Pinksterkerk
Camplaan 18, HeemstedeDe Pinksterkerk in Heemstede is het eerste naoorlogse monument van Stadsherstel. Het is één van de honderd Nederlandse topmonumenten uit de wederopbouw-periode 1940-’65. Het hoogtepunt is de fenomenale glas-in-betongevel in filigrainstijl.
De gereformeerde Pinksterkerk uit 1956 is ontworpen door de architecten Chr. Nielsen, J.H. Spruit en W. van der Kuilen, die naam maakten met woning- en kerkenontwerp. Het is een moderne kerk zonder toren op een rechthoekige plattegrond, opgetrokken in gewapend beton en baksteen met een plat dak. Het gebouw is acht meter achter de rooilijn geplaatst op een terrein van circa 24 bij 50 meter en werd in 1957 in gebruik genomen. Qua typering noemen we het een verdiepingskerk: de kerkzaal staat bovenop een souterrain met vergader- en andere ontmoetingsruimtes.
Het is één van de meest opmerkelijke monumenten van Heemstede. Alle aandacht van het verder sobere bouwwerk gaat uit naar de lange glas-in-betongevel aan de voorkant. Onder het bewind van toenmalige staatssecretaris Plasterk werd het in 2007 opgenomen in de voorlopige lijst van 100 topmonumenten uit de wederopbouwperiode 1940-’65. Omdat het een karakteristiek voorbeeld is van naoorlogse kerkenbouw krijgt het gebouw in 2010 officieel de status ‘rijksmonument’.
We zijn natuurlijk extra blij met deze aanwinst, een naoorlogs topmonument koop je niet elke dag aan.
Dankzij de geometrische vormen in reliëf is de glas-in-betongevel aan de voorkant een uniek werk. Wat daar achter zit is minstens zo bijzonder. In wel zeventig verschillende tinten kleurt het glas-in-beton de lichtinval van de grote kerkzaal. Kunstenaar Berend Hendriks ontwierp het glaskunstwerk van 21 x 5 meter dat het Pinksterverhaal verbeeldt waarbij de ‘heilige geest over de apostelen neerdaalt’.
Ondanks de nadruk op geometrie in de vormen, zijn de afbeeldingen uit de vertelling duidelijk herkenbaar. Afgebeeld zijn onder meer ‘de zeven apostelen’ en een doorboorde hand waar een duif uit opvliegt, het symbool voor de Heilige Geest. Het kunstwerk bestaat uit negentien vlakken in wisselende glasdikten. Het verlicht het kerkinterieur in verschillende sferen, afhankelijk van het tijdstip van de dag en het seizoen.
Berend Hendriks (Apeldoorn, 1918-1997) was één van de oprichters van de Arnhemse School; een groep kunstenaars die vond dat kunst in de openbare ruimte voor sociale interactie zorgt en van mening was dat kunst moest integreren in architectuur en stedenbouw.
Opgeleid aan de Rijksacademie ontwikkelde Hendriks zich tijdens zijn leven van realistisch schilder tot abstract geometrisch glaskunstenaar en monumentaal vormgever. Veel gevel-kunstwerken zijn van zijn hand. Zijn constructivistische werk valt op door kleurrijke, complexe structuren. Vaak werkte hij in opdracht van kerken, Bijbelse verhalen vormen in dat geval het hoofdonderwerp.
Hij doceerde aan de Arnhemse kunstacademie, waar hij de afdeling Monumentaal moderniseerde. In Amsterdam is een glasmozaïek in de VU (1965) van zijn hand te zien. De ramen van de Pinksterkerk en de Koningskerk in de Watergraafsmeer behoren tot de belangrijkste uit zijn oeuvre.
Dat ons eerste wederopbouw monument een kerk is, verbaast ons niets. Vrijwel alle monumentale gebouwen vanaf de tweede helft van de vorige eeuw verkeren in goede staat. Zo ook de kerken. Maar door de leegloop van die gebouwen moeten zij herbestemd worden om ze te behouden en dat heeft Stadsherstel gedaan bij deze kerk. De protestantse gemeente Heemstede deed het pand van de hand omdat ze eigenaar is van nog een ander gebouw in Heemstede. Deze Oude Kerk was toereikend voor het gebruik.
De Pinksterkerk werd al gehuurd door verschillende orkesten die hier repeteren. Natuurlijk was het de bedoeling dat zij zouden blijven. Dat geldt ook voor de huiswerkbegeleiding. Daarnaast kan de zaal nu gehuurd voor verschillende activiteiten zoals vergaderingen en buurtbijeenkomsten. In het souterrain is de antroposofische zorginstelling Rozemarijn gevestigd. Zij verzorgen dagbesteding als woon- en werkgelegenheid voor kinderen en (jong)volwassenen met verstandelijke of meervoudige beperkingen en/of psychiatrische kwetsbaarheid.
Om bovenstaand gebruik in het gebouw mogelijk te maken, paste Stadsherstel op enkele plaatsen het niet monumentale interieur aan. Dat ging om kleine dingen als extra toiletten en een goede afscheiding tussen verschillende ruimtes.
Bronnen:
Monumenten van de wederopbouw Nederland 1940-1965 nai010 uitgevers 2013