H
Wilhelminaplein 12, HeemstedeHet pand in de oude kern van Heemstede kent een lange en afwisselende geschiedenis. In 1627 stond op deze plek al een boerderij en vanaf 1657 was herberg ‘Het Dubbeld Ancker’ hier gevestigd. Na een lange periode waarin er onder meer de broodbakkerij van Tibboel gevestigd was kwam hier in 1960 Sientje van Noort, die er een ‘markt binnenshuis’ begon met textiel, snuisterijen en antiek. De laatste jaren zat Galerie AmstelArt in het pand, tot Stadsherstel het in 2015 kon overnemen. Nadat de antiquair zijn werkzaamheden stopte, kon Stadsherstel van start gaan met de restauratie: geen overbodige luxe.
De Hoflaen liep vanaf de herberg naar Slot Haemstede
De kern van het pand is mogelijk 16e-eeuws. Al op laat 16e-eeuwse kaarten is hier bebouwing en op een kaart uit 1627 van Balthasar Floriszoon van Berckenrode staat op deze plek een boerderij afgebeeld. Waarschijnlijk werd hier voedsel verbouwd voor het nabijgelegen Slot. In 1657 vestigde de Haarlemse bierbrouwerij ‘Het Dubbeld Ancker’ een gelijknamige tapperij / uitspanning prominent gelegen aan het plein en aan de Hoflaen die naar het Oude Slot Haemstede leidde. De herberg zou hier tot 1810 zijn. Aan de achterkant was een grote binnentuin met een boomgaard, waar de varkens scharrelden.
Slechts weinigen zullen het kennen: waar nu een bedrijfsingang naar een garage is, liep vroeger zonder twijfel de belangrijkste weg: de oprijlaan naar het Slot: buitenplaats Het Huis te Heemstede. De Amsterdamse koopman Adriaen Pauw (1585-1653), afkomstig uit een vooraanstaand Amsterdams patriciërsgeslacht kocht de ambachtsheerlijkheid Heemstede en de buitenplaats. Hij heeft in 1639 de Hoflaan laten verleggen zodat het liep vanaf het erf van de herberg. Het werd een prachtige toegangsallee, aan beide zijden beplant met fraaie bomen.
Het bouwvallig geraakte kasteel werd in 1810 afgebroken, waarna de hoflaan overbodig werd. Inmiddels herinnert weinig nog aan die tijd. Behalve een van de oudst bewaarde straatnaamstenen van ons land, waarschijnlijk daterend uit dat jaar 1639 en ingemetseld in de voet van het naastgelegen pand op nummer 10.
De herberg wordt broodbakkerij
In 1810 kocht broodbakker Joost Tibboel op een gerechtelijke verkoping in Het Wapen van Heemstede de herberg gelegen aan de ‘gewezen laan van het Slot’: een huis met erf en stal voor koeien en paarden, waarin een roggebroodbakkerij was gevestigd. Joost was in 1807 getrouwd met Anna Wilderink. Hun eerste dochter heette Alijda, een naam die later nogmaals zal langskomen.
Na het overlijden van Joost in 1836 werd de inventaris van roerende en onroerende goederen opgemaakt: een huis met binnenkamer, voorkamer, opkamer en keuken. Verder de bakkerij met de bijbehorende gereedschappen, de zolder, de korenzolder en de builzolder. In het land liep een paard en in de schuur op de werf stonden een hoge wagen, een chais en de bijbehorende tuigen. In de
tuin waren bloembollen geplant.
In 1841, als de scheiding van de boedel heeft plaatsgevonden wordt zoon Martinus (1811-1899) eigenaar van de bakkerij. Inmiddels meester-broodbakker draagt deze Martinus in 1882 de bakkerij weer over aan zijn zoon Martinus Tibboel jr. (1844-1917). Martinus trouwt met Johanna Elisabeth van Til en zij krijgen vier kinderen, waarvan er één vlak na de geboorte overlijdt. Martinus Joost (1885-1920) is de derde en tenslotte wordt in 1891 dochter Alida geboren. Vlak daarna overlijdt moeder.
Het bouwhistorisch onderzoek leidde tot een aantal interessante en leuke vondsten, zoals de ontdekte ‘tiener graffiti’ van dochter Alida in de slaapkamer. Wat gebeurt er vervolgens met die bijzondere details en voor welke afwegingen en beslissingen staan we gesteld? Onze projectleider Lucas Hofhuizen en bouwhistoricus ir. Jacqueline de Graauw van Bureau Bouwtijd nemen u mee in dit leuke filmpje.
‘Bakker Tibboel kneedde het deeg met zijn blote voeten’
Intussen was de bakkerij meerdere malen verbouwd. Onder meer in 1869, hetgeen werd vereeuwigd met een eerste steenlegging, geplaatst door Martinus jr. Het pand kreeg toen de lijstgevel die het nu nog heeft. In 1906 volgde weer een grote verbouwing, door architect H. Korringa. Hij ontwierp onder andere een paardenstal, wagenbergplaats en bakkerij achter het huis.
In 1918 werd aan de voorgevel een winkelpui aangebracht. In die periode was er volop bedrijvigheid in het oude dorpscentrum, er waren veel winkels en de tram van Haarlem naar Leiden stopte op het Kerkplein (in 1898 omgedoopt tot Wilhelminaplein). Het was dus logisch dat de bakkerij zijn waren wilde tentoonstellen.
Het jaar daarvoor, in 1917 is Martinus jr. op dit adres overleden. Zijn zoon Martinus Joost zal de laatste bakker Tibboel zijn. Volgens de overlevering gluurden de kinderen op weg naar school door de ramen naar binnen en zagen de bakker dan het deeg kneden met zijn blote voeten. In 1920 komt er een eind aan vier generaties bakkerij als de kinderloze Tibboel bij een motorongeluk om het leven komt. Zijn weduwe Emilie Geuer, de dochter van de eigenaar van Het Wapen van Heemstede, erft het huis.
Gelijktijdig een jurk en kunstwerk afrekenen
Het pand is de daaropvolgende jaren onder meer in gebruik als magazijn ‘Toko’ voor zand, zeep en soda, als bakkerij, smederij en kledingbedrijf. In 1947 krijgt de voorgevel een etalage en in 1948 is aan de zijkant van het pand het ‘Heemsteeds Kleding Bedrijf Alberts en Wools’ gevestigd, dat hier blijft tot in de jaren 60. In de jaren 50 zit er ook een handelsonderneming in kunststoffen.
In 1960 komt Sientje van Noort hier wonen en voor meer dan veertig jaar zal zij een ware markt binnenshuis runnen. Het huis staat in de volksmond dan ook bekend als de ‘Winkel van Sientje’. Klazina Helena van Noort (1919-2002), oftewel Sientje is als 19-jarige een van Nederlands eerste vrouwelijke kunsthandelaren en zij handelt onder andere in antiek, snuisterijen en textiel. Wie een nieuwe damesjapon komt uitzoeken kan tegelijk een verkooptentoonstelling van kunstenaars bezichtigen.
Binnen staan marktkramen met daarboven geëlektrificeerde petroleumlantaarns als sfeerverlichting. De zolder staat vol kledingrekken, en eigenlijk is het hele pand één grote opslag. Het is altijd een gezellig komen en gaan van handelaren en Heemstedenaren. Daarnaast zorgt Sientje voor haar zoon en haar bedlegerige moeder. Moeder kan vanuit haar bed op een verhoging, die Sientje heeft laten maken, meegenieten van de reuring.
Kunstenares en onderneemster
Sientje handelt niet alleen in kunst maar schildert zelf ook graag. Ze heeft les gehad van haar broer, kunstschilder Arie Cees van Noort, en heeft een zelfde licht expressionistische stijl. Als zoon Jaap naar de Rietveldacademie gaat regelt Sientje een woonwagen voor in de achtertuin, zodat hij wat meer ruimte heeft. Later zal kunstenaar Piet Wiegman hier een tijdlang wonen. Hij verdient wat geld met het restaureren van schilderijen en meubels. De woonwagen heeft Wiegman vereeuwigd in een grafiek.
In haar winkelwoonhuis komt onder leiding van haar zoon driemaal per week een schilderclub van ongeveer 16 mensen bijeen, waaronder Arie Cees. Als Sientje ziek wordt en niet meer kan werken, helpt haar zoon haar met de in- en verkoop. Sientje koopt extra kunst in om Jaap te ondersteunen.
Haar laatste jaren brengt Sientje door in een verzorgingshuis, omringd door schilderijen en nog steeds deelnemend aan een schilderclubje. Na haar overlijden in 2002, vestigt zich Galerie AmstelArt in het pand dat dan eigendom is van haar zoon die nog altijd in het achterste gedeelte, de oude bakkerij, woont. Dit niet-monumentale onderdeel is geen eigendom van Stadsherstel.
Stadsherstels voormalig adjunct-directeur Jaap Hulscher was bevriend met een antiquair die zijn galerie aan het Wilhelminaplein 12 had. In 2015 kond Stadsherstel dit pand – een van de oudste van Heemstede – kopen, met de afspraak dat de antiquair die het huurde er nog vijf jaar zijn zaak kon runnen. In de voorafgaande jaren was het in verval geraakt. Voorafgaand aan de restauratie verrichtten Stadsherstel een aantal constructieve werkzaamheden. Een grote eiken balk in het achterhuis bleek bij een eerdere verbouwing gebroken te zijn; deze is vervangen en opnieuw opgevangen door een staander zoals in de bestaande situatie.
Bij de restauratie in 2021-2023 zijn twee woningen en een bedrijfsruimte gerealiseerd. Het dak verkeerde in zeer slechte staat en is helemaal gerestaureerd, zoveel mogelijk met de originele pannen en aangevuld met gelijksoortige oude pannen. Ook de voegen zijn hersteld. Er zijn duurzaamheidsmaatregelen genomen en historische elementen zijn, waar mogelijk, terug in het zicht gebracht. De historische kelder, die Sientje destijds met de beste intenties heeft laten dichtstorten, was nog maar ten dele terug te brengen. De gewelven zijn toen kapotgeslagen, zodat de kelder niet meer geheel te reconstrueren is.
Wilhelminaplein 12 heeft cultuurhistorische waarde als beeldbepalend, kleinschalig onderdeel van de oude dorpskom van Heemstede. Het karakteristieke woonwinkelpand is weer helemaal toekomstbestendig en samen met ons verderop gelegen Wapen van Heemstede – waar negen appartementen gevestigd zijn – brengt het de woonfunctie terug naar het gezellige historische en heringerichte dorpsplein.
Vrienden bedankt
De vrienden droegen bij aan het terug in het zicht brengen van een deel van de historische kelder, die volgestort was.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
De Heemsteder, 2008, 2013
Historische Vereniging Heemstede-Bennebroek | Heerlijkheden nr. 115, 2003; 192, 2022
Librariana, een weblog gewijd aan bibliotheken, boeken en verzamelen alsmede aan historisch Heemstede en Zuid-Kennemerland
Oud Heemstede Bennebroek nr. 79, 1994
AmstelArt
Aan dit project hebben meegewerkt:
Bouwhistorisch onderzoek ir. Jacqueline de Graauw, Bureau Bouwtijd
Timmer- en aannemersbedrijf D. Louman
Deze restauratie werd mede mogelijk gemaakt door:
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Provincie Noord-Holland