‘De Bloemen
in het Bosch’

B

Bloemgracht 39

Bloemgracht 39, Amsterdam

Achter deze 19e-eeuwse gevel met de sprekende rode ramen en deuren bevinden zich benedenverdiepingen die in aanleg 17e-eeuws zijn en nog oudere funderingsresten. Ook de bewoners zijn een mengelmoes uit verschillende tijdperken. Zo waren er een zilversmid, een piano- en orgelhandelaar, een amateurtoneelspeler en een blanchisserie, een chique naam voor een strijkinrichting.

Ca. 1625
Bouw
19e Eeuw
Voorgevel
1976
Stadsherstel eigenaar
1992
Restauratie
Nu
Woningen
Eigenaren
Huisnaam

‘De Bloemen in het Bosch’

Uit overdrachten van het naastgelegen pand Bloemgracht 37 blijkt dat in 1625 waagdrager Ellert Jansz eigenaar was van het huidige nummer 39. In 1645 was dit Bries Engelbrecht. De oudst bewaard gebleven overdracht van dit huis aan de ‘Blomgracht’ zelf dateert van 1711 als Jan Taspering het voor ƒ 4100,- verkoopt aan Jan Wesselingh. In 1735 wordt het huis namens zijn weduwe Giertje van Diest en hun minderjarige kinderen verkocht voor ƒ 8800,-. Johan Wilhelm Fischer wordt eigenaar. Na het overlijden van Fischer en zijn weduwe Johanna Breda, wordt het huis bij de boedelscheiding in eigendom toebedeeld aan een van Johanna’s zussen en enige erfgenamen: Maria Breda (1694 – 1754) die gehuwd is met zilversmid Egidius Pieter Prick (1696-1747). In 1759 brengt het huis ƒ 4350,- op als Willem Omeijer het koopt van de erfgenamen.

Van het huis is verder bekend dat het op enig moment de naam ‘De Bloemen in het Bosch’ gedragen heeft.

Familiebedrijf
G.A. Goldschmeding

De orgels van Goldschmeding stonden in menig christelijke huiskamer

In 1894 verhuist G.A. Goldschmeding naar dit adres. Onbekend is of het hier gaat om vader (1826-1899) of zoon (1858-1927) Gerhardus Alexander maar de naam Goldschmeding zal bij velen nog een belletje doen rinkelen. Al was het maar vanwege de naam die groot prijkte op de gevel aan de Raadhuisstraat 46-50, waar de firma in piano’s en orgels vanaf 1923 was gevestigd. Vader Gerhardus was zijn carrière begonnen bij de bekende orgelbouwers Flaes & Brünjes in 1848 en richtte het bedrijf samen met zijn broer in 1872 op vanuit een pakhuis aan de Geldersekade. Behalve pianino’s van eigen fabrikaat, verkocht hij ook die van Flaesz, Pleyel en Cuyper.

Vier van de zes kinderen Goldschmeding, waaronder zoon Ger, zetten het bedrijf van hun vader voort. Het familiebedrijf zou flink groeien, en op het hoogtepunt waren er vele vestingen door het land. Een groot deel van de gereformeerde gezinnen kocht hier hun huisorgel. In 1986 maakte het bedrijf een doorstart onder de naam Clavis; in 2023 overgenomen door Piano’s Maene.

20e Eeuw
Blanchisserie

In vijftig jaar is de verkoopwaarde verdubbeld

Het huis is in 1893 bij een veiling in Frascati verkocht aan J.P. Martini voor een bedrag van ƒ 8600,-, afslag ƒ 350,-. Het huis is in 1910 nog steeds in de familie want dan woont hier de weduwe A. Martini met twee dochtertjes, die zich aanbiedt in een advertentie: “een beschaafde Holl. Dame zag zich gaarne de opvoeding van 1 of 2 kinderen toevertrouwd”.

Vanaf 1920 tot 1956 verschijnen regelmatig advertenties voor een hier gevestigde strijkinrichting. Regelmatig worden flinke meisjes, wasvrouwen, stijfsters, plat- fijn- en overhemdenstrijksters gevraagd. Vanaf 1955 wordt de firma Veen genoemd. In 1970 woont hier nog altijd mevrouw Veen.

In 1942 wordt in Frascati wegens een sterfgeval geveild “Benedenhuis met kelder en achterhuis en twee afzonderlijke bovenhuizen en erve”, groot 1 are en 73 centiare met een huuropbrengst van ƒ 1484,- per jaar. Het levert ƒ 16.000,- op. In hetzelfde jaar maakt de personeelsadvertentie ónder die van de strijkerij het tijdsbeeld duidelijk: er worden werknemers gevraagd voor de fabrieken van een grote vliegtuigindustrie in Midden-Duitsland.

Net na de bevrijding vinden we een advertentie: “Het R.K. Amsterdams Toneelgezelschap begint wederom te spelen en vraagt hiervoor nieuwe krachten, zowel dames als heren, om met de oud-leden het R.K.A.T. weer tot het eerste gezelschap van Amsterdam te maken”.

Secretaris
R.K. Toneelgezelschap

Onderscheiden met een pauselijke onderscheiding

Het secretariaat van het toneelgezelschap is aan de Bloemgracht 39, en wordt door Wim Lonis bestierd. Wim, of Wilhelmus Johannes Nicolaas Maria Lonis (1908-1967) is hier in 1943 komen wonen met zijn vrouw Lena, Helena Christina Brosse (1903-1982). Van beroep is hij kantoorbediende, maar daarnaast houdt hij zich onder meer actief met de kerk bezig: hij wordt onderscheiden met het Erekruis pro Ecclesia et Pontifice.

In 1956 wordt hij de voorzitter van het Werkverband Katholiek Amateurtoneel en hij zal zich zijn leven lang met toneel bezig blijven houden: in 1965 neemt hij op doktersadvies afscheid van de W.K.A., maar voor de R.K.A.T. blijft hij nog wel actief. Behalve van toneel hield Lonis klaarblijkelijk ook van schaken. Na zijn overlijden schenkt zijn weduwe een verzameling krantenartikelen aan het Max Euwe Centrum.

Rol van Stadsherstel
19e-Eeuwse gevel

Dit beeldbepalende pand konden wij in 1976 verwerven. Bij de restauratie van Bloemgracht 37 bleek de gemeenschappelijke muur met dit pand namelijk zo slecht dat er ingrijpende maatregelen getroffen moesten worden. De eigenaar van Bloemgracht 39 besloot daarop het pand aan ons te verkopen.

De voorgevel is een goed voorbeeld van 19e-eeuwse architectuur. Het is een ontwerp uit 1894 van timmerman-architect Jan Lenderink (1845-1917), die veel gebruik maakte van eclectische elementen en neostijlen. De toepassing van een rode kleur voor ramen en deuren maken van de gevel een nog sprekender element uit dit tijdvak. Bij de funderingswerkzaamheden stuitten wij op oude funderingsresten van de voorlopers van het huidige bouwlichaam, tekenend voor de kleine behuizingen die oorspronkelijk in dit stadsgedeelte stonden. Op de benedenverdiepingen is het interieur in aanleg nog 17e-eeuws, maar de bovenverdiepingen zijn ook geheel 19e-eeuws, zoals de plafonds en betimmeringen rond de trappenhuizen met kraaldelen (dit zijn schroten met aan één zijde een instulping waardoor een halfrond profiel ontstaat). Deze elementen zijn bij de restauratie behouden. Dit vereiste wel speciale voorzieningen in verband met brandveiligheid. Eveneens in de 19e eeuw zijn het tuin- of achterhuis en het hoofdgebouw met elkaar verbonden.

Bij de restauratie in 1992 zijn vier appartementen gerealiseerd, zowel in plattegrond als in detaillering duidelijk herkenbaar als producten van hun tijd. Uiteraard zijn ze wel aangepast naar de wensen van de huidige tijd wat betreft sanitair, keuken, verwarming en isolatie. In de kap is een eenkamerappartement gerealiseerd, waar vroeger de bergruimten waren.

Vrienden bedankt

Het plaatsen van de stoeppartij met hekwerk was mogelijk dankzij de vrienden van Stadsherstel.

Word ook Vriend en maak dit soort restauraties mogelijk.
Word ook Vriend
Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Delpher
Genealogieniessenmutschler.nl
Genootschap Amstelodamum, jaargang 003, Jaarboek 1904
Maene
Open archieven
Stadsarchief Amsterdam
Winkelstories

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect : Rappange B.V.
Restauratieaannemer: G. J. Dijst & Zn. B.V
Constructeur: Evers Partners B.V.

Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
Vereniging Vrienden van Stadsherstel

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.