Oudezijds Voorburgwal 28
Oudezijds Voorburgwal 28, AmsterdamHet veilinghuisje aan de Oudezijds Voorburgwal 28 werd in 1989 gesloopt. Althans dat was de bedoeling en iedereen dacht ook dat dat gebeurd was. Daarom werd het door de gemeente bij een monumenten inventarisatie ook niet meegenomen.
Maar niks bleek minder waar. Stadsherstel vroeg de monumentenstatus aan en werd in 1999 eigenaar van het vervallen pand. Wij knapten het op en gaven het een ambachtelijke functie en nu staat het Veilinghuisje te stralen als monument.
Veel bebouwing door de eeuwen heen
Het veilinghuisje is gebouwd op een binnenterrein en daardoor niet vanaf de straat te zien. Het is omsloten door de bebouwing van de Warmoesstraat, de Oudezijds Armsteeg, de Oudezijds Voorburgwal en de Heintje Hoeksteeg.
Dit is een zeer interessant gebied want er is hier veel bebouwing geweest. Het begint in de 13e eeuw wanneer de eerste bewoners aan de Warmoesstraat komen te wonen. De eigenaren benutten de achtererven van de Warmoesstraat voor hun ambachten of als groentetuintje. In 1340 wordt de Oudezijds Voorburgwal gegraven en ontstaan er lange kavels van de huizen aan de Warmoesstraat tot aan de stadsgracht. Na de Warmoesstraat ontstaan er huizen aan de stegen en later ook aan de Voorburgwal.
Het binnenterrein wordt voor allerlei doeleinden gebruikt en is bereikbaar via diverse steegjes. Na 1400 raakt het door de bevolkingstoename al snel vol met bedrijfjes en ‘kamers’. Dat zijn kleine woningen van maar één bouwlaag met dak, één deur en een raam. Later wordt het binnenterrein voor verschillende bedrijfsdoeleinden gebruikt. Tijdens een archeologisch onderzoek, gedaan in 2007 is er veel over de geschiedenis van het binnenterrein gevonden. Zoals over een suikerbakkerij die hier stond, waarschijnlijk ook op de plek van het latere Veilinghuisje. Lees het verhaal hierover.
Na het suikerbakken kwam er een ander gebruik
De suikerbakkerij is er tot in de 18e eeuw. In de eeuwen daarna kent het binnenterrein alleen bedrijfsmatige activiteiten. Vanaf 1832 wordt het pand een pakhuis genoemd. In 1846 vindt gedeeltelijke afbraak van het perceel plaats en in 1856 wordt er een bakkerij in gevestigd. In 1882 koopt Hendrikus Gerardus Bom, boekhandelaar, het pakhuis. Hij laat het pand dan verbouwen tot verkooplokaal, veilinghuisje en kunstzaal. Het pand wordt samen met het pand Warmoesstraat 35 verenigd. Daar waren de uitgeverij en de boekhandel gevestigd en werden de auctiën (=verkopen bij opbod) gehouden. Volgens de bouwvergunning uit 3 november 1882 wordt het tot magazijn ingerichte achterhuis van het perceel Warmoesstraat 35 verhoogd met een verdieping. Het pand werd toen omgeven door bouwsels met een of twee lagen. Deze bouwsporen waren nog zichtbaar in de gevels voordat wij met de restauratie begonnen.
De ligging van het gebouw, aan drie kanten ingesloten door laagbouw heeft aan de verschijningsvorm van het exterieur en interieur bijgedragen. Omdat daglichttoetreding op veel plaatsen niet mogelijk was, door de aanwezigheid van de gebouwtjes, werd er voornamelijk daglichttoetreding gerealiseerd via het dak. Het pand heeft 2 verdiepingen en een galerij in de kap, vanwaar ook op de geveilde waren geboden kon worden. De balustrade brachten wij terug naar voorbeeld van het hekje bij de originele trap.
Een beroemde voorouder die schreef
De familie Bom behoort tot een oud geslacht. De moeder van Justus van Effen (1684-1735), de schrijver van de Hollandsche Spectator, was Maria Bom. Sinds de helft van de 18e eeuw waren de voorvaderen van H.G. Bom boekverkopers, zij hadden een winkel die zijn vader omzette in een veilingzaak. Sinds 1881 werden er in Warmoesstraat 35 veilingen van boeken, prenten, liefhebberijen en instrumenten gehouden.
In 1884 werd een zeevaartboekhandel met kaarthandel aan de zaak toegevoegd. Misschien kwam die uitbreiding wel bij zoon Gerrit Dirk Bom vandaan. Hij werd in 1854 in de Warmoesstraat 40 geboren en was gek op de zee en was van plan om te gaan varen. Maar daar kwam het niet van. Sinds zijn vijftiende hielp hij in de zaak. Hij was als historicus vooral een kenner van kerkelijke historie en had een uitgebreide verzameling over kerkelijk Amsterdam. Ook bekleedde hij allerlei functies in de Ned. Herv. Kerk. Van 1920 tot 1922 maakte hij deel uit van de Algemeene Synode, het hoogste bestuurscollege der Hervormde Kerk. Hij gaf veel boeken uit, waaronder de geschiedenis der Amsterdamsche Zuiderkerk (1911), en Oosterkerk (1922). In 1924 overleed hij.
Vele instrumenten werden hier geveild
Als we kijken naar de advertenties tussen 1878 en 1897 zien we dat er een grote variatie aan spullen onder de hamer ging in het veilinghuis. Vooral boeken en platen over allerlei onderwerpen, maar ook elektrische apparaten, fototoestellen, toverlantaarns, kinderspeelgoed etc. In archiefstukken staat dat in het door de boekhandelaar Bom genoemde ‘Nieuwe Verkooplokaal van H.G. Bom’ publieke verkoopingen plaatsvinden waarvan diverse catalogi in de archieven te vinden zijn.
Het volgende wordt onder andere geveild: Belangrijke collecties van Jhr. Mr. J.W.H. Rutgers van Rozenburg (1904), W.G.A. Doederichs, oud-directeur van het Algemeen Handelsblad (1905), Dr. E. Laurillard (1908). Maar ook Bibliotheken, nagelaten door wijlen en verzameld door de heren Mr. G. Andreae Pz, Vice president van het voorm. provinciaal gerechtshof, te Leeuwarden, Dr. Y. Bakker Gep. Officier van gezondheid 1e klasse bij de Koninklijke Nederlandse Marine te A´dam en van verschillende predikanten. Kunstverzamelingen en natuurlijk ook boeken over godgeleerdheid en kerkgeschiedenis, algemene en vaderlandse geschiedenis, aardrijks-, land- en volkenkunde, rechtsgeleerdheid, zeevaart etc. werden geveild.
Ook zeldzame handschriften, schilderijen, tekeningen, prenten, litho en fotografieën, muziek en muziekinstrumenten, chirurgische instrumenten, meubelen, goochelapparaten, goud, zilver, porselein, Japans lakwerk etc. kwamen onder de hamer.
Bijzonder is dat in 1903 Bouwmeester Bleijs (architect van o.a. de Sint Nicolaaskerk) hier zijn tekeningenarchief van de hand deed.
In 1927 wordt het Veilinghuisje verkocht aan N.V. Bondsdrukkerij Volharding die het Veilinghuisje tot 1989 in gebruik had als kantoor en archiefruimte. In de gebouwtjes op het binnenterrein stonden machines. De gebouwtjes werden gesloopt.
Ook het Veilinghuisje zou gesloopt worden, volgens het archief van Bouw- en woningtoezicht is dat ook gebeurd. (Het Veilinghuisje is ook nimmer geïnventariseerd door het Bureau Monumenten en Archeologie). Daarna is het terrein inclusief Veilinghuisje verkocht aan aannemersbedrijf Sikking die het pand gebruikte als schaft- en directiekeet ten behoeve van verbouw- en restauratieactiviteiten in de omgeving.
Toen Stadsherstel in 1999 eigenaar werd, was het Veilinghuisje al in gebruik genomen door een kraakwacht. Omdat wij het zo’n bijzonder huisje vonden, helemaal toen we de geschiedenis in waren gedoken vroegen we de monumentenstatus aan en gelukkig kreeg het die. De gemeente en de buurt worden betrokken bij nieuw gebruik van alle panden en het binnenterrein.
Zo wordt het verwaarloosde binnenterrein niet meer volgebouwd met een één laagse bebouwing, hoewel dit volgens het bestemmingsplan wel mag. Maar er wordt een gezamenlijke tuin aangelegd door jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt. De tuin wordt nu onderhouden door medewerkers van Bierbrouwerij de Prael.
TIP: In het Veilinghuisje is de productieruimte van Bierbrouwerij De Prael gevestigd. Vanuit het proeflokaal van Brouwerij de Prael aan de Oudezijds Armsteeg kunt u achterin een blik werpen op het Veilinghuisje en een deel van het binnenterrein.
De Prael is een sociale bierbrouwerij waar ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werken. Meer over De Prael
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Rappange
Restauratieaannemer: J.C. Nieuwenhuizen BV