Hoogte Kadijk 113
Hoogte Kadijk 113, AmsterdamAan de voormalige Zeedijk staat dit huis dat een mooie gevelsteen heeft op de scheiding met het buurpand. Het huis is bijna verdwenen toen Rederij Kooij het kocht om ter plekke een winterstalling te realiseren. Gelukkig bedacht die zich en verkocht het aan ons, waarop wij het restaureerden.
Het Kadijkseiland
Aan het eind van de 17e eeuw worden de Rapenburgergracht en de Nieuwe Vaart (als uitloper van het IJ) gegraven en wordt de Nieuwe Zeedijk opgeworpen. Op die manier ontstaat het Kadijkseiland. De dijk is oorspronkelijk een zomerdijk en biedt alleen bescherming bij een lage zomerse waterstand. Later wordt de dijk opgehoogd en krijgt deze de naam Hoogte Kadijk. De straat langs de pakhuizen aan de Rapenburgergracht (nu Entrepotdok) heet aanvankelijk de Nieuwe Rapenburgerstraat, tegenwoordig Laagte Kadijk.
Zoals oude kaarten en eigendomsgegevens tonen, dateert de bebouwing ter plekke van ons pand van rond 1700 en betreft het opstallen op de Nieuwe Zeedijk, waarvan de erven aan de Nieuwe Vaart worden aangeduid als scheepswerven. De eerste kwijtschelding die wij tegenkomen over dit huis is die uit 1723. Dan verkopen de erfgenamen van Barbara Otto, weduwe van Willen Willemszn Korrenaar de opstal met het bouw- en metselwerk aan Casper Paarlduijker.
Het lag op de westhoek van de Overhaalsgang. Negen jaar later, toen zijn erfgenamen de boel verkochten, stond er een huis met twee woningen onder één dak. Het huis heette ‘Het Stuyvershuyntje’. Het Stuyvershuyntje staat op stadsgrond – grond die behoort tot het gebied van de stad – en er moet ƒ 40 per jaar huur betaald worden.
Met een veer over de Nieuwe Vaart
De Overhaalsgang, de gang die rechts van het hoekpand ligt, waar dit pand mee verbonden is, ligt in het verlengde van de Kerkstraat. Via deze Kerkstraat zouden vier kerken met elkaar verbonden worden. Alleen de Amstelkerk en de Oosterkerk zijn gerealiseerd.
De gang was oorspronkelijk een steeg (waaigat), die in de achttiende en negentiende eeuw toegang gaf tot de overhaal over de Nieuwe Vaart. Dat was een veer die heen en weer over de Nieuwe Vaart ging. Je kwam dan vanaf de Hoogte Kadijk uit bij de Oosterkerk. Rond 1877 is die opgeheven in verband met de aanleg van een spoorlijn langs de Wittenburgergracht.
In 1907 kwam op deze plek een hoogwaterkering te liggen. De waterkering was nodig tegen te grote waterverplaatsing bij tewaterlating van schepen op de werf van de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij (NSM) op Oostenburg. In 1987 werd in het verlengde van de Overhaalsgang over de Nieuwe Vaart een stalen voetgangers- en fietsbrug, de Pelikaanbrug, aangelegd. Deze ophaalbrug is onderdeel van een vijftal bruggen, die samen een fietsroute vormen en die alle naar een diersoort vernoemd zijn. Dit werd de Pelikaanbrug, vernoemd naar het nabijgelegen voormalige pakhuis d’Peliekaan aan de Hoogte Kadijk 51-53.
Komt de gevelsteen van Korrenaar of de bakker
De verdiepingen van dit pand en het hoekhuis aan de Overhaalsgang werden ontsloten via een gezamenlijk trappenhuis op de scheiding van de twee panden. Daarboven bevindt zich een gezamenlijke gevelsteen. De gevel wordt net zoals het hoekhuis afgesloten met een klokgevel. De panden zijn waarschijnlijk rond 1730 gebouwd; vóór 1723 wordt namelijk gerept van een opstal doch vanaf dat jaar van twee woningen onder één dak.
In 1769 is Matthijs Tiedeman de nieuwe eigenaar. Matthijs komt uit Glückstadt en gaat in 1760 in ondertrouw met Aaltje Hansen. Hoogstwaarschijnlijk is hij in 1777 begonnen met nieuwbouw of verbouw van het pand. In ieder geval was er vanaf dat jaar een verhoging van de verponding (een soort onroerend goed belasting). Het pand kreeg een klokgevel met zijvoluten en beeldhouwwerk in de top. Het was waarschijnlijk ook Tiedeman die de gevelsteen heeft laten aanbrengen: Ao. DE 3 BLOEYENDE KOORNAREN 1777. Hij was bakker van beroep en zonder bloeiende korenaren geen brood op de plank. Opmerkelijk is wel dat er zo’n vijftig jaar eerder ene Korrenaar eigenaar is van de opstal.
Sibbelwoningen en een grote autosloop
In de jaren ’70 is het hele gebied verpauperd. Op de Hoogte Kadijk staan dan zeer veel verwaarloosde huizen en pakhuizen. Er zijn enkele fabrieken, zoals de papierfabriek waarvan de zware vrachtwagens door de straat ronken en de huizen doen schudden. Maar ook zijn er lege terreinen die voor van alles en nog wat worden gebruikt. En dan is er nog, aan het eind van de Kadijk waar nu het tankstation huist, een gigantische autosloperij. Daar werden auto’s met benzine en al op elkaar getakeld tot enorme stapels, waartussen een paar loopgangetjes waren.
In 1978 breekt daar brand uit. Het is één groot, laaiend vuur dat tot fikse explosies leidt, gebroken ruiten spatten rond en enorme roetwalmen stijgen op.
Er zijn echter ook positieve kanten aan de straat. Er zijn er in die tijd veel winkels. Zo zit er in 1975 in het souterrain van de Sibbelwoningen nog een groenteboer en op de hoek met de Tussenkadijken zit een bakker met daarnaast een melkboer. Er tegenover zit een loodgieter. Op nummer 17 bevindt zich een zeilmakerij en op het Kadijksplein is naast een kroeg ook een tabakswinkel gevestigd. Vele onderstukken worden gebruikt voor opslag van bedrijfjes. Maar er is ook een kruidenfabriek naast de Sibbelwoningen. Daar worden kruiden van vaten en tonnen in klein verpakking gedaan. De geuren van speculaaskruiden, peper en kaneel komen je daar tegemoet.
In ons hoekhuis zit dan nog een kruidenierswinkel. Maar de bedrijvigheid is er duidelijk al minder dan 55 jaar eerder, wanneer twaalf slagers en twintig kappers er nog hun nering uitoefenen.
Het is in die tijd, in 1970, dat Rederij P. Kooij onze hoekpanden opkoopt. De rederij heeft plannen om deze en overige panden aan de Overhaalsgang te slopen om er een winterstalling te maken voor rondvaartboten. Maar gelukkig komt het niet zover. In 1983 verkoopt de zoon van P.S.L.F. Kooij, die de panden erft wanneer zijn vader in 1976 overlijdt, de panden aan ons.
Bij aanvang van de restauratie in 1988 blijkt dat de constructieve toestand van deze panden slechter is dan verwacht, zodat aannemer en architect tot het uiterste van hun kunnen moeten gaan om de kosten binnen het door Volkshuisvesting beschikbaar gestelde budget te houden. Maar het lukt, waardoor er weer enkele woningen aan de Stadsherstelcollectie zijn toegevoegd.
De fraai gehakte gevelsteen heeft een typisch midden-18de-eeuwse sierlijke omlijsting. Aan de zijkanten zijn kleine S-vormige voluten, de bovenzijde wordt afgesloten door een gebogen lijst, die in het midden, met twee krullen samenkomt bij een kuif met bladversiering.
Vrienden bedankt
De Vrienden maakten het polychromeren van de steen mogelijk. Word ook Vriend en zorg ook voor verfraaiingen in de stad.
Een 100% Amsterdams familiebedrijf
P.S.L.F (Piet) Kooij is een jonge Amsterdamse ondernemer die samen met zijn vader de buffetten pacht op de veerdiensten die op het Noordzeekanaal tussen Amsterdam en IJmuiden varen. Water, boten en Amsterdam zijn de drie grote liefdes van Piet en hij geniet dan ook van zijn werk. In 1922 ontdekt hij in het water van het inmiddels gedeeltelijk gedempte Rokin een oude motorboot waar hij wel wat in ziet. Hij koopt de boot, knapt hem op en begint met het rondvaren van passagiers door de Amsterdamse grachten. Gaandeweg koopt Piet meer boten; een solide basis voor het bedrijf wordt gelegd.
Na het overlijden van Piet Kooij zet zijn zoon Ab het bedrijf voort. Naast de vele toeristen worden beroemdheden als Winston Churchill, Nelson Mandela, Michael Jackson, het winnende EK-voetbalteam in 1988, Ajax in 1995, leden van het Koninklijk Huis en andere vermaarde buitenlandse staatshoofden, politici en artiesten rondgevaren.
In 1990 heeft Ab een nieuwe boot ontworpen waarin het glazen dak met schuifkappen een nieuw begrip werd. Het is Ab geweest, die het bedrijf tot grote bloei brengt en ons de panden aan de Hoogte Kadijk verkoopt. Inmiddels is het de derde generatie die het bedrijf leidt.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Bruggen van amsterdam
Rederijkooij.nl
Delpher
Vereniging Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: J. van Stigt
Restauratieaannemer: M.J. de Nijs en Zn. BV.
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
De Vrienden van Stadsherstel