Sfeervol steeghuisje met Lodewijk XIV-stijlkamer

O

Oudezijds Voorburgwal 56A

Oudezijds Voorburgwal 56A, Amsterdam

Een wel heel uniek pandje is het 18e-eeuwse steeghuisje achter pand ‘De Keysershoedt’ aan de Lange Niezel 10. Jaren was het in gebruik als bouwvallige winkelopslag, nu is het een sfeervolle woning op een onvoorstelbaar stil plekje in hartje historisch Amsterdam, met werkelijk schitterend uitzicht op de Oude Kerk. Amsterdamser wordt het niet! Op hun 60-jarige huwelijksdag bezocht het echtpaar Maatman-Gräffner het huisje waar zij hun eerste huwelijksjaren doorbrachten: “Kijk mam, en daar hing jouw trouwjurk!”.

18e Eeuw
Bouw
19e Eeuw
Aanpassing
2013
Stadsherstel eigenaar
2023
Restauratie
Nu
Steegwoning
18e Eeuw
Eigenaren

18e-Eeuws achterhuis van 16e-eeuws huis aan de Lange Niezel

In 1680 koopt Adriaen Stochof (1634 – circa 1707) een huis ‘gelegen aan de westzijde van Liesdel, daar de Keijsers kroon in de gevel staat’, het huidige Lange Niezel 10. Stockof is een koperslager uit Hamburg die in 1660 als poorter in Amsterdam is ingeschreven. In 1675 gaat hij in ondertrouw met zijn tweede vrouw Engeltje van Erpekum, die ‘in de Niesel’ woont.

Vervolgens blijft het tachtig jaar in de familie tot de erven in 1760 het huis met ‘De Keizerskroon in de gevel, winkelhuis en erven, het zesde huis van de Warmoesstraat’ verkopen aan Zacharias Bergh, die zelf in Buyksloot woont. Na zijn overlijden wordt Frans Swarte in 1778 eigenaar. Een van deze drie eigenaren zal opdracht hebben gegeven tot de verbouwing van het hoofdhuis en tot de bouw van een achterhuis en het tussenlid aan de achterzijde van het pand. Het achterhuis kon apart verhuurd worden en was bereikbaar via een gang door het voorhuis en aan de achterzijde via de Slaperssteeg, een 16e-eeuwse steeg, die inmiddels afgesloten is. Tegenwoordig dus niet meer publiek toegankelijk, maar tot in de jaren negentig van de vorige eeuw waren er nog raamprostituees gevestigd. Met een ‘spionnetje’ konden ze in de gaten houden wie het smalle steegje binnenkwam.

Bouw
‘Zwevende deur’

Balken voorzien van duivenjagers

Het achterhuis heeft boven de begane grond één verdieping en een zolder met zadeldak, gedekt met rode dakpannen en aan beide zijden voorzien van een dakkapel met hijsbalk. Net als het voorhuis hebben het tussenlid en achterhuis een gemeenschappelijke bouwmuur met Lange Niezel 8.

Dit type achterhuis kwam veel voor in de tweede helft van de 17e en de gehele 18e eeuw. De constructie van het achterhuis, met een enkelvoudige balklaag voorzien van een duivenjager is 18e-eeuws, evenals de dwarsgeplaatste kap waardoor het voorhuis een zo groot mogelijke lichttoetreding had.

Ook het tussenlid lijkt uit deze periode te stammen, hoewel de tweede verdieping van latere datum kan zijn. Beide bouwdelen zijn vermoedelijk later in de 18e of begin 19e eeuw aangepast, waarbij ook de trappen mogelijk zijn gewijzigd. Zo troffen wij een okergeel geschilderd deurkozijn aan van 1,70 meter hoogte met een afgeschuinde bovendorpel (ter voorkoming dat men zijn hoofd stootte), waarvan het bovenste deel onbeschilderd was: toen de doorgang naar de 2e verdieping van het tussenlid in onbruik raakte is deze waarschijnlijk deels achter een plafond weggewerkt. Een ovaalvormig spoor duidt op een mogelijk verdwenen oeil de boeuf, dat de afgetimmerde overloop via het tussenlid van daglicht zal hebben voorzien.

Barok
De Zonnekoning

Authentieke interieurelementen in Lodewijk XIV-stijl

Op de verdieping was een eenvoudige stijlkamer ingericht, voorzien van houten lambrisering en houten penant met sierlijstwerk, een brede gemetselde schouwboezem geflankeerd door hoge, vaste kasten en houten snijwerk in het plafond in Lodewijk XIV-stijl.

Lodewijk XIV (1638-1715), ook wel bekend als Lodewijk de Grote en de Zonnekoning, was met ruim zeventig regeringsjaren een van de langstzittende Europese monarchen. De naar hem vernoemde barokstijl werd in Nederland met name in de eerste helft van de 18e eeuw toegepast en laat zich omschrijven als statig en decoratief, sterk gericht op symmetrie en ruimtelijk effect. Bijvoorbeeld door het gebruik van grote schuifvensters (onderverdeeld in vele ruitjes).

Eveneens zijn in de kamer restanten en sierranden van veloutébehang aangetroffen. Dit behang stamt oorspronkelijk uit de vroege 18e eeuw en werd in de 19e eeuw als textiel-imitatietechniek op grote schaal toegepast. Hierbij werd op de papieren ondergrond een lijmlaag aangebracht. Hierover werden vervolgens fijne deeltjes scheerwol gestrooid die in de lijm bleven plakken. Dit gaf het behang een textielreliëf met de indruk van velours. Te oordelen aan het krantfragment onder de behanglagen zijn deze na 1890 aangebracht: de Nederlandsche Hypotheekbank die genoemd wordt, is namelijk in dat jaar opgericht. De kamer was waarschijnlijk geheel voorzien van behang: draden van een wandbespanning waren nog aanwezig.

Rol van Stadsherstel
Monumentaal steeghuisje

Na de restauratie van ‘De Keysershoedt’, het voormalig huis van burgemeesters aan de Lange Niezel 10, die in 2022 gereedkwam, nam Stadsherstel Amsterdam het achterhuis onder handen. Samen met het voorhuis vormt het een gemeentelijk monument.

Dit pareltje ligt verstopt achter gevels en in een afgesloten steeg. Een huisje dat zich zelden toont. Zowel voor als na de restauratie stelden wij het open voor bezichtiging. Bezoekers waren verrast over de fijne ruimtes en de rustige ligging en ronduit verliefd op het uitzicht op de Oude Kerk: “Dít is Amsterdam!”, riep een bezoekster enthousiast uit.

De voormalige opslagruimte van de Lange Niezel 10 is dan ook getransformeerd in een heel sfeervolle en verrassende steegwoning met authentieke interieurelementen en een eigen binnenplaats. Zo brachten wij hier de woonfunctie terug die het van oudsher had.
Per november 2023 is deze unieke woning van circa 60 m2 verhuurd aan ingeschrevenen op onze wachtlijst.

Bezoek
Bijzonder verzoek

Zij woonden hier de eerste jaren van hun huwelijk

Op de dag nadat de nieuwe huurders hun nieuwe stekje betrokken hadden, openden zij de deur voor wel heel bijzonder bezoek: twee generaties oud-bewoners van het achterhuis. Zij hadden te laat gelezen over het open huis in september en hadden het daardoor helaas gemist. Dochter Claudia nam daarna contact met ons op: op de 60-jarige huwelijksdag van haar ouders wilde de familie – dochters, kleindochter en partners – meneer en mevrouw Maatman meenemen voor een verrassingsbezoek aan de stad waar zij trouwden, kinderen kregen, woonden en werkten. Was het misschien mogelijk om het achterhuisje waar zij hun eerste huwelijksjaren gewoond hadden – en waar zijzelf geboren was – te bezoeken? Een ontzettend leuk verzoek waar wij natuurlijk graag aan meewerkten. Wij namen contact op met de nieuwe huurders die zo aardig waren om te midden van alle verhuisdozen de familie te ontvangen.

Mevrouw Maatman-Gräffner, Astrid, werd in 1941 in het ziekenhuis vlakbij geboren als tweede dochter van Cornelis Maria Anthonius Gräffner (1902-1988), die tussen 1929 en 1987 zijn vakkledinghuis in het winkelhuis had. Het achterhuis was tot het gezin naar Amstelveen verhuisde in gebruik als woonruimte: de stijlkamer als ouderlijke slaapkamer, een klein slaapkamertje in het tussenlid en op de benedenverdieping waren de keuken en opslag. De woonkamer lag aan de achterzijde van het voorhuis en werd na de verhuizing in 1960 bij de winkel getrokken.

1963
Gezin Gräffner

“Een prachtige tijd”

Direct na hun ja-woord in november 1963 trok het jonge stel in het achterhuis. Vanwege de woningschaarste konden zij hier tijdelijk terecht, al kregen zij wel bezoek van meneer De Haas (de eigenaar sinds 1924) in verband met een melding over mogelijke ‘illegale bewoning’ van het achterhuis. Toen mevrouw Maatman de deur opende was de kwestie snel in orde: “O Astrid, ben jij het?”. Dochter Claudia werd in het achterhuis geboren voor het gezin in maart 1966 verhuisde. “Een prachtige tijd”, vat meneer Maatman deze jaren bondig samen.

Na de verhuizing vermaakten Claudia, haar zusje Ingeborg en soms een nichtje zich tot circa 1974 in het achterhuis als de ouders op zaterdag aan het werk waren en ze zouden er tot opa in 1987 met de zaak stopte nog regelmatig komen.

Al rondlopend in het huisje komen de herinneringen: het roodgloeiende potkacheltje in de keuken, het luik op de overloop waar in de oorlog de radio verstopt was, paardjerijden op de trapleuning dat net een zadeltje leek, “Mam, daar in die linker kast hing je trouwjurk!” en waar liep nu ook alweer de muur van het berghok? Meneer Maatman vraagt nog even na of we wel iets aan de isolatie van het dak gedaan hebben; in hun tijd kon je al door de balken heen naar buiten kijken. De zolder was dan ook verboden terrein voor de kinderen. Ingeborg komt er vandaag voor het eerst en is verrukt van het uitzicht vanuit dit andere dan het haar bekende perspectief.

Na een geanimeerd bezoek vertrekt het gezelschap weer, richting de Sint Nicolaasbasiliek waar het echtpaar elkaar 60 jaar geleden het ja-woord gaf. De nieuwe bewoonster sluit de deur achter hen en de rust keert terug in het steeghuisje.

Restauratie
Vakmanschap

De duiven vlogen in en uit

Toen we hier aan het werk gingen vlogen de duiven in en uit. Het pand was behoorlijk scheefgezakt, bijna 20 cm over de breedte, en had zich losgescheurd van het buurpand. Een nieuwe fundering was noodzakelijk en het metselwerk moest worden gerestaureerd. Het achterhuis, bestaande uit drie woonlagen, werd opnieuw ingedeeld: een woonkeuken en toilet op de begane grond; de stijlkamer, een slaapkamer en de badkamer op de verdieping en op zolder een slaapkamer met – vanwege de steile trappen – een 2e toilet. De vloeren op de begane grond en de verdieping zijn weer waterpas gemaakt.

De monumentale interieurelementen – zoals de stijlkamer, de vloerbalken op alle bouwlagen, de trappen en balkenplafonds met duivenjager profiel – zijn waar mogelijk behouden en in het zicht gebleven. De schouwmantel en boezemafwerking ontbraken en zijn hersteld; de vaste kasten zijn met eigentijds behang afgewerkt en de timmerman heeft vele, vele uren van waar vakmanschap geleverd.

Bij de restauratie was uiteraard ook veel aandacht voor duurzaamheid en comfort. De vloer van de begane grond is geïsoleerd en van vloerverwarming voorzien. Er zijn geïsoleerde voorzetwanden tegen de gevels geplaatst en alle kamers zijn tenminste voorzien van dubbel glas. Er is een ventilatiesysteem toegepast met warmteterugwinning. De woning heeft een eigen hoog-rendement combiketel met centrale verwarming. De hoogwaardige keuken is voorzien van moderne inbouwapparatuur. De woning is opgeleverd met energielabel A.

Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Bouwhistorische verkenning, Jeroen van der Kuur en Rachel N. Halverstad, 2022
Delpher
Hart Amsterdam Museum
Joost de Vree
Stadsarchief Amsterdam

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect : Prins Projecten.
Restauratieaannemer : ToekomstBouw
Bouwhistorische verkenning : Jeroen van der Kuur en Rachel N. Halverstad

 

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.