Een Sit Fast concert met Walter van Hauwe, Paul Schauenburg (blokfluit) en Liubov Titarenko (klavecimbel).
Sit Fast is een concertserie van Black Pencil, een internationaal en veelzijdig ensemble met een verrassende bezetting. De titel van de serie is afkomstig van een werk van de Renaissance-componist Christopher Tye (c.1505-1572). Sit Fast betekent zoveel als ‘stevig zitten’ en luisteren. Aan het eind van Sit Fast schreef hij: ‘Sing true and fear not for I am true and fear not’. Men kan niet dromen van een beter motto in de muziekuitvoering!
PROGRAMMA:
Maarten Altena (1943): Far Ears (2025, wereldpremière)
Louis Marchand (Frankrijk, 1669-1732). Prélude et Chaconne uit Suite en ré mineur (1702)
Girolamo Frescobaldi (Italië, 1583-1643). Cento Partite sopra Passacagli uit Toccate e partite d’intavolatura, Libro 1 (1637)
Zoltan Almashi (Oekraïne, 1975): Ode (2009)
Hawar Tawfiq (Nederland, 1982): Exigeant (2019)
Uitvoerenden: Walter van Hauwe (blokfluit), Paul Schauenburg (blokfluit) en Liubov Titarenko (klavecimbel).
Walter van Hauwe & Paul Schauenburg: Far Ears
Maarten Altena (1943) is een icoon van de Nederlandse muziek. Zowel op het gebied van gecomponeerde én geïmproviseerde muziek kiest hij zonder voorbehoud voor grensverleggend risico. Far Ears is de nieuwste compositie geschreven door deze belangrijke componist en gaat tijdens dit concert in première! Het stuk is oorspronkelijk geschreven voor twee blokfluiten, waarbij gebruik wordt gemaakt van verschillende soorten (C-bas, basset en tenor).
Liubov Titarenko: Exigeant
Dit programma combineert de klavecimbelstukken uit de 17e, 18e en 21e eeuw van Italiaanse, Franse, Oekraïense en Nederlandse componisten. Wat zijn de verschillen in de
benadering van het instrument tussen de componisten? En welke uitdagingen en eisen zijn er voor de performer? Kom luisteren en ontdek de schoonheid van de klavecimbelklank via de muziek van G.Frescobaldi, L. Marchand, Z. Almashi en H. Tawfiq.
Maarten Altena over ‘Far Ears’
Twee blokfluitisten, drie delen met telkens twee andere, lage blokfluitsoorten. Deel één een sonoor zoemen, de twee spelers ver van elkaar, een eerste poging tot contact. In deel twee zijn de fluiten al nader tot elkaar gekomen met inmiddels verworven meerstemmigheid als middel om echt naar elkaar te luisteren en contact te maken.
In het derde deel lukt het hen (bijna) precies hetzelfde te spelen, met als uitkomst een vreemde vorm van razendsnelle virtuositeit.
Mijn fascinatie voor de blokfluit komt voort uit het feit dat een blokfluit in wezen niet meer is dan een stukje hout met wat gaatjes erin. Een stukje hout dat zowel een vocale kwaliteit als de mogelijkheid tot virtuositeit biedt. En dat bovendien niet alleen kan schitteren in oude muziek, maar ook in muziek van nu. Toen ik nog een eigen groep leidde, vormde de blokfluit vaak de verbinding tussen de menselijke stem en de rauwere klanken van bijvoorbeeld de saxofoons.
Met Far Ears wilde ik een ‘sprookje’ schrijven waarin drie lagere blokfluitsoorten een hoofdrol zouden vervullen, met daarin aanvankelijk een rol voor het sonore zoemen, aftastend, en een virtuoze, wervelende eindspurt – met als tussendeel een poging van samenspel met echo’s, of iets officiëler, canons.
Met dank aan Paul Schauenburg, en aan Walter Van Hauwe voor de keuze van de drie soorten fluiten die het sprookje bevolken, en voor zijn bevlogenheid.