De geplande cityvorming kon gelukkig worden voorkomen

B

Bethaniëndwarsstraat 3

Bethaniëndwarsstraat 3, Amsterdam

Het had niet veel gescheeld of de Bethaniënbuurt was na de Tweede Wereldoorlog weggevaagd om ruimte te maken voor brede verkeerswegen. Het verzet tegen de plannen leidde onder meer tot onze oprichting. We werden door de stad betrokken bij het herstel van deze buurt, waarbij het historische straatjespatroon gehandhaafd kon blijven.

17e Eeuw
Eigendom Dolhuys
1966
Brand
1992
Stadsherstel eigenaar
1992
Nieuwbouw
Nu
Woningen
Eigenaren
Dolhuys

Beleggingsobject van regenten tot makelaars

De Bethaniënstraat en -dwarsstraat behoren tot de oudere straten van Amsterdam, in de vijftiende eeuw aangelegd op het terrein van het toenmalige Bethaniënklooster, of Sinte Maria Magdalena van Bethaniën, gelegen tussen de even zijde van de Bloedstraat en de oneven zijde van de Oude Hoogstraat. Bij de stadsuitbreiding van 1425 was het klooster binnen de stedelijke omwalling komen te liggen.
Na de Alteratie in 1578 werd het klooster onteigend en kwamen welgestelde burgers in dit gebied te wonen. Het huis op deze plek kwam in bezit van de regenten van het Dolhuys, evenals de huizen op de plek van het latere nummer 5 en 7.

Door de jaren heen worden de huizen zowel apart als gelijktijdig verkocht. Zo betaalt in 1880 makelaar W.C. van Slingerlandt ƒ 15.686,- voor de vier panden nummer 1 t/m 7. Vijf jaar later koopt meestertimmerman en makelaar Zeeger Deenik nummers 3 en 5 voor respectievelijk ƒ 4250,- en ƒ 4252,-. In 1894 koopt S.J. Koopal nummers 1, 3 en 5 elk voor ƒ 5000,-. S.J. Polk, winkelier in galanterieën & huishoudelijke artikelen, zit dan in het pand. Hij wordt in 1895 failliet verklaard.

In 1930 wordt Jacob Prett jr eigenaar van een huis aan de Gabriël Metsustraat en van Bethaniëndwarsstraat 1 en 3. Voor de laatste twee betaalt hij ƒ 4800,- en ƒ 4900,-. De drie panden van respectievelijk een halve, 0,46 en 0,42 centiaren brengen elk ƒ 956,- op aan huur. In 1956 worden ze alle drie in één koop aangeboden en brengen ze ƒ 3549,60 op aan huur bij vaste lasten van ƒ 447,36.

Joodse bewoners
Sigarenfabrikant

“Van woonplaats veranderd zonder vergunning”

In de jaren twintig van de vorige eeuw had David de Vries (1886 – Mauthausen, 1942) op 2-hoog een sigarenfabriekje. In 1924 werd hij failliet verklaard, maar wegens ‘gebrek aan actief’ werd dit faillissement twee weken later opgeheven. De sigaren brachten hij en zijn echtgenote Theodora Haringman (1883 – Sobibor, 1943) van maandag tot en met zaterdag aan de man op de Albert Cuypmarkt.

Het stel was in 1911 getrouwd en zij kregen vier kinderen: Samson (1911 – Sobibor, 1943), Mozes (1914 – Birkenau, 1942), Helena (1917 – Auschwitz, 1942 en Louis (1921 – Midden-Europa, 1945). Sinds 1932 woonden hij en zijn vrouw op verschillende adressen. Het laatst bekende adres van Theodora en drie van hun kinderen was in februari 1941 aan de Nieuwe Kerkstraat.

Het laatst bekende adres van David was in Eindhoven, alwaar de Hoofdcommissaris van Politie in 1942 verzocht tot zijn opsporing, aanhouding en voorgeleiding omdat hij ervan werd verdacht “van woonplaats te zijn veranderd zonder de daartoe vereiste vergunning te hebben verkregen”. Met andere woorden: David was ondergedoken. Niet veel later echter werd hij alsnog opgepakt en omgebracht. Zijn vrouw wachtte een half jaar later hetzelfde lot.

Verraad
Gezin De Vries

De joodse vrouw in de illegaliteit die zich ontpopte tot Vertrauensfrau

Van de kinderen en vier kleinkinderen van David en Theodora overleefde alleen kleinzoon Jacob Levie, de zoon van Mozes en in 1942 geboren na de scheiding van diens eerste echtgenote. Jacob heeft later de naam aangenomen van zijn onderduikouders. Zijn twee zusjes Theodora (geboren in 1937) en Hanna (geboren in 1938) zijn samen met hun moeder in 1943 in Sobibor vermoord. De tweede echtgenote van Mozes, met wie hij in 1942 was getrouwd, zou de kampen overleven. Zij werd verraden door de Joodse Ans van Dijk die – nadat zijzelf verraden was – ervoor ‘koos’ om te collaboreren met de bezetter en vele onderduikers heeft aangegeven. Na de oorlog zal zij de enige vrouw zijn die wordt terechtgesteld en bij wie ook het doodvonnis is voltrokken. De echtgenote van Mozes trad op tijdens het proces als getuige, een van de weinige overgeblevenen die het verraad konden navertellen.

Zoon Samson, een venter, kruier en koopman in lompen, verhuisde regelmatig met zijn vrouw Sara en zoon Isaac (geboren in 1937) en woonde op diverse adressen aan de Bethaniëndwarsstraat, waaronder ook op nummer 5-I. Alle drie kwamen zij om in 1943 in de gaskamers van Sobibor: moeder en zoon samen met de twee nichtjes Theodora en Hanna en hun moeder; Samson een maand later.

Onbewoonbaar
Kelderwoning

Geen kwalitatieve hoogstandjes

In 1910 worden de kelderwoningen van nummer 1, 3 en 5 onbewoonbaar verklaard. Er wordt bezwaar gemaakt voor dit pand, waarvan de woning onterecht als kelderwoning aangemerkt zou zijn: voor driekwart bevindt de woning zich boven straatniveau en met plaatsing van wat extra ramen zou er voldoende sprake van ‘licht en lucht’ zijn. Ook H.P.G. Luttge doet nog een poging om de onbewoonbaarverklaring van de kelderwoningen van nummers 1 en 3 ongedaan te laten verklaren, maar tevergeefs: de voordracht blijft overeind.

In 1966 breekt er brand uit in het aangrenzende pand op nummer 1. Dan wordt in diverse bronnen gemeld dat het toenmalige pand zo’n vijftig jaar oud is. Dit zou betekenen dat het zo rond 1915 is gebouwd. Kwalitatief hoogstaand zal het niet geweest zijn. Het gezin De Vries staat hier tot oktober 1930 ingeschreven. In augustus 1931 zijn alle drie de bovenwoningen, dus ook die van De Vries, vervallen; het huis is dan in gebruik als bergplaats. Kennelijk was dit ook zo ten tijde van de brand. De zolder was in gebruik bij het gezin Worst, die bij deze tragische gebeurtenis om het leven komt. Na de brand van 1966 zijn de panden opnieuw herbouwd.

Rol van Stadsherstel
Onderdeel van ‘cityvorming’

Na de Tweede Wereldoorlog was de Amsterdamse binnenstad verloederd en ernstig getroffen door de deportatie van de joodse bevolking. De Wederopbouwwet uit 1950 bood financiële steun vanuit het rijk voor gebieden met oorlogsschade, maar voor de ‘cityvorming’-plannen werd het begrip wederopbouw wat opgerekt en zo letterlijk mogelijk genomen. Wat het stadsbestuur feitelijk voor ogen had waren reconstructieplannen: slopen en weer beperkt opbouwen. De historische straatjes zouden plaats moeten maken voor brede boulevards waar auto’s vrij baan hadden. De bewoners moesten naar de buitengemeenten uitwijken. De plannen stuitten op veel verzet, zeker toen ook nog eens bleek dat de buurt bijna honderd monumenten telde. Wel was de conditie van een groot deel van de woningen in de wijk slecht en was er veel leegstand en overlast van de kleine industriële bedrijvigheid.

In oktober 1991 werd begonnen met de restauratie van Bethaniënstraat 16, nu nummer 14, en met de bouw van Bethaniëndwarsstraat 1 t/m 7, samen met het hoekpand Bethaniënstraat 10 en het naastgelegen nummer 12. De drie panden onder één lijst met nummers 1 t/m 5 waren niet te redden.
Met de nieuwbouw is het voormalige Bethaniënstraat 10 opgenomen in het nieuwbouwblok met adres Bethaniëndwarsstraat 1 t/m 7. Ook nummer 12, dat sinds de hernummering nummer 10 is werd onderdeel van dit complex.

In de hal kwam een herdenkingsplaquette ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de brand van 1966.

Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Het Bethaniënblok in Amsterdam, onder de sluier van het verleden vandaan, Simon van Blokland, Frans Duivis, 2016
Delpher
Joods Amsterdam
Joods Monument
Open archieven
Stadsarchief Amsterdam

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: R. Kolkman
Restauratieaannemer: Amstelvliet Bouw
Constructeur: Heyckmann

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.