Sociale huurwoningen
in het stadscentrum

B

Bethaniënstraat 10

Bethanienstraat 10, Amsterdam

De Bethaniënbuurt was een volksbuurt, met smalle straatjes vol kleine middenstanders. Het buurtjongetje dat de melkboer helpt, de toegeschoten meneer die kinderen in veiligheid brengt na een brand, de bewoner die geld steelt van zijn schoonzus. Het zijn zomaar wat kleine geschiedenissen die zich hier afspeelden. Het pand was niet meer te redden, wel konden wij hier sociale huurwoningen realiseren in een veranderend politiek klimaat.

17e Eeuw
1e Bebouwing
19e Eeuw
Herbouw
1992
Stadsherstel eigenaar
1992
Nieuwbouw
Nu
Woningen
Hoekhuis
Brand in 1904

De vlammen sloegen uit het dak

Op de hoek van de Bethaniënstraat met de Bethaniëndwarsstraat stonden voorheen twee panden: Bethaniënstraat 10, het hoekhuis, met daarnaast nummer 12. Het eerste bewijs van bewoning op nummer 10 dateert uit 1647 toen het in bezit was van de erven Nanning Janszoon. In 1803 werd het precario verhoogd in verband met de aanwezigheid van een pothuis, een pomp en een gootsteen.

In 1895 brengt het winkelhoekhuis van 45 centiaren bij een veiling ƒ 4375,- op; J.M. Roodenburg is de koper. Enkele jaren later zit er de wasch- en strijkinrichting van Steur in het pand, waar in 1904 een grote brand uitbreekt.

Het gezin woont er niet, waardoor de brand in eerste instantie onopgemerkt blijft, maar al snel slaan de vlammen uit het dak. Het pand brandde geheel uit en veroorzaakte ook schade bij de overburen in de smalle straat. Zo sneuvelden de ruiten en bladderde de verf van de toonbank van de kruidenier aan de overkant. De bewoners van de bovenwoningen – de gezinnen Mijer en Zuidbroek – konden zich op tijd in veiligheid brengen. Een toegeschoten meneer droeg de kinderen van een van de bovenwoningen naar buiten en liep daarbij een brandwond aan zijn hand op.

20e Eeuw
Diefstal

De bewoner stal geld uit de linnenkast van zijn schoonzus

In 1910 wordt zeeman Hendricus Antonius Schieveen (1863-1941), wonend aan de Bethaniënstraat 10, gezocht voor de diefstal van ƒ 140,- van zijn schoonzuster. Dankzij een eerdere veroordeling in 1881, voor diefstal van koffie, weten we hoe de dan slechts 17-jarige Schieveen eruitzag. Twee jaar later vinden we hem terug in het patiëntenregister voor huidzieken. In 1892 is hij getrouwd met Cornelia Goverdina Korteland, van wie hij in 1917 zal scheiden, waarna hij hertrouwt.

In 1916 is er opnieuw sprake van diefstal. Een 18-jarige schilder steelt een partij lood, koper en lompen uit de kelder van het perceel. Zijn ouders, ‘knappe menschen’, verzoeken hem maar “zoo lang mogelijk te willen opbergen”. De verdediger brengt in dat het een zwakke jongen onder invloed van verkeerde kameraden betreft en dat de opkopers van de waren de echte daders zijn. Ook zouden een eerder verblijf in een tuchthuis en het daaruit voortgekomen stigma van ‘tuchthuisboef’ – zoals hij thuis en in de buurt wordt gezien – in het nadeel van de jongeman hebben gewerkt.

Het slachtoffer van de diefstal, koopman H. Breemer, wordt ook niet door iedereen als zuivere koffie gezien. Dit blijkt uit meerdere felle berichten van zijn hand in de krant in datzelfde jaar, waarin hij zijn naam probeert te zuiveren en afgeeft op oneerlijke concurrentie. De laatste advertentie in zijn naam vinden we in oktober 1916, een maand later heeft zijn weduwe de zaak overgenomen. Als het huis in 1918 te koop wordt aangeboden is daar nog altijd een lompenaffaire. In de jaren dertig van de vorige eeuw zit er een sigarenmaker.

Melkboer
Trouw hulpje

Kleine Robbie verkoos melk boven chocola

In diezelfde jaren dertig zit een deur verderop, destijds Bethaniënstraat 12 en nu huisnummer 10 van de nieuwbouw, de melk- en roomboterhandel van Corn. van Mourik. In 1927 had hij een tweede zaak aan de Violettenstraat 10, en was hij failliet verklaard maar kennelijk heeft hij zijn zaakjes financieel weer op orde gekregen.

Van de jaren vijftig tot 1982 is de melkwinkel in handen van het echtpaar Klaas en Tiny Mijnheer, met hun magazijn aan de overzijde op nummer 25. Het stel bleef kinderloos. Wel hadden ze begin jaren zestig een hulpje waarvan veel mensen dachten dat het hun zoontje was. De kleine Robbie was echter de jongste van de negen kinderen Duivis van Chocolaterie ’t Trippenhuis om de hoek op de Kloveniersburgwal 26. Robbie, gehuld in een klein melkboerenjasje, hielp ‘ome’ Klaas onder meer bij het rondbrengen van de bestellingen.

Het huis was net als dat op nummer 10 45 centiaren groot. In 1897 brengt het bij een verkoop ƒ 4650,- op als B.M. Groenman het koopt. Het heeft dan drie bovenhuizen; rond 1880 is het met een verdieping verhoogd. In 1937 staat het derde bovenhuis te huur voor ƒ 3,75 per week. Zowel in 1901 als 1926 worden er schoorsteenbranden geblust. En in 1970 wordt het pand weer te koop aangeboden. De huuropbrengst bedraagt dan ƒ 2009,80 per jaar, de vaste lasten zijn jaarlijks ƒ 474,-.

Rol van Stadsherstel
Sociale woningen in centrum

De panden Bethaniënstraat 10 en 12 werden onderdeel van ons grote herstelproject in de Bethaniënbuurt, die na de Tweede Wereldoorlog in zeer slechte staat was geraakt. In oktober 1991 werd begonnen met de bouw.

In het jaarverslag over 1992 lezen wij “De realisering van de restauratie van de panden Bethaniënstraat 10 en 14 (nieuwe nummering, voorheen 12 en 16) en van de nieuwbouw met name op de hoek van de Bethaniënstraat en de Bethaniëndwarsstraat (nummer 1 t/m 7 en voorheen nummer 10) heeft veel bijgedragen aan het opknappen van deze straten. De gerestaureerde panden staan tussen de nieuwbouw mooi te wezen, terwijl de nieuwbouw zich goed voelt tussen de bestaande bebouwing. Dat geldt voor de maat, de schaal en de hoogte, maar ook voor wat de kleuren betreft. Dit laatste geldt met name voor de witgepleisterde gevels.”

De meningen over de nieuwbouw waren, uiteraard, verdeeld. Maar uniek is het zeker: woningen in de sociale sector, in het Amsterdamse centrum. Dat werd in deze periode maar al te duidelijk. In het jaarverslag van 1991 staat te lezen dat de gemeentelijke nota Woningproduktie Binnenstad het einde aankondigt van de restauraties in de sociale sector in de binnenstad van Amsterdam, voornamelijk vanwege de daarmee gepaard gaande hoge kosten, onder andere door de moeilijke / kostbare bereikbaarheid van de bouwplaatsen. Het luidde het einde in van restauraties in de sociale sector in de historische binnenstad.

Gevelsteen
Apostel Lucas

Gevonden in de lichtkoker

Sinds de nieuwbouw is de huisnummering hier aangepast. Wat voorheen Bethaniënstraat 12 was is nu, als onderdeel van het complex, nummer 10 geworden. De hoek heeft nu niet langer Bethaniënstraat maar Bethaniëndwarsstraat als adres met de huisnummers 1 tot en met 7.

Het huidige Bethaniënstraat 14, voorheen nummer 16, is ook een Stadsherstelmonument. In de zijgevel hebben we een steen gemetseld die de apostel Lucas voorstelt, herkenbaar aan de stier en omdat hij – als patroon van de schilders en beeldhouwers – schilderend staat afgebeeld.

Uit onderzoek blijkt dat tussen de Bethaniëndwarsstraat en de Boerensteeg rond 1600 vier huisjes hebben gestaan, genoemd naar de vier evangelisten. In de top van het huidige nummer 12 vinden we de steen van Marcus. De andere drie stenen leken te zijn verloren gegaan, tot wij bij de sloop van het hoekpand nummer 10 (oude nummering) de steen van Lucas terugvonden in een lichtkoker.

Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Het Bethaniënblok in Amsterdam, onder de sluier van het verleden vandaan, Simon van Blokland, Frans Duivis, 2016
Delpher
Open archieven
Stadsarchief Amsterdam

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: R. Kolkman
Restauratieaannemer: Amstelvliet Bouw
Constructeur: Heyckmann

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.