Vier panden op pootjes
Indrukwekkend om te zien hoe vier panden in de Foeliedwarsstraat 40-52 worden gedragen door vijzels afgewisseld met blokken gewapend beton. De tussenmuren van de panden zweven feitelijk op pootjes. De werkschoenen tijdelijk verwisseld voor elegante stiletto’s, zo lijkt ‘t. In afwachting van een nieuwe betonvloer die in een keer wordt gestort onder alle panden tegelijk.
Tekst en fotografie Monique Hollenkamp
Verstopte verrassingen
Fietsend in de vroege ochtend door lichte mist ben ik op weg naar het Foeliedwarsstraat-bouwoverleg tussen Stadsherstels projectleider Ruth van der Puijl en de projectbegeleider van aannemerskant. Het is vrijdag-opruimdag en dus ziet de bouwkeet er pico bello uit. Terwijl de vier panden zwevend op pootjes staan te wachten op hun nieuwe betonnen vloer, gaat het vandaag over de details. Eigenlijk moest de betonnen vloer er al liggen, maar ook hier dook een onverwachte verrassing op in de vorm van een in de grond verstopte ijzeren balk aan de tuinzijde van het pand op nummer 42 plus nog drie aan de straatkant van het project. En dat gaf zomaar 21 cm hoogteverschil met de buurpanden. Dan wordt het lastig vloeren storten. Graafmachine erbij, drillen en egaliseren. Het werk schuift er een week of twee mee op. En dus gaat het in de bouwkeet vandaag over het werk en de planning van daarna.
Afbeelding 1: Foeliedwarsstraat 50-52 op pootjes (vijzels afgewisseld met betonblokken)
Afbeelding 2: Graafmachine moet de ijzeren balk onder nummer 42 uit de grond halen
Plattegronden te over
Een kwartier later ligt de tafel bezaaid met plattegronden, kopieën van plattegronden en kopieën van kopieën. Ruth haalt haar eigen beduimeld exemplaar met wat theevlekken erop tevoorschijn. Het gaat over een van die ontelbare details uit het bestek. De ventilatie in de kozijnen. De rode streepjes geven de plaats van de raamventilatie aan, de details er netjes met groene pen bijgeschreven en de blauwe pijlen verduidelijken de rest. De ventilatie voor en achter zijn -om het gemakkelijker te maken- niet hetzelfde. Mechanische ventilatie, zelfregulerende roosters of allebei? Niets is standaard in deze restauratie. En alles staat omschreven in de bijbel van de architect: het bestek. Dat is de basis van het hele project, waarop iedere partner in het projectteam de offerte heeft gebaseerd. Met verrassingen zoals die van de ijzeren balk onder nummer 42 is niet gerekend. En ook een bestek is niet altijd foutloos.
Vroeg 20e-eeuwse kozijnen
De kozijnen in die vier panden zijn verschillend al is het verschil in verbouwjaar soms minder dan tien jaar. Rond 1900 kenmerkten de kozijnen en glasvensters zich door eenvoud. Fabrieksglas stond toe de roedeverdeling te verminderen en roedes in bovenlichten geheel te elimineren. Maar helemaal gelijk wordt het natuurlijk toch niet bij individueel gebouwde panden. Zo heeft het in 1902 verbouwde no. 40 simpele schuiframen zonder roedeverdeling, zijn de bovenlichten van no. 42 uit 1928 -met maar liefst zes ruitjes- de belles van het bal en is het bij het in 1910 herbouwde dubbelpand 50-52 net weer even anders. Voor elke set ramen geldt dat er tijdens de restauratie een geheel van wordt gemaakt op basis van het meest historische, aangetroffen detail. Dat is het meetpunt. Dat worden dus mooie raampartijen, denk ik zomaar, wetend dat Ruth heel precies is met historische details. Details die het verschil maken tussen schoonheid en standaard.
Afbeelding 1: Kozijnen voorgevel Foeliedwarsstraat 42
Afbeelding 2: Kozijnen voorgevel Foeliedwarsstraat 50-52
SCHARNIERHOLLETJES, RAAMBOOMPJES…?
“Een espagnolet met een kruk is ook weer zo’n dingetje”, de aannemer zegt het terwijl zijn vinger langs de omschrijving van raam- en deursluitingen in het bestek schuift. Scharnierholletjes, bossingpaneeltjes, espagnoletten met of zonder kruk, raamboompjes, duivenjager of ojief profiel, uitzetraampjes, knopcilinders, tongnaalden, deurmaten, muis- en muggenroosters. Alles passeert de revue. Het is klein bier vergeleken bij wat zich nu nog allemaal afspeelt boven en onder de grond. Maar omdat ook klein bier eens aan de beurt komt, is dit een mooi moment om dat voor te bespreken aan de hand van een 6 cm dik bestek. De panden staan in de tussentijd mooi te zijn op hun stiletto’s. Ze genieten nog even van hun bijzondere schoeisel, want de tijd van werkschoenen aan, de poten in de klei -of in het beton in dit geval- komt snel genoeg.
Dit was deel 8 van de reeks artikelen uit de serie IN HET SPOOR VAN AMSTERDAMSE RESTAURATIEPROJECTEN. Een reeks artikelen over de restauratieprojecten Foeliedwarsstraat 40-52, Rapenburg 93 en Geldersekade 15 van Stadsherstel Amsterdam.
VOLGENDE KEER:
Scharnierholletjes, bossingpaneeltjes, espagnoletten met of zonder kruk, raamboompjes, duivenjager of ojief profiel? Aparte benamingen, maar wat betekenen ze? Hoe zien die details eruit en hoe passen we ze toe in dit restauratieproject? En…een betonnen kelder wordt gestort onder Rapenburg 93. Een ingrijpende operatie.
VORIGE ARTIKELEN IN DEZE SERIE
Deel 1: In het spoor van restauratieprojecten Geldersekade en Foeliedwarsstraat
Deel 2: Starten met de restauratie
Deel 3: Foeliedwarsstraat: de bewoners
Deel 4: Geldersekade 15: smal en scheef
Deel 5: Geldersekade 15: een internationaal huis
Deel 6: Bouwdoek, betonsilo, palenpest, verrassingen, vertraging
Deel 7: Verrassingen bij restauratie Rapenburg 93
MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR
En donateurs van Stadsherstel.
Architect: Rappange & Partners Architecten BV
Bouwdirectie: Bureau Delfgou architectuur en monumenten
Constructeur: Duyts Bouwconstructies B.V.
Aannemer: Bouwbedrijf van den Engel b.v.