Tosca en Nicolas spelen sonates voor viool en piano van de grote componisten Bach en Elgar, maar ze verrassen de bezoekers ook met een werk van de onbekende componiste Amanda Maier; deze laatste is een van de historische personages uit Arthur Japins roman ‘Wat stilte wil’.
Violiste Tosca Opdam en pianist Nicolas van Poucke behoren onderhand tot de gevestigde namen in de wereld van de klassieke muziek. Opdam voltooide haar opleiding aan de Juilliard School of Music in New York. Zij won in 2011 de eerste prijs op het Nationaal Vioolconcours Oskar Back en werd door de Volkskrant geprezen om haar ‘betoverende muzikale persoonlijkheid’. Zij kan in één adem genoemd worden met fameuze violisten als Emmy Verhey, Vera Beths, Liza Ferschtman en Janine Jansen, allemaal winnaars van datzelfde concours. Haar debuut-CD ‘Soundscapes’ (met werken van Elgar, Mendelssohn en De Raaff) is door de muziekpers zeer lovend ontvangen.
Van Poucke groeide op in een familie van beroepsmusici. Hij begon op zijn zesde met pianolessen. In 2006 werd hij aangenomen bij de Sweelinck Academie van het Conservatorium van Amsterdam waar hij les kreeg van David Kuyken en later van Jan Wijn. Ook werd hij gecoacht door Murray Perahia, Martha Argerich en Alfred Brendel. Na een uitverkocht recital in het Amsterdamse Concertgebouw noemde muziektijdschrift De Nieuwe Muze hem ‘de jonge vrijdenker onder de Nederlandse pianisten’.
Programma:
Johann Sebastian Bach, Sonate voor viool en klavecimbel in E groot, BWV 1016
Amanda Maier, Vioolsonate in B klein
Edward Elgar, Vioolsonate in E klein, Opus 82.