Christ Church Amsterdam
Groenburgwal 42, AmsterdamZowel de Amsterdamse Anglicaanse gemeente zelf als het gebouw waarin zij samenkomen, hebben een lange en boeiende geschiedenis. De plaats aan de Groenburgwal waar de gemeente sinds 1827 haar diensten houdt is er één van grote historische waarde. Hendrick de Keyser, de bekende Amsterdamse stadsbouwmeester had er zijn atelier. En de grote Rembrandt schilderde er in de 17e eeuw één van zijn beroemdste werken.
Woning van stadsbouwmeester Hendrick de Keyser
Er wordt wel gedacht dat de naam Groenburgwal refereert aan groene lakens die hier gewogen, gekeurd, getard en gelood werden. Dat is niet het geval; er werden alleen blauwe en zwarte lakens naar het hier liggende Staalhof gebracht. De Groenburgwal, toen de Verversgracht genaamd, verwijst naar het verven van de lakens. Deze werden vervolgens gedroogd op ramen. Daar heeft de nabijgelegen Raamgracht zijn naam aan te danken. Om het pigment te laten hechten aan de stof werd urine gebruikt. Het is daarom niet verwonderlijk dat dit ambacht aan de rand van de stad werd uitgeoefend. Haar naam heeft de Groenburgwal te danken aan de vele groene bomen die er langs de gracht te vinden zijn.
Op de hoek van de Staalstraat en de Groenburgwal was sinds 1605 de stadssteenhouwerij gevestigd. Hendrick de Keyser (1565-1621), de grote Amsterdamse stadsbouwmeester had ernaast, op ons perceel zijn atelier en woning, op de plek waar nu de entree van de kerk is. In 1626 verhuist de steenhouwerij, Hendrick de Keyser was toen al overleden. Zijn zoon Pieter woonde nog een tijdje in het ouderlijk huis.
De Lakenhal kwam achter de woning van de Keyser
Twee jaar na het overlijden van De Keyser in 1621 wordt het gebied waar hij woonde op de schop genomen. Het Staalhof; een verzamelnaam voor het gebouwencomplex dat het centrum van de lakenindustrie zou worden, werd gebouwd. Aan het begin van de 17e eeuw waren de lakennijverheid en lakenhandel sterk toegenomen. Om de kwaliteit hoog te houden werden hier de stoffen geïnspecteerd.
De Saaihal, ontworpen door Pieter de Keyser, kwam aan de Staalstraat. Het gebouw was versierd met de keizerskroon uit het Amsterdamse stadswapen en langs de gevel zijn gebeeldhouwde draperieën aangebracht, als verwijzing naar de functie van het gebouw. Van ca 1810 tot 1891 was hier het chemisch laboratorium van het Atheneum, waarvan nu nog de attributen in de glas-in-loodramen getuigen.
De inmiddels afgebroken Zijdehal kwam aan de Groenburgwal te staan. Het symmetrische gebouw had drie ingangen; de linker gaf toegang tot de zijdehal uit 1650, de middelste tot de Staalhof (een open plein), en de rechteringang leidde naar het huis van de inspecteur, later naar het glaskopersgilde. De Lakenhal kwam op ons perceel, achter de woning van De Keyser.
Hier schilderde Rembrandt waarschijnlijk de staalmeesters
Beneden heeft de Lakenhal, naast het huis met de trapgevel van de bediende (aan de Groenburgwal), een grote ruimte waar de lakens worden bemonsterd of geloodst, een binnenplaats waar de lakens vooraf worden opgehangen en geïnspecteerd, en een vergaderruimte waar de vijf syndici van de Lakens om de beurt de blauwe en zwarte stalen inspecteren.
De vijf syndici zitten, de dienaar staat. Dit vijfkoppige college van inspecteurs werd elk jaar op Goede Vrijdag benoemd: twee katholieken, een doopsgezinde, een remonstrant en een gereformeerde. Rembrandt van Rijn legde deze Staalmeesters in 1662 vast op doek in zijn wereldberoemde schilderij. In die tijd betekende een ‘staal’ niet een klein stukje of monster van de stof, maar het hele stuk, de rol.
In deze vergaderruimte heeft, tot de Episcopale gemeente in 1771 gebruik ging maken van de Lakenhal en de naastliggende vergaderruimte, het schilderij ook gehangen. Waarschijnlijk heeft Rembrandt de Staalmeesters ook grotendeels in de vergaderzaal geschilderd. Het was zijn laatste grote opdracht. Toen de Episcopale gemeente in 1827 naar de Lakenhal verhuisde werd deze compleet verbouwd. De twee woningen aan de Groenburgwal, waaronder het woonhuis van Hendrik de Keyser werden onderdeel van de kerk.
De stijl kwam vanuit Engeland mee
Onder leiding van stadsarchitect J. Jansen werd de voormalige lakenhal in 1827 verbouwd voor de, uit 1698 daterende, Engelse Episcopale Gemeente.
Wanneer de Engelse Episcopale gemeente in Amsterdam precies begonnen is samen te komen, kan niet met zekerheid worden gezegd. Toen tijdens de regering van de Engelse koning Karel II, ontevreden Britten naar Nederland kwamen, vroegen twee predikanten in 1663 aan de burgemeesters om toestemming om hun geloof vrij te mogen uitoefenen. Reverend dr. John Cockburn was de eerste voorganger van de Episcopale gemeente. Hij deed intrede in april 1698. Die periode kan dus worden beschouwd als indicatief bij de totstandkoming van de Engelse Episcopale gemeente in Amsterdam.
De Neogotische gevel van de kerk, met een zachtrode geslepen steen, is een van de eerste uitingen van deze stijl in Nederland, is geïnspireerd op die van de Dom in Dublin. Deze bouwstijl is afkomstig uit Engeland, waar zij vanaf 1830 vaak werd toegepast. Om de kerkzaal te vergroten werd de zolder uit de Lakenhal gebroken en de vergaderzaal van de Staalmeesters bij de kerk getrokken.
Het interieur is eenvoudig en heel intiem. De kerk is rijkelijk voorzien van betimmeringen en lambriseringen van eikenhout. Maar ook zijn er diverse gedenkstenen en glas in lood in de kerk aanwezig.
Geschonken door Amsterdamse kooplieden
Boven het altaar dat met fraai beeldhouwwerk is versierd, staat het Engelse wapen, geflankeerd door de leeuw en de eenhoorn. Op de drie velden van het altaar zijn de Apostolische geloofsbelijdenis, de Tien Geboden en het Onze Vader te lezen.
Er zijn verschillende glas-in loodramen in de kerk aanwezig. Zo schonken in 1929 Amsterdamse bankiers en kooplieden een gebrandschilderd raam. Als thema werd gekozen het tijdperk van Willem III en Mary Stuart. Onder hun regering was de Episcopale gemeente immers tot stand gekomen. Op een lint dat door het raam slingert staat de tekst: “And you shall know the truth and the truth shall make you free” (Johannes 8:32).
Tegelijkertijd werd door een Engels regiment een ander raam geschonken. Beide ramen werden op 28 november 1929 door koningin Wilhelmina onthuld. In 1930 werd een derde raam geschonken door vereerders van de kerk. Het brengt de vriendschap tussen Amerika en Nederland in beeld: ‘This is my commandment, that ye love one another as I have loved you.’ (Johannes 15: 12). Een vierde raam werd een jaar later onthuld als geschenk van de stad Londen. De twee Britse zendelingen Bonifacius en Willibrord zijn erop afgebeeld en onderin de stadswapens van Londen en Amsterdam. Alle ramen werden ontworpen door de Amsterdamse kunstenaar F.H. Abbing jr.
Wij namen deze kerk over van de gemeente Amsterdam. De Christ Church zal in het gebouw haar activiteiten blijven verrichten waardoor het een toegankelijk gebouw blijft.
Het Christ Church Centre komt op de zondagen om 10.00 uur samen in deze kerk. Zij zijn, zoals ze zelf zeggen een internationaal diverse gemeenschap die God in het hart van onze stad wil bekendmaken. Verder geven ze aan dat elke woensdag van 15:30-17:00 de kerk geopend is voor bezoekers van het monumentale pand, om koffie te drinken en bij te praten en natuurlijk om even alleen te bidden in het Heiligdom. In die tijd biedt men regelmatig een korte communiedienst aan. Nadat u door de deuren bent binnengegaan, loopt u door een prachtige binnenplaats voordat u het kerkheiligdom binnengaat.
Vrienden bedankt
De Vrienden droegen bij aan de aankoop van dit pand. Daarom gaat de Vriendenwandeling van 2022 hierlangs. Ook komt dit monument voor in het boekje over de Amsterdamse Gevel, een boekje dat onze Vrienden krijgen.
Bronnen:
De Engelse Episcopale kerk te Amsterdam; artikel van M. Ree in ‘Ons Amsterdam’ 1967
Het Staalhof anno 1626; artikel van H.J.M. Roetemeijer in ‘Ons Amsterdam’ nr. 4, 1969
Woonhuis van Hendrick de Keyser; artikel van H.J.M. Roetemeijer in ‘Ons Amsterdam’ nr. 12, 1969
In en om de Lastage – Dick van der Horst, Martin Pruijs – uitgave t.g.v. open monumentendag 1993
D’Ailly’ s historische gids van Amsterdam – bewerkt door H.F. Wijnman – Allert de Lange NV, 1971
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
De Vrienden van Stadsherstel