Op de lijst van meest bedreigde monumenten

B

Bethaniënstraat 5

Bethaniënstraat 5, Amsterdam

De Bethaniënbuurt in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw was er één van lege terreinen, onderstukken en uitgewoonde panden. Een aantal restaurerende organisaties waaronder Stadsherstel nam het voortouw om een alternatief te bieden voor de geplande grootschalige nieuwbouw. Soms was nieuwbouw onvermijdelijk, simpelweg omdat er niets meer te redden viel, maar gelukkig kon dit knappe rijksmonument – net aan – wèl gered worden.

1720-1725
Bouw
1e Kwart 18e eeuw
Halsgevel
1998
Stadsherstel eigenaar
2000
Restauratie
NU
Woning & bedrijfsruimte
Klooster
Voor rijke, ‘gevallen’ vrouwen

In 1585 waren er nog slechts negen zusters over

De Bethaniënstraat werd in 1506 aangelegd langs de zuidelijke muur van het klooster van St. Maria Magdalena in Bethaniën, dat hier van circa 1450 tot 1589 stond. De tegenwoordige Wallen waren destijds een kloostergebied en het Bethaniënkloostercomplex omvatte op haar hoogtepunt – toen het klooster zo’n 220 bewoonsters had – het terrein tussen Bloedstraat, Oudezijds Achterburgwal, Oude Hoogstraat en Kloveniersburgwal. Hier konden ‘gevallen’ vrouwen boete doen voor een losbandig leven. Iets wat kennelijk veel welgestelden aansprak zodat de arme vrouwen plaats moesten maken voor rijke nonnen en proveniersters. In het begin van de 16e eeuw keerde het tij en werd een deel van het kloosterterrein verkocht voor woningbouw. Het was toen dat de Bethaniënstraat werd verbreed en door de stad werd bebouwd. Toen de kloosterorde in 1585, zeven jaar na de Alteratie, werd opgeheven waren er nog slechts negen zusters over.

In de loop van de eeuwen werd het gebied bewoond door kooplieden en ambachtslui, maar vanaf de 19e eeuw ging de buurt steeds verder achteruit. Voorname koopmanswoningen werden gesplitst in goedkope huurwoningen en de binnenterreinen werden volgebouwd, waardoor het woonklimaat verslechterde. Toen na de Tweede Wereldoorlog het gebied ernstig vervallen was, vol lege plekken en onderstukken, werd de Bethaniënbuurt aangemerkt om grotendeels gesloopt te worden.

Eigenaren
Onbewoonbaar in 1930

Een lompenhandel en zuurinleggerij

Het huis met twee bovenhuizen van 30 centiare verandert meerdere malen van eigenaar. In 1882 wordt het in de Brakke Grond geveild voor ƒ 4500,- en wordt het eigendom van P. Post. In 1923 wordt het wegens een sterfgeval wederom geveild, samen met andere panden waaronder het buurpand op nummer 3. S. Wijman betaalt ƒ 2800,-. Drie jaar later wordt de veiling opgehouden, na een opbod van ƒ 4300,-. We komen te weten dat de huurwaarde ƒ 572,- bedraagt. In 1928 betaalt F.F. van de Poll jr. ƒ 4100,-, terwijl F.C. Huyning C. Jzn. in juni 1933 een opbod van ƒ 1000,- doet. Of Van de Poll jr. familie is van het gezin van Jan Wessel Van de Poll (1858) en Louisa Barbara Theodora Bodt (1861) dat hier in de jaren 80 van de 19e eeuw heeft gewoond, hebben we niet kunnen achterhalen.

In 1930 is het benedenhuis al onbewoonbaar verklaard, waarna het in gebruik is als brandstoffenhandel van R. Veldhuisen, werkplaats, de lompenhandel van Firma J.F. Damen, de bergplaats van Jan Collewijn en nog weer later als zuurinleggerij. In 1935 wordt voor dit ‘flinke onderstuk’ ƒ 5,50 huur per week gevraagd. Het bovenhuis wordt in 1934 voor ƒ 7,50 per week aangeboden.

Gezin Holt
Gezin met 12 kinderen

Zonder waarschuwing getorpedeerd door een U-Boat

Volgens het boek ‘Het Bethaniënblok’ woonde op het bovenwoninkje destijds de oma van Riekie Gieman met 12 kinderen. Het gezin van Riekie woonde er met vijf kinderen van 1953 tot begin jaren zeventig. Haar vader was zeeman. Het lijkt hier te gaan om het gezin Giman.

In 1937 komt hier het gezin wonen van schuitenvoerder Hendrik Gerardus Holt (1880-1949) en Hendrika Sophia van der Linden (geboren 1885). Van de naar moeder vernoemde dochter (geboren 1921) is een marktkaart van 1945. Zij staat met galanterieën op het Waterlooplein. Verder zijn er onder meer de zussen Johanna Geertruida (1923) en Elisabeth Sophia Holt (1924). Johanna is boekbindster bij haar eerste huwelijk in 1942 met broodbakker Jan Antonius Swenger (geboren 1920). Jan werd enkele maanden in Duitsland te werk gesteld en is tijdens de arbeidsinzet weggelopen, waarna hij werd gearresteerd. Op 31 maart 1945 is Swenger gefusilleerd.

Johanna hertrouwde in 1946 met de uit Soerabaja afkomstige Mohamad Moeskal (geboren 1900). Hij voer tijdens de Tweede Wereldoorlog op Nederlandse schepen in geallieerde dienst. De MV Tajandoen werd in 1939 op weg naar Batavia voor de Bretonse kust zonder waarschuwing getorpedeerd door de Duitse onderzeeboot U-47 die het schip had aangezien voor een tanker. Het schip met 14 passagiers en 54 bemanningsleden aan boord zonk binnen 15 minuten; zes bemanningsleden kwamen om het leven. De anderen, waaronder Mohamad werden gered. Zus Elisabeth trouwde in 1948 met de uit Tatjongan afkomstige mandoer Giman (geboren 1901); dit zullen de ouders zijn van genoemde Riekie, voluit waarschijnlijk Hendrika Sophia, zoals haar oma en tante.

Rol van Stadsherstel
Het staartje

Bethaniënstraat 5 is een smal pandje met een 18e-eeuwse halsgevel. Bij aankoop bevond het zich net als het buurpand op nummer 3 in uiterst slechte staat: al tientallen jaren stonden de twee zij-aan-zij als nauwelijks bewoonbare bouwvallen te wachten op een beslissing over sloop of herstel. Sinds 1994 stonden ze op de lijst van de meest bedreigde Amsterdamse monumenten; nummer 7 was al gesloopt.

In de nota Woningproductie Binnenstad van 1991 werd een rendabele restauratie van de panden als onhaalbaar bestempeld. Wij boden aan toch een poging tot herstel te wagen en kwamen met een plan, waarna de panden van de sloop- en nieuwbouwlijst verdwenen.

Daarmee begon de echte uitdaging pas: moest het funderen al met grote omzichtigheid plaatsvinden vanwege de bouwvallige kwaliteit van de eigen en omringende bouwmuren, het consolideren van de voorgevels en bouwmuren met het benodigde ankerwerk en invulwerken van vrijwel vergaan metselwerk kostte op deze moeilijk bereikbare plaats in de binnenstad buitengewoon veel tijd en inspanning. De panden zijn zoveel mogelijk bedekt met de oude pannen, aangevuld met andere herbruikbare oude pannen. Bij de restauratie kwamen dubbele balklagen en begraven vloeren aan het licht.

In de jaren ’90 van de vorige eeuw hebben wij als coördinator-opdrachtgever een belangrijke rol gespeeld in de Bethaniënbuurt. Veel panden werden gerestaureerd, lege plekken en onderstukken werden opgevuld. Bethaniënstraat 3 tot en met 7 waren de laatste panden. Met dit project, zo meldde destijds ons persbericht, kon het stadsvernieuwingsproces in de Bethaniënbuurt als afgerond worden beschouwd.

De begane grond van de drie panden vormt één bedrijfsruimte, waar FOTOfactory is gevestigd. Op de verdiepingen bevindt zich per pand één woning.

Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Delpher
Het Bethaniënblok in Amsterdam, onder de sluier van het verleden vandaan, Simon van Blokland, Frans Duivis, 2016
Kustvaartforum
Monument Rozenoord
Open archieven
Stadsarchief Amsterdam
U-boat.net
Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Architectenbureau Sytze Visser
Restauratieaannemer: VIOS BV Bouw- en Aannemersbedrijf, vestiging Amsterdam

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.