werden – dringend aan restauratie toe. Dat vond de toenmalige eigenaar, het Radisson hotel, ook en daarom verkochten ze aan ons. Nu zitten er weer een winkel en twee woningen in.
Het was hier moerassig gebied
’t Rusland ligt in de oude kloosterbuurt aan de Oude zijde. Het verbindt de Oudezijds Achterburgwal met de Kloveniersburgwal. De straat ligt in het verlengde van de Sint Agnietenstraat en het is een korte maar brede straat. De straat is zo breed, omdat het linker gedeelte oorspronkelijk de Raamsloot was, een smalle gracht die in de 16e eeuw is gegraven en ook weer is gedempt.
Over de herkomst van de naam Rusland zijn de meningen verdeeld. Sommigen menen dat het een komt van ’t Ruyssenlandt (zoals het vermeld wordt in 1540), een verbastering van de Willem Ruusschentuin zoals het genoemd wordt in een akte uit 1403. Anderen menen dat de naam voortkomt uit het woord rus of rusch, dat bies betekent, zoals ook de namen Nes (vochtig land), Slijkstraat, Niezel of liesdel (dal waar de lies groeit) naar moerassige gebieden verwijzen. De Zandstraat en de Hoogstraat wijzen op verhogingen.
De naam verbasterde in de loop der jaren via, ’t Russeland (1559) en ’t Ruslant (1565) tot het Rusland. Het heeft in ieder geval niks met het land van Tsaar Peter de Grote te maken.
Het Radisson Hotel is gevestigd aan beide zijden van de straat, met elkaar verbonden via een ondergrondse tunnel.
Het heeft al eeuwen een gemeenschappelijke trap
Het bijzondere aan dit pand is dat het twee panden zijn onder één dak met één gemeenschappelijk trappenhuis naar de twee bovenwoningen. Deze twee woningen hebben overigens wel een eigen spiltrap naar de slaapverdieping. Vanaf 1608 is er al sprake van twee huizen onder één dak en de gemeenschappelijke trap is er altijd geweest. Bij een verkoop in 1682 werd nadrukkelijk omschreven dat de stoep, de waterbak, goot, trappen en bordessen gezamenlijk eigendom zijn.
De eerste transportakten van bebouwing op deze grond dateren van 1606 als Henrick Willemsen, scheepstimmerman, de panden koopt van Pieter Gilleszn, die een suikerbakkerij had. Vervolgens wonen er in de 17e eeuw onder andere een juwelier, een lakenkoper en in 1704 hendrik Woortman, een meesterspekslager.
De gevel met klokgevel onder rollagen en fronton is 19e-eeuws.
In 7 jaar 1000 gulden verdiend
Interessant zijn de verkoopprijzen in de 17e en 18e eeuw en de daarbij behorende inflatiecorrectie gerekend vanaf de prijs van 1651. De fictieve verkoopprijs gebaseerd op inflatie geeft de waarde van het pand in vergelijking met de vorige verkoop. In onderstaande tabel geeft de laatste kolom het bedrag aan waarvoor het verkocht zou kunnen worden als alleen de inflatie van die jaren was meegerekend.
De verkoper in 1740 heeft in 7 jaar tijd ƒ 1000 op het pand verdiend. Dat was wel een tijd waarin de prijzen 25% stegen, maar hij kreeg 33 % meer dan hij zelf betaald had. De verkoper in 1798 heeft vermoedelijk te weinig gekregen voor het pand, mogelijk omdat het in die situatie ging om een boedelverdeling onder erfgenamen waarbij veel mensen betrokken waren, hetgeen wellicht de verkoop onder druk zette.
De panden behoren tot een grote aankoop aan het ‘Rusland’, gelegen nabij het Radisson hotel (voormalig eigenaar). Het hotel hechtte er waarde aan dat de gehele straat werd opgeknapt. Ook de nummers 1-3-5 en 27 werden door Stadsherstel hersteld.
In het huis bevonden zich in 2002 twee kleine woningen en op de begane grond de broodjeszaak ‘het Kleine Coophuys’. Vooruitlopend op het vertrek van de broodjeszaak is in het voorjaar van 2002 de voorgevel gerestaureerd, zodat alle panden op ’t Rusland er in ieder geval aan de buitenzijde goed zouden uitzien. En we voldeden aan de eisen die aan ons gesteld werden bij de verkoop van het hotel.
Na het gereedkomen van de gevel bleek dat de broodjeszaak een opvolger had gevonden. Daarmee werd het mogelijk de begane grond tijdelijk leeg te maken en de bewoners van de bovenwoningen elders te huisvesten binnen het eigen woningenbestand en een fundering in het pand aan te brengen. Het was noodzakelijk om puin en oude vloerresten te verwijderen voordat de nieuwe palen de grond in konden. Om van de nood een deugd te maken werd tegelijkertijd een kelder aangebracht die ten goede zou komen aan het winkelpand.
Dikke lagen olie
De voorgevel was vrijwel zwart als gevolg van het regelmatig oliën in de afgelopen decennia en misschien wel eeuwen. Ook de pui op de begane grond was zeer donker en eigenlijk waren alleen nog de kalk- en zoutuitslag bij de top en hemelwaterafvoeren onbedoeld sprekend. Op sommige plaatsen in de topgevel kon je de stenen met de hand eraf pakken, zodat deze opnieuw zijn ingemetseld. Ook de verankering naar de bouwmuren en balklagen moest op veel punten vervangen worden, maar de meeste aandacht ging toch uit naar het uithakken, reinigen en opnieuw aanbrengen van het voegwerk. Bij het verwijderen van de vele lagen olie is de kans groot dat de steen ook enigszins wordt beschadigd en daarom is de grootst mogelijke voorzichtigheid geboden bij dit werk. Dat is in hoge mate gelukt en er staat nu weer een heuse bakstenen gevel. De kozijnen werden in een historische kleur, namelijk zandkleurig (Bentheimer) geschilderd, op de begane grond een tikkeltje donkerder dan op de verdiepingen. De ramen wit, maar het hijsluik en de deuren en ramen op de begane grond zijn helderblauw en maken de gevel nu weer als geheel ‘sprekend’.
Het huisje is blijkbaar dieper geweest
Het funderingsonderzoek wees uit dat het huisje niet op een paalfundering rust, maar eenvoudigweg in de klei stond. Achter in nummer 10 kwam een flinke waterput naar voren en tot ruim twee meter onder de begane grondvloer bleken metselwerk en vloeren aanwezig. De bouw aan ‘t Rusland stamt dan ook uit de 15e eeuw. De achtergevel, die gemeenschappelijk is met het huis aan de erachter gelegen Slijkstraat, staat tussen de bouwmuren in. Blijkbaar is het huisje dus veel dieper geweest.
Instorting tijdens het werk was een reëel gevaar, daarom werden binnen in het pand stutconstructies aangebracht. Een kleine heistelling bracht 12 stalen buispalen aan tot de eerste zandlaag. Omdat de eerste zandlaag op een aantal punten niet voldeed, werden sommige palen doorgeheid tot aan de tweede zandlaag. Over deze stalen buispalen werden op begane grond niveau stalen balken gelegd die tot in de bouwmuren werden ingebracht. Daarmee was het huis weer enigszins gefundeerd. Vervolgens werd de grond afgegraven tot de onderzijde van de toekomstige keldervloer. Vanwege de diepte was ook een houten damwand rondom noodzakelijk. Daarna werd de keldervloer gestort met een flinke opstand rondom, die in de bouwmuren en gevels werd ingekast. De werkzaamheden werden door aannemer en ingenieursbureau in nauwe samenwerking met Bouw- en Woningtoezicht uitgevoerd.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Delpher
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Archivolt Architecten te Diemen
Restauratieaannemer: Boer Bouwkundig Onderhoud te Nieuwerbrug
Ingenieursbureau: EversPartners