De katholieken in Amsterdam

Titel

Onze vrijwilliger Gay Lee Oen heeft een artikel voor ons geschreven over katholieken in Amsterdam. Dit n.a.v. onze Vriendenwandeling, die we afgelopen voorjaar organiseerden in het thema Bouwmeester Bleijs.

Vermoedelijk stond er in de tweede helft van de dertiende eeuw een houten kapelletje met begraafplaats op de plek van de huidige Oude Kerk. Het stenen kerkje, rond 1300 gebouwd, werd gewijd aan Sint Nicolaas, de beschermheilige van de stad. In de loop van de volgende eeuwen vonden steeds uitbreidingen van de Nicolaaskerk plaats, vooral kapellen van de verschillende gilden.

Mirakelstad

In 1345 vond in de Kalverstraat het zgn. Mirakel van Amsterdam plaats. In een huis kreeg een man met het sacrament der zieken een hostie door de pastoor van de Nicolaaskerk toegediend. Maar de zieke man braakte de hostie uit. In een schaal opgevangen werd het braaksel in het vuur gegooid. Maar de volgende ochtend werd de ongeschonden hostie boven de vlammen aangetroffen. Al in 1347 verrees op die plaats de Kapel ter Heilige Stede en kwamen pelgrims via de Heilige Weg van Sloten langs de Kostverlorenwetering en Overtoom naar de Kalverstraat. De twee grote stadsbranden in de vijftiende eeuw legden de kapel in de as. Maar de derde Heilige Stede zal van 1456 tot 1908 blijven staan.

Mirakelkapel

Er vestigden zich ook veel kloosters in Amsterdam. Tussen 1393 – 1425 waren er maar liefst 12 kloosters aan de Oude Zijde. Na de bouw van de muur stonden er een aantal grote kloosters in de buurt van de Sint Antoniespoort. Op de kaart van Cornelis Antonisz uit 1544 is goed te zien hoe de kloosters vlak achter de stadsmuur lagen.

Kaart Cornelis Antonisz

Beeldenstorm en de alteratie van 1578

“Minderbroederskerck gevallen en haer met een wonderlijcke furie begeven tot het beeldenstormen, dat sy se allen aen stucken braecken….”. Van de beeldenstorm van 1566 was inderdaad vooral het Minderbroederklooster het slachtoffer. Maar met geld van de stad werd het klooster hersteld. Lang bleef Amsterdam de Spaanse zijde trouw tot woede van de gereformeerde kooplieden die veelal in de Lastage buiten de stadsmuren woonden.
“De 26e mei 1578 is een der schoonste bladzijden in de geschiedenis van Amsterdam. De Geuzen hadden er de eer van”. (Ter Gouw,1890). De Alteratie, de onbloedige gereformeerde machtsovername, was een feit. Op de prent van Jan Luyken uit 1688 zien we de uittocht van het katholieke bestuur en geestelijkheid. Tussen twee rijen geuzensoldaten op het Damrak moeten zij de stad verlaten om op schepen letterlijk aan de (Diemer)dijk te worden gezet.

Alteratie

Huiskerken of schuilkerken?

Nu de gereformeerde kerk de publieke kerk was geworden verdwenen de kloosters of werden aan liefdadigheidsinstellingen overgedragen. De Sint Nicolaaskerk, de Heilige Catharinakerk , de Sint Olofskapel en de Heilige Stede werden voor de protestantse eredienst ingericht. De namen van de heiligen werden vervangen door de prozaïsche namen Oude en Nieuwe Kerk en Oudezijds en Nieuwezijds Kapel. Altaren verdwenen en het zilveren beeld van Sint Nicolaas werd omgesmolten tot muntgeld. Gelukkig konden de gewelfschotels met Sint Nicolaasafbeeldingen onmogelijk verwijderd worden.

Gewelfschotel

De “Paepse stoutigheid”, de sinterklaasmarkt met zoetigheden, moest ook verdwijnen. Maar toen op 4 december 1663 het stadsbestuur de verkoop van “SinterClaeskoek” verbood was een kinderoproer het gevolg. Jan Steen schilderde dan ook nog een protestantse versie van het feest. Op het rechter schilderij is de Sinterklaaspop van het meisje veranderd in een gewone koek.

Pas in achttiende eeuw verdwenen de grote openbare markten naar de bakkerswinkels met snoepgoed. Maar op de Dam bleef tot 1836 op beperkte schaal de markt bestaan.

Ook kwam er, i.p.v. een zichtbaar gebouw, de statie van de heilige Nicolaas als huiskerk . De benaming “schuilkerk” werd gegeven in de negentiende eeuwse romantische verhalen.   Echte schuilkerken waren het kort na de Alteratie door het plakkaat van 1580 toen zowel de katholieke eredienst als de katholieke kerkorganisatie werden verboden. In deze periode kwamen de katholieken steeds op wisselende plaatsen bijeen bij particulieren in huis, waar de mis werd opgedragen. Tijdens het twaalf jarig bestand (1609-1621) werd de situatie al beter en waren er huiskerkjes op een vaste plek. Even leek de situatie in 1622 bedreigend door een nieuw plakkaat tegen de geestelijken, die de stad moesten verlaten.  Maar na enige tijd was iedereen gewoon weer terug in zijn huiskerk. In 1636 stemde de vroedschap zelfs tegen het vernieuwen van de anti-roomse plakkaten. Met een “betaald gedogen” waarschuwden sommige schouten dan van tevoren voor een inval in de huiskerk.

Na de vrede van Munster in 1648 konden zelfs grote galerijkerken worden gebouwd, zo ook voor Sint Nicolaas op de zolder van een huis met twee achterhuizen, in 1661 gekocht door Jan Hartman op de hoek van de Heintje Hoekssteeg en de Oudezijds Voorburgwal. Zulke grote galerijkerken waren noodzakelijk omdat ruim 20 procent van de stad katholiek bleef. Niet zichtbaar van de openbare weg, waren ze niettemin binnen kostbaar versierd. De katholieken bleven een invloedrijke minderheid. Van de politiek uitgesloten bleven zij belangrijk in het sociaaleconomische en culturele leven van de stad. Zoals de rijke handelaar Jacob  Cromhout, die de architect Philips Vingboons  in 1660 de opdracht gaf vier huizen te bouwen aan de Herengracht. Ook zijn kleinzoon gaf aan geloofsgenoten in 1718 opdracht tot een verbouwing. Zowel de schilder Jacob de Wit als stukadoor Ignatius van Logteren zouden in de 18de eeuw uitgroeien tot belangrijke kunstenaars in de 18de eeuw.

Amsterdam bisschopstad

Tijdens de Bataafse Republiek kwam er scheiding tussen kerk en staat en een volledige vrijheid van godsdienst. Daarmee kwam een einde aan de bevoorrechte positie van de gereformeerden. De katholieken maakten hiervan meteen gebruik en bouwden een kerk aan de openbare weg. Als opvolger van het Vrede-duifje uit 1671 in de Kerkstraat kwam aan de Prinsengracht in 1796 al de Vrede-duif.

Het Vrede Duifje

Nu de katholieken hun kerken weer konden bouwen, was hun volgende wens de terugkeer van hun kerkelijke organisatie. In 1827 komt het tot een concordaat tussen  koning Willem I en de Heilige Stoel. Amsterdam zou de zetel worden van een groot bisdom met op de Nieuwmarkt een grote kathedraal. Maar door de Belgische Opstand kwam van deze plannen niets terecht. Met het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 werd Haarlem aangewezen als bisschopstad. Dit herstel was van groot belang voor de verdere emancipatie van de katholieken, waarbij P. Cuypers en A.C. Bleijs met hun bouwwerken een belangrijke rol zouden spelen. Amsterdam bleef uiteindelijk toch een “bisschopstad” met haar schutspatroon Sint Nicolaas. Want hoog vanaf de kerk van Bleijs heet Sint Nicolaas met een zegenend gebaar iedereen welkom in zijn kerk en zijn stad.

Sint Nicolaas

“ Het terrein, waarop de bouw moet geschieden, heeft den vorm van een onregelmatigen vierhoek, waarvan de beide lange zijden door gebouwen zijn ingesloten. Het grondplan beslaat het geheele beschikbare terrein, zoodat geen hoekje verloren is gegaan; niettemin is de kerk inwendig symmetrisch. (…) De gevels, torens en koepel worden gemetseld van Hollandsche baksteen, afgewisseld met banden en versieringen van witte en blauwe groefsteen. De kolommen in de kerk zijn van gepolijste blauwe groefsteen, de binnenzijden der muren en de gewelven van grijze kunstzandsteen uit de fabriek van den heer Lindo, te Delft, schoon gewerkt. Het schipgewelf is van hout en wordt veelkleurig beschilderd”. (…)
A.C. Bleijs

Dit schreef Bleijs in 1885 tijdens de bouw van de kerk op een begroting van fl 289.706,17. Aan de hand van de doorsnede en plattegrond van de kerk bekijken we het gebouw verder.

Plattegrond en doorsnede

Koepel

De kerk in de vorm van een Latijns kruis heeft geen hoge neogotische toren, het ideaal van het ABC (Albertingk Thym, Brouwer en Cuypers) trio van de neogotiek. De achthoekige vieringkoepel oogt eerder barok en is 58 meter hoog. Buiten staat de koepel op een stenen opbouw  met veel vensters. De lagere binnenkoepel, met een sterrenhemel van glas-in-lood ramen, zorgt binnen in de kerk voor een prachtige lichtval.

Middenschip – legende van Sint Nicolaas

Wonder 3 jongelingen

Alle figuratieve schilderingen in de kerk zijn  van J. Dunselman. In 1891 kreeg hij de opdracht voor de kruiswegstaties, volgens Bleijs “veel te gotiek”. Na 1912 begon Dunselman aan de overige schilderingen in de stijl van de abdij van Beuron. Daar werd inspiratie gevonden in de Egyptische, Griekse en vroegchristelijke kunst. In het middenschip wordt het leven en de wonderen van Sint Nicolaas in 14 taferelen uitgebeeld. Zoals het verhaal van de drie jongelingen, maar ook van een gestorven schipper, die door hem tot leven werden gewekt.  Daarom is hij ook schutspatroon van zeelieden en dus van Amsterdam in het bijzonder. Verder redde hij drie arme zusjes van de prostitutie door hen van een bruidsschat te voorzien. De huidige sekswerkers zoeken dan ook bij Sint Nicolaas bescherming nu ze misschien de wallen moeten verlaten! De kerk zou geheel beschilderd zijn als aan alle ruim veertig beroepen die Sint Nicolaas als beschermheilige vereren aandacht zou worden besteed.

Niet een wonder maar een reliek van Sint Nicolaas is nog het melden waard. Op 5 december 2021 schonk de abdij van Egmond een stukje bot. Volgens de abdij is “het stuk rib echt zeker van deze heilige, gedocumenteerd sinds 1087”.

Reliek

Interieurontwerpen van Bleijs

Altaar

Het hoofdaltaar, de preekstoel, het linker- en waarschijnlijk ook het rechterzij-altaar zijn ontworpen door Bleijs. Het werk werd uitgevoerd door het atelier van Van den Bossche en Crevels. Het hoofdaltaar en de preekstoel werden geschonken door de rijke weldoenster G.(Truitje) Schmitz. De afsluiting van het hoofdaltaar toont links een beeld van Sint Nicolaas en rechts Sint Gertrudis, de naamgeefster van de schenkster. De heilige Gertrudis was abdis van het klooster in Nyvelt en werd aangeroepen tegen muizen en ratten. Bij haar beeld kruipen muizen tegen haar staf omhoog. In de linkerapsis bevindt zich het Maria-altaar, in de rechterapsis het Jozef-altaar met een glas-in-loodraam door Bleijs geschonken.

Sint-Nicolaas en Sint-Barbara

Sint-Barbara

In de rechterapsis bevindt zich tegenwoordig ook een beeldje van Sint Barbara, geschonken door de tunnelbouwers van de Noord-Zuidlijn. Sint Barbara is niet alleen patrones van een goede dood, en daarmee van de doodgravers, maar ook van tunnelbouwers en bergbewoners. De viering van haar naamdag is twee dagen voor Sint Nicolaas op 4 december. Nu de Sint Nicolaas en Barbara buiten de veste (de Liefde) van Pierre Cuypers met het o.a. het familiegraf van Bleijs is verdwenen, is de basiliek (eretitel sinds 2012 ) van Bleijs eigenlijk de Sint Nicolaas en Barbara binnen de veste geworden.

De Sint Nicolaaskerk, trots symbool van de katholieke emancipatie

Al op 7 februari  1887 vond de inwijding van de kerk plaats. Maar nog belangrijker was het overbrengen van het Heilig Sacrament op 30 maart 1887. In een plechtige processie werd het Heilig Sacrament overgebracht van de oude te klein geworden Sint Nicolaaskerk in de Heintje Hoeksteeg naar de Prins Hendrikkade. De grote maar vooral grootse kerk van Bleijs paste veel beter bij de snel groeiende katholieke gemeenschap. Een symbool van het nieuwe trotse bewustzijn van de katholieken. Zoals blijkt uit het gedicht aan Bleijs gericht.

Amstels oudste tempelbogen (de Oude Kerk)
Ons ontnomen door den Geus
Staan herboren aan de zoomen
Van de zilte waterstromen
Statig, krachtig als een reus

De Vriendenwandeling van Stadsherstel 2023 had het thema Bouwmeester Bleijs en ging lans de Sint Nicolaaskerk. U kunt de wandeling HIER downloaden.

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.