Een rondwandeling door het oosten van de binnenstad, over de eilanden Kattenburg, Wittenburg en Oostenburg, met als eindpunt het Kadijkseiland met een bezoek museum ’t Kromhout. In mei eenmalig op de tweede zondag van de maand (normaliter is de rondwandeling op de eerste zondag van de maand).
In de 16de en 17de eeuw is Amsterdam vier keer uitgebreid, dit vanwege de snelgroeiende bevolking. Bij de vierde uitleg, aan de oostzijde van de binnenstad van Amsterdam wordt een nieuwe zeedijk opgeworpen en worden er een aantal vaarten en kanalen gegraven. De Nieuwe Vaart werd gegraven omdat het IJ aan het dichtslibben was en via deze vaart de Zuiderzee kon worden bereikt. Door deze graafwerkzaamheden ontstonden de Kadijken en de eilanden Kattenburg, Wittenburg en Oostenburg en de Plantagebuurt.
In eerste instantie vonden op de Kadijken scheepsbouw activiteiten plaats, met werven, pekhokken, mastenmakers en touwslagers. Op de eilanden werden eerst verdedigingswerken en bolwerken gebouwd, later volgt de Admiraliteit en eveneens scheepswerven. Bij deze scheepswerven worden ook loodsen en huizen gebouwd.
De oostelijke eilanden en de kadijken ontwikkelen zich steeds meer van scheepswerf tot een havenkwartier, waar veel pakhuizen worden gebouwd. Naast de magazijnen van de VOC op Oostenburg worden er ook rijen pakhuizen op het Kadijkseiland gebouwd, het Rijksentrepot.
In de tweede helft van de 19de eeuw hebben veel werven het moeilijk. Ze zijn, in vergelijking met de ons omringende landen, erg ouderwets. De meeste Nederlandse werven gebruiken voornamelijk hout voor het bouwen van hun schepen. Er zijn enkele uitzonderingen, die wel ijzer gebruiken, zoals de nog steeds bestaande werf ’t Kromhout.
Tijdens een wandeling die elke eerste zondag van de maand plaatsvindt, ontdekken we naast de historie van dit gebied ook de ontwikkelingen van voornamelijk werkgebied naar woongebied.
We komen te weten of het Markerhuisje op Wittenburg iets te maken heeft met het voormalige eiland Marken. Waar komen de namen Kattenburg en Wittenburg vandaan? Hebben de Pelikaanbrug en de Nijlpaardbrug een relatie met Artis? Welke straatnamen verwijzen naar oude beroepen? Ook komen we te weten hoe een bierbrouwerij aan de wieg stond van een vakbond en een woningbouwvereniging. De pakhuizen op het Entrepotdok hebben op alfabet de namen van plaatsen, maar zijn het ook allemaal Nederlandse plaatsnamen? En komt het volledige alfabet voor? Op al deze vragen krijgen we een antwoord, voordat de wandeling eindigt met een bezoek aan Museum ’t Kromhout.