Per abuis afgevoerd van de rijksmonumentenlijst

B

Bloemgracht 35

Bloemgracht 35, Amsterdam

Aan een van de mooiste en oudste Jordaangrachten staat dit voormalige rijksmonument. Voormalig? Ja, door een misverstand werd het onterecht van de monumentenlijst afgevoerd. Een monumentale vergissing, maar Bloemgracht 35 is en blijft een echt Stadsherstelmonument.

Ca. 1625
Bouw
1970
Stadsherstel eigenaar
1971
Restauratie
Nu
Bedrijfs- en woonruimte
1615
Oudste Jordaangracht

De percelen aan de gracht werden geleidelijk bebouwd

De Bloemgracht is mogelijk de oudste gracht van de Jordaan, die al voor 1615 verkaveld werd. De erven werden niet direct volop bebouwd: in 1625 was dit slechts gedeeltelijk het geval en het zou tot ongeveer 1640 duren tot het echt bedrijvig aan de gracht werd.

De eerste vermelding in de archieven van dit pand dateert van 1625 als huis en erf verkocht worden door Hans Vorsten aan Jan Gerritszn Cleijn. Vorsten bezat meer erven aan de Bloemstraat en de Rozengracht, die hij in 1613 en 1616 bij de eerste erfuitgifte door de overheid gekocht had. Vorsten heeft hier aan de gracht ook een rijtje ter hoogte van de huidige nummers 33-37. Of hij die ook al in die eerste periode gekocht heeft hebben we niet kunnen achterhalen.

In de bepalingen bij het koopcontract worden een gemeenschappelijke muur en loden goot genoemd met de buurman van het huidige Bloemgracht 37, Pieter Janszn Cingel. Ook is sprake van een gedeeld secreet “ ‘twelck oock tot gemene costen geruymt ende onderhouden moet werden”. Ook in 1630 is dit nog het geval. Het erf aan de oostkant, het huidige nummer 33, is dan nog steeds onbebouwd.

Lakenververs
Blaeuverwers aan de zuidzijde

Erfgenamen in Oost-Indië

Lakenbereider Nanning Jelisz, echtgenoot van Ydtgen Willems – eerder gehuwd met Cleijn – is de verkoper in 1630. De nieuwe eigenaar wordt lakenkoper Wichert Willemsz. In 1623 hadden de burgemeesters het besluit genomen om de lakenververijen van de oostzijde van de stad, rond de Verversstraat en de Raamgracht, te verplaatsen naar de Bloemgracht en omgeving. De zuidzijde van de Bloemgracht, waar dit huis staat, werd toegewezen aan de ‘Blaeuverwers‘, terwijl de ‘Couleurverwers‘ zich aan de noordzijde vestigden.

Pas bij een verkoop in 1686 wordt voor het eerst een koopsom genoemd: ƒ 1800. Hoe het huis van Willemsz in handen van mr. Jacob van Sander (1646-1710), raad en oud-burgemeester der stad Hoorn, is gekomen niet helemaal na te gaan maar Willemsz is overleden in 1684 en in een eerder testament staat hij genoemd onder de naam Wiggert Willemsz van Sander dus het is aannemelijk dat Jacob het huis heeft geërfd. Hij verkoopt het aan meester-timmerman Isaac Bourse.

In 1714 verkopen de erfgenamen het huis ‘in het eerste park’ van de Bloemgracht voor ƒ 2800,-. Het betreft hier Bourse’s weduwe Elisabeth Dortsman, dochter Hester en de zonen Isaak en Anthony die in Oost-Indië verblijven.

Sabel
Moskovisch varkenshaar

Tachtig jaar in de familie

Het beroep van koper Hermanus Sabel is niet bekend, maar er is een ingekomen brief uit 1720 bewaard gebleven van Hermanus Sabel te Amsterdam betreffende de levering van Moskovisch varkenshaar. Varkenshaar werd gebruikt voor onder meer verfborstels, dus wellicht was ook Sabel werkzaam in de textielververij. Of mogelijk vervaardigde hij zelf kwasten en borstels.

Het blijft natuurlijk gissen want om maar wat dichter bij ons eigen werk te blijven: ook bij het dakdekken werd in de 18e eeuw gebruik gemaakt van een mengsel van varkenshaar en kalkmortel, waarmee de kieren tussen de dakpannen aan de binnenzijde werden dichtgestreken om tocht en inregenen te voorkomen. Deze specie was bovendien een stuk brandveiliger dan de strodokken, bosjes roggestro, een andere veelgebruikte methode.

Sabel is in 1697 getrouwd met Aeltje Sluyter, een huwelijk dat kinderloos blijft. Eerder was Aeltje weduwe van Willem Riethoorn. Wegens het vooroverlijden van Elizabeth, dochter uit dit eerdere huwelijk, erven diens kinderen Catharina en Willem Jorissen het perceel. Bij de boedelscheiding van zijn zus, van wie Willem voor de helft erfgenaam is, wordt het perceel hem in 1747 toebedeeld. Hij is dan nog minderjarig en de erfenis wordt beheerd door Zacharias Zijlmans, suppoost van de weeskamer tot hij het huis en erf in 1757 in bezit krijgt. Het huwelijk van Willem blijft ook kinderloos, waarna het huis in 1794 bij de boedelverkoop onder de hamer gaat.

19e Eeuw
Verseput-stelsel

Pensioen voor ambtenaren en weduwen

Jan Hendrik Christoffel Sparenburg koopt het huis, omschreven als het dertiende huis van de Prinsengracht, voor ƒ 5900,-. In de 19e eeuw woont er F.L. Klingenspoor, die ƒ 420,- huur voor het huis betaalt. In 1851 is alleen het huis bewoond en wel door W.C. Verseput. Ambtenaar Verseput hield zich lange tijd bezig met het pensioenvraagstuk, en dan met name ook met een goede regeling voor weduwen. Zijn geschift ‘Het Rijks-pensioenfonds en zijne overwinst; benevens een Ontwerp van een Pensioen- en Weduwen-pensioenfonds voor Rijksambtenaren enz’ uit 1875 is geen bloemrijk proza om uit te citeren; we laten deze met name wiskundige behandeling hier inhoudelijk dan ook maar aan ons voorbijgaan. Het liep al tegen het eind van zijn eigen carrière, want in 1878 was hij ambtenaar-af. Het is voor hem te hopen dat hij toen de vruchten van zijn eigen inspanningen kon plukken.

In 1864 was Anna Catharina Senus de hoofdbewoner van het huis en in 1879 kantoorbediende Jan Jacobus Kropholler (1817-1883). De vrouw met wie hij in 1848 was getrouwd, Johanna Catharina Schuurman (1827-1868), is dan al overleden en Jan woont hier met zijn zeven kinderen geboren tussen 1849 en 1864.

Rol van Stadsherstel
Monumentale vergissing

Met het verwerven van Bloemgracht 35 in 1970 bezaten wij acht eigendommen aan deze prachtige Jordaangracht. Rond de jaarwisseling ging de restauratie van start en deze kon eind 1971 worden voltooid.
Dit was eerder dan voorzien, ondanks dat onder het constructief zeer bouwvallige pand een nieuwe fundering moest worden aangebracht.

Toch kregen we met een grote teleurstelling te maken. In 1971 is het pand namelijk onterecht afgevoerd van de rijksmonumentenlijst in verband met sloop. Het bleek te zijn verward met Bloemstraat 35 (dat inderdaad gesloopt is), een monumentale vergissing! Een nieuwe aanwijzingsprocedure in 1998 wordt afgewezen.

Het maakt Bloemgracht 35 voor ons natuurlijk niet minder bijzonder; zoals alle door ons gerestaureerde panden verdient het zijn Stadsherstelmonumentenschild op de gevel dubbel en dwars. In het pand zijn een viertal ruime tweekamerwoningen en op de begane grond een kantoor gerealiseerd. Door de kapverdieping van een dakkapel en het fries van de kroonlijst van drie ramen te voorzien is de zolder tot een volwaardige woonruimte getransformeerd, met schitterend zicht over de gracht.

Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Delpher
Open archieven
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Stadsarchief Amsterdam
Taco Tichelaar
Westfries Archief

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: W. J. Klein en K. van Kessel

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.