Langestraat 76 AB
Langestraat 76 AB, AmsterdamVoorheen was het adres van dit pand Korsjespoortsteeg 15, vernoemd naar de Middeleeuwse Corsgen Jacobszoon die hier een boomgaard bezat. Bij ‘De Dry Swaentjes’ kon je er in de 17e en 18e eeuw terecht voor brood en in de vorige eeuw kocht je hier je groenten en aardappelen. Nu wordt er heerlijk gewoond in dit hoekpand met het lange pothuis en het bijzondere klauwstuk-ornament dat mooi doorloopt naar de zijgevel.
Bij de bakkerij hing ‘De Dry Swaentjes’ uit
Oorspronkelijk had dit hoekhuis aan de Langestraat 76 A en B als adres Korsjespoortsteeg 15. Houtkoper Corsgen Jacobszoon had in de 15e eeuw een boomgaard aan het Singel, buiten de toenmalige stadsgrenzen. De brug over het Singel kreeg de naam Korsjesbrug, een naam die later overging op de poort en de straat ernaartoe. Nadat bij 16e-eeuwse stadsuitbreidingen in het verlengde daarvan een nieuwe, langere steeg was aangelegd kreeg de oorspronkelijke Korsjespoortsteeg de toevoeging ‘Korte’.
Al in 1605 is hier sprake van twee woningen onder één dak in de ‘Korskensstraet’. De erfgenamen van Maritge Dircx verkopen het hoekpand aan bakker Willem Janszn. In 1627 wijst zijn weduwe Anneken Heyndrix haar zeven kinderen hun vaders erfdeel toe. Onder deze kinderen Sara Willems, gedoopt in 1616 en in 1641 in ondertrouw gegaan met bakkersgezel Aibo Antony van Reersom. Na Sara’s overlijden trouwt Aibo (Eijben) in 1656 weduwe Gertien Centen. In 1698 verkopen de nabestaanden het huis in de Corsjenssteeg “waar De Dry Swaentjes uithangt” aan Roelof Mensz. Het pand heeft dienstgedaan als bakkerij, zo blijkt uit de toevoeging “De bewoonder zal mogen naer hem nemen de winkel en toonbank, het fournais en ’t ovenbord, mitsgaders alle ’t backersgereetschap”.
Meer dan 150 jaar bakkerij
In 1714 gaat het pand van de erfgenamen van Mensz over naar meester-broodbakker Albert Mensing, gehuwd met Josina van Gogh. Na haar overlijden verkopen Albert en hun twee dochters Hendrica en Anna Catharina ‘De Drie Swaantjes’, “thans bewoond door een broodbakker”, aan Jan van Marle. Als Van Marle het op zijn beurt weer verkoopt in 1755 is er nog altijd een broodbakkerij. Van de zwaantjes is dan geen sprake meer. Van Marle is weduwnaar en erfgenaam van Niesje Carsseboom met de verplichting tot opvoeding en onderhoud van hun kinderen, waarmee de legitieme kindsdelen – waartoe zij anders gerechtigd zouden zijn – vervallen.
De koper, bakker Daniel Smit, verbouwt het huis, want vanaf 1755 wordt precario betaald voor een pothuis van 3 bij 30 voet met openslaande vensters. Uit de nalatenschap van zijn weduwe Geertruy van Diepen, later weduwe van Hendrik Aarssen, wordt het pand in 1777 verkocht aan Antje Helmsing, weduwe van Andries Bruyn. Na haar overlijden komt het in 1794 in handen van Anthony Klijn.
Ook in de 19e eeuw wordt er verbouwd: in 1846 is sprake van een “uittimering tot vergroting en ingang, bak, pomp, watersteen en put” en in 1898 is er een “uittimmering, waarin een gootsteen en privaat”.
Het gezin was actief bij zang-, toneel- en reciteerverenigingen
In de 19e eeuw wonen er onder meer een tapper en een koopman en in de 20e eeuw is er vele jaren een groente en/ of aardappelhandel gevestigd in dit hoekpand. In 1901 verhuist Gijsbertus Antonius van der Meer (1859-1931) van de Langestraat 52 naar Korsjespoortsteeg 15-huis. In 1880 is hij getrouwd met Catharina Molenkamp en het stel krijgt negen kinderen, waarvan er drie al jong overlijden. Het katholieke gezin is actief in het verenigingsleven. Zo is Van der Meer bestuurslid van de R.K. Mannen-Zangvereeniging ‘Arti et Amicitiae’, en betrokken bij de R.K. Vereeniging ‘Onze Kring’ die in 1909 het blijspel ‘Het Zangersfeest” uitvoert, waarvoor kaartjes bij G.A. van der Meer te verkrijgen zijn.
In 1915 kan men terecht bij zoon Lodewijk voor kaartjes van R.K. Toneelclub ‘Pius X’ voor een Groot Engelsch Historisch treurspel “Om een kroon” en een kluchtig blijspel “Mijn luitenant”. Ook kunnen aspirant-leden tussen 18-23 jaar zich in 1918 bij hem melden voor de R.K. Reis- en Reciteerclub. In 1931 verhuizen de ouders Gijsbertus en Catharina naar Langestraat 88. Enkele maanden later overlijden beiden nog geen drie weken na elkaar.
Korsjespoortsteeg 15 is als adres vervallen
Op nummer 15-I hoog wordt in 1913 een mooi bruin gestroomde boxhond teef met witte kraag aangeboden wegens plaatsgebrek. Kennelijk wordt hiermee aanzienlijke ruimte gecreëerd want tussen 1915 en 1917 biedt een “burgergezin zonder kinderen” in meerdere advertenties gelegenheid tot slapen, eventueel met “goede kost”, voor “fatsoenlijke lieden en nette werkmenschen”.
Ook in 1932 worden bij 15-boven, met ingang aan de Langestraat, een zit-slaapkamer en een slaapkamer aangeboden. De slaapkamer kost begin van het jaar ƒ 3 per week, voor de zit-slaapkamer wordt in januari en februari nog ƒ 4,50 per week gevraagd. Een half jaar later is de prijs drastisch gedaald naar nog maar ƒ 2,50 per week. Het jaar 1932 wordt dan ook gezien als het dieptepunt van de economische crisis.
Ook tegenwoordig is het pand nog verdeeld in twee woningen, alleen is bij de restauratie in 1975 het adres gewijzigd. Korsjespoortsteeg 15 is komen te vervallen; nu is er een woning bestaande uit huis en onderhuis met de ingang aan de Korsjespoortsteeg maar met als adres Langestraat 76A en een tweede woning op 1-hoog en de kapverdieping: 76B.
Het pand op de hoek Langestraat – Korsjespoortsteeg heeft een halsgevel in Lodewijk XIV-stijl met gedeelde klauwstukken en een gebogen lijstvormig fronton met schelp-vulling. Het klauwstukken-ornament loopt op fraaie wijze op de zijgevelverhoging door. Het heeft aan de zijgevel een bijzonder lang pothuis van ongeveer 7,50 meter.
Dit rijksmonument heeft nog een fraai houtskelet, voorzien van korbelen en sleutelstukken. Tijdens de restauratie in 1974 werd bevestigd wat uit historisch onderzoek al naar voren was gekomen: er bleek een gemeenschappelijke muur en fundering te zijn met Korsjespoortsteeg 17. De toenmalige eigenaar van nummer 17 gaf de voorkeur aan verkoop van het pand boven het delen van de herstelkosten. En zo werden wij in 1975 ook eigenaar van het buurpand.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amsterdam Monumentenstad
Delpher
Stadsarchief Amsterdam
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst, Amsterdam, 1928
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: De Klerk