Herenstraat 39
Herenstraat 39, AmsterdamZit in de 17e eeuw in dit nieuwgebouwde huis een winkeltje ‘de Vergulden Couse’, twee eeuwen later vestigt zich hier voor lange tijd een tapperij. In het archief treffen we vier intrigerende portretten uit fotoatelier Merkelbach aan op dit adres. Na enig speurwerk blijken deze te zijn van hoorspelregisseur Willem Tollenaar, die hier na de oorlog met zijn kersverse echtgenote op 2-hoog kwam te wonen.
Het huis vormt één geheel met nummer 37
In 1616 koopt mandenmaker Hendrick Jansz de nog onbebouwde erven genummerd 6 en 7 over van houtkoper Gerrit Wiggertsz Duysentdaelders en knoopmaker Willem Deonysz. De erven zijn elk 20 voet breed, voor en achter en 69 voet diep en Jansz laat er het huidige Herenstraat 33 tot en met 41, op de hoek met de Herengracht op bouwen.
In 1623 wordt het huidige Herenstraat 39 verkocht aan de Commissarissen van het Huis van Lening te Amsterdam maar een jaar later is er alweer een nieuwe koper: een Haarlemmer genaamd Ernst Wesselincx. Het pand wordt bij die verkoop omschreven als het pand waar ‘de Vergulden Couse’ uithangt of in de gevel staat. Bouwkundig vormt het pand vanaf de eerste bouw een geheel met Herenstraat 37; in de verkoopakte staat dat de trap “alwaer men mede naer boven op de camers gaet in ’t gemeen toecoomt ende bij hen t’zamen gebruyckt wort”.
In 1651 wordt het pand opnieuw door een kousenverkoper gekocht: Huybert Pietersz betaalt ƒ 5108,- aan de erfgenamen van Cornelis en Balthazar Hermansz, die verzekeraars lijken te zijn geweest: een beroep dat zijn intrede in de 17e eeuw deed.
Een eeuw in de familie
Een kleine zes jaar later, als klerenverkoper Steven Burggraeff het pand in 1657 koopt, is het flink in prijs gedaald naar ƒ 4000,-. Vervolgens blijft het huis bijna 100 jaar in de familie van Stevens weduwe Catharina of Trijntje Ariaens met wie hij in 1645 was getrouwd en in 1751 brengt het pand bij verkoop nog maar ƒ 1470,- op als meester-metselaar Cors Schouten het op een openbare veiling koopt.
Een paar maanden later overlijdt Cors en in 1752 koopt zijn weduwe Aaltje Claasse Elk voor ƒ 3050,- het huis dat bij de scheiding van de gemeenschappelijke boedel toebedeeld was aan een enigszins bijzonder gezelschap van erfgenamen, namelijk: de diakenen van de Gereformeerde Nederduitse gemeente, van de Lutherse gemeente, van de Mennonietengemeente, het Roomsch Katholiek Oude Armen Comptoir, R.K. Maagdenhuis en het R.K. Jongenshuis. Als voorwaarde is gesteld dat het perceel verkocht wordt in de staat waarin het verkeert, bijvoorbeeld zonder dat de nodige reparaties ten laste van verkopers komen.
Vanaf 1823 zat hier een tapperij
In 1763 is ook Aaltje overleden en verkopen de executeurs, twee meester-timmermannen, het huis voor ƒ 3150,- aan Laurens Laarman. In 1805 bewoont Jan George Schwenge het huis voor ƒ 260,- en Jan Kuchlijn huurt de kelder voor ƒ 52,-. Deze kelder was bereikbaar via een pothuis, die in 1818 weggebroken is. In 1813 koopt koopman Petrus Franciscus Laarman het huis van de erfgenamen van Laurens en zijn vrouw Johanna Maria Pluis voor ƒ 1150,-.
In 1823 koopt Jan Koggink, een tapper het huis voor ƒ 1700,- van de erfgenamen van Petrus. Het is het begin van een lange geschiedenis als tapperij en koffiehuis dat in elk geval tot in de jaren twintig van de 20e eeuw zal duren. Koggink zelf is al overleden als het pand in 1845 voor beduidend meer – namelijk ƒ 4952,- – in eigendom komt van George Gottlieb Breidenbach.
In 1851 worden vijf kamers in het huis verhuurd. Tapper Jan Jacob Groenemeijer bewoont dan het huis. Ook de erfgenamen van Breidenbach en zijn weduwe G. Ikink verkopen weer met winst als huurder Groenemeijer in 1860 ƒ 5250,- betaalt. Het pand zal daarna grondig zijn verbouwd, want in 1886 wordt het voor maar liefst ƒ 14.000,- verkocht aan tapper Hendrik Pootjes.
Tollenaar regisseerde talloze hoorspelen en documentaires
In 1920 is Pootjes koffiehuishouder en verkoopt hij het pand aan een andere koffiehuishouder, Jacobus Johannes Bernardus van Schoonhoven, voor ƒ 18.000,-. Lang blijft hij niet eigenaar, in 1921 verkoopt hij alweer. Wel met verlies: J.C. Demoitié betaalt ƒ 12.000,-. Hij is het die het huis voor de helft van dat bedrag aan ons verkoopt in 1963.
In de oorlog wonen hier Willem Vleeschhouwer (1873-1943) en zijn tweede vrouw Bertha Cronenberg (1869-1943) met wie hij in 1926 is gehuwd. Willem was toen handelsreiziger. Het echtpaar wordt 25 mei 1943 van Westerbork getransporteerd naar Sobibor waar ze drie dagen later direct na aankomst vermoord worden.
In het fotoarchief van Merkelbach treffen we op dit adres een aantal portretten van Wilhelmus Hendrikus Laurentius, ofwel Willem Tollenaar (1912-1994) die hier op 2-hoog heeft gewoond en wel vanaf zijn huwelijk in 1947 met Maria Antonia Rosa Bertha Meertens tot hun verhuizing naar Hilversum in 1953.
Na de oorlog werkte Tollenaar bij de KRO-radio als acteur en vooral als regisseur mee aan talloze hoorspelen en documentaires. In 1950 was hij medeoprichter van de Toneelacademie Maastricht, waar hij jarenlang docent zou zijn. Bij de vertalingen van de hoorspelen die Tollenaar regisseerde komen we meermaals de naam Berthe Meertens tegen; het is heel goed mogelijk dat dit zijn echtgenote is, die voor hun huwelijk hoofdonderwijzeres was.
Herenstraat 37 en 39 bevatten beide een winkel met twee etagewoningen. De smalle gevels van deze tweeling worden afgesloten door een rechte 19e-eeuwse kroonlijst en de houten winkelpuien zijn 18e-eeuws. Op de scheidingsmuur bevindt zich een smalle toegang met gemeenschappelijke trap tot de bovenwoningen.
In 1963 kochten wij de beide percelen. Op dat moment was nog maar een van beide winkels verhuurd en de rest van de ruimte wegens bouwvalligheid ontruimd. Ook het hoekpand Herenstraat 41 / Herengracht 95 B bevond zich in zeer slechte staat. Begin 1967 werd de restauratie van deze en de buurpanden Herenstraat 35 en 41 opgeleverd. Van de twee boven de winkels gelegen woningen van deze panden, werden er 11 verhuurd aan het Academisch Ziekenhuis voor bewoning door verpleegsters. Ook de aanwezige winkels waarnaar veel vraag bleek te bestaan, konden allen in de loop van 1967 worden verhuurd.
Al in 1984 werd hier een antiquariaat gevestigd; sinds 2002 is dit Antiquariaat Lont, gespecialiseerd in kinderboeken en -prenten. Behalve in de winkel in dit historische pand zijn zij ook te vinden op de boekenmarkt op het Spui en op de Noordermarkt.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Delpher
Hoorspelen.eu
Joods Monument
Open archieven
Stadsarchief Amsterdam
Theater Encyclopedie
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Architecten Van Kessel en Klein
Restauratieaannemer: Antonissen