De Amsterdamse Händelvereniging zingt 'Wie der Hirsch schreit' (psalm 42) van F. Mendelssohn en het 'Requiem' van G. Fauré.
Wie der Hirsch schreit nach frischem Wasser, so schreit meine Seele, Gott, zu Dir.
Mendelssohn zette psalm 42 grotendeels op muziek tijdens zijn huwelijksreis met Cecile Jeanrenaud.
Deze psalmcantate werd gedurende het leven van Mendelssohn vaak uitgevoerd en werd, door de zelfkritische Mendelssohn, als zijn beste kerkelijke compositie beschouwd.
Robert Schumann oordeelde dat hij met dit werk de hoogste graad van perfectie had bereikt in de nieuwere kerkmuziek.
Het Requiem van Fauré is zijn bekendste langere werk en groeide uit tot een zeer geliefd requiem, het is fijnzinnige, troostrijke en hoopvolle muziek.
Fauré ziet de dood als een blijde overlevering en een streven naar de blijdschap hierboven!
Hij was van mening dat een groots humaan gevoel van geloof in de eeuwige rust het stuk domineert!
“Het requiem is zo zachtmoedig als ikzelf” Is er een mooiere omschrijving van het requiem denkbaar!